Kaptein H.G. Oortjes is in de kranten voor 1814 te vinden, maar er is niet met zekerheid vast te stellen dat dit onze Hindrik Geerts Oortjes is, zodat deze berichten niet opgenomen zijn
Kronieken
1814
Op 18-02-1814 wordt voor de VROUW ANTJE door de kapt./ eigenaar Hindrik Geerts Oortjes uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
LCO270514
Den 20 mei zijn bij Terschelling aangekomen de VROUW ANTJE, kapt. H.G, Oortjes, van Rostok
LCO071114
Texel uitgezeild
Vrouw Anna, (opm: VROUW ANTJE), H.G. Oortjes en de JONGE AUKE, K.A. Blauw na Londen
LCO051214
30 november en 1 december, zijn in 't Vlie binnen gekomen, de schepen de JONGE JAN, kapt. J.G. Oelrichs, van Bordeaux. St. SILVESTER, B.H. Kramer, van Havre, de VROUW PETENA, H.D. Mulder, de VROUW ANTJE, H.G. Oortjes en de VROUW EGBERDINA, R.W. Drent ,de VROUW MARIA, A.J. Beune, van Londen.
1815
LCO021015
Terschelling binnengekomen
H.G. Oortjes, VROUW ANTJE en H.H. Lucht CONCORDIA, beide van Dantzig.
1816
Op 25-05-1816 wordt voor de VROUW ANTJE door de kapt./ eigenaar Hindrik Geerts Oortjes uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
1817
RC280817
Den 25, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis; de VROUW ANTJE, H.G. Oortjes, van Pillau.
1818
Op 22-05-1818 wordt voor de VROUW ANTJE door de kapt./ Eigenaar Hindrik Geerts Oortjes uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
MBC020618
Vlissingen den 30 mei. Heden zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar ree gezeild: de Goede Hoop , kapt. R. Siegers, naar Duinkerken, met rogge; VROUW ANTJE, kapt H.G. Oortjes, naar Londen, met haver.
1820
MBC010620
Sedert den 28 dezer zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter reede gekomen : de VROUW ANTJE, kapt. H.G. Oortjes, van Elburg, met zaad en weedasch.
Op 24-06-1820 wordt voor de VROUW ANTJE door de kapt./ eigenaar Hindrik Geerts Oortjes uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
1822
LC 140522
Harlingen.
Den 3 dito binnen gekomen het tjalkschip de VROUW ANTJE, kapt. H.G. Oortjes, met hout van Dantzig. Uitgezeild het kofschip JOHANN, kapt. W.D. Kleininga (opm: JOHAN GEORGE, ook wel galjoot, kapt. Warner Derks Kleininga), met ballast naar Liverpool.
Op 29-08-1822 wordt voor de VROUW ANTJE door de kapt./ eigenaar Hindrik Geerts Oortjes uit Veendam een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
1824
Op 10-02-1824 wordt voor de VROUW GESINA/ GEZINA door kapt./ eigenaar Antony Hindriks Bekkering een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
1825
RC190525
Kapitein A. H. Bekkering, voerende het schip de vrouw Gezina, van Dantzig naar Amsterdam, meldt van Pero in Zweedsch-Pommeren, van den 6 dezer, dat zijn schip op strand gezeten had, doch door hulp weder afgebracht en thans aldaar liggende was; van de lading, die men gelost had, waren 14 lasten, uit hoofde van beschadigdheid, openlijk verkocht.
1826
Op 31-01-1826 wordt voor de VROUW GESINA/ GEZINA door kapt./ eigenaar Antony Hindriks Bekkering een zeebrief aangevraagd voor hemzelf.
DC 031026
Vlissingen, 23 september. Van den 20 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: ST. MICHEL, kapt. E.P. Brons, van Hull met stukgoederen; DE VROUW GEZINA, kapt. A.H. Bekkering, van Dantzig met raapzaad en lijnzaad.
1828
Op 19-01-1828 wordt de zeebrief van de VROUW GESINA teruggezonden met de mededeling: Schip verkocht.
Er bestaat een mogelijk dat het schip is ingeruild bij de aankoop van de smak GEZIENA, waarvoor Antony Hindriks Bekkering op 25-03-1828 een zeebrief aanvraagt voor hemzelf.
Op 25-03-1828 gaat kapt. A.H. Bekkering over op de smak Geziena, ook geschreven als Gesina of Gezina.