1829
Op 24 april 1829 de eerste zeebrief, MARIA MARGRIETA, aangevraagd door H.S. Calkema, Hoogezand, voor kapt. D.H. Duit
RC 180629
Rotterdam, 17 juni. De 16e dezer, des morgens, arriveerden in de Maas MARIA MARGARETHA (opm: kof MARIA MARGRIETA), kapt. D.H. Duit, van Wells;
RC 300629
Rotterdam, 29 juni. De 28e, des morgens, zeilden van Helvoetsluis MARIA MAGARETHA (opm: MARIA MARGRIETA), kapt. D.H. Duit, naar de Oostzee,
1830
AH 170230
Amsterdam, 16 februari. Opgave van de schepen onder Nederlandse vlag, welke in het jaar 1829 te Wismar zijn aangekomen en ook van daar weder vertrokken.
Schepen: Kapiteins: Vertrokken van: Vertrokken naar:
MARIA MARGRIETA D.H. Duit Amsterdam Amsterdam
AH 220530
Carga-lijsten. Amsterdam, 21 mei. MARIA MARGARETHA (opm: smak MARIA MARGRIETA), kapt. D.H. Duit, van Koningsbergen;
AH 210730
Carga-lijsten. Amsterdam, 20 juli. MARIA MARGRIETA, kapt. D.H. Duit, van Dantzig (opm: Gdansk);
AH 201030
Carga-lijsten. Amsterdam, 19 oktober. MARIA MARGARETHA (opm: MARIA MARGRIETA), kapt. D.H. Duit, van Dantzig;
1831
Op 28 mei 1831 een eerste zeebrief (bedoeld is een nieuwe zeebrief), nu aangevraagd door H.S. Calkema en J.H. Doornbusch, Hoogezand. Deze werd op 24.12.1833 door de gouverneur van de provincie Groningen naar Den Haag geretourneerd met als opmerking ‘schip verongelukt’, en op 07.01.1834 geroyeerd.
DC 280531
Dordrecht, 27 mei. Aan deze stad zijn gearriveerd: de schepen MARIA MARGRIETA, kapt. D.H. Duit, van Rostock met rogge;
AH 100931
Terschelling, 6 september. Binnengekomen MARIA MARGARETHA (opm: smak MARIA MARGRIETA), kapt. D.H. Duit, van Tonningen,
AH 041031
Vlie, 30 september. Vertrokken PIETERDINA, kapt. H.R. Duit, op avontuur; FENNEGINA, kapt. H.H. Duit, op avontuur; MARIA MARGARETHA, (opm: MARIA MARGRIETA) kapt. D.H. Duit, op avontuur.
AH 031231
Terschelling, 28 november. Binnengekomen de VROUW FENNEGINA, kapt. H.H. Duit, van Wismar; MARIA MARGRIETA, kapt. D.H. Duit, van Kiel;
1832
AH 140432
Vlie, 10 april. Naar Terschelling gezeild: MARIA MARGARITHA (opm: smak MARIA MARGRIETA), kapt. D.H. Duit, van Hamburg.
AH 180432
Terschelling, 14 april. Vertrokken: MARIA MARGRIETA, kapt. D.H. Duit, naar Hamburg;
1833
PGC 270933
Het schip MARIA MARGARETHA (opm: smak MARIA MARGRIETA, kapt. D.H. Duit, van Rostock naar Amsterdam, is volgens brief van Tonningen van 19 september, op 3 mijl van daar gestrand, doch weder afgebracht en zwaar lek te Tonningen teruggekomen. Men was bezig de lading, die men dacht niet zwaar beschadigd te zijn, te lossen.
AH 021033
Vlie, 29 september. Binnengekomen: MARIA MARGARETHA (opm: MARIA MARGRIETA), kapt. D.H. Duit, van Rostock;
RC 031033
Rotterdam, 2 oktober. Aangaande het schip MARIA MARGARETHA (opm: MARIA MARGRIETA), kapt. D.H. Duit, van Rostock naar Amsterdam, te Tonningen binnen, meldt vandaar dat van de 26e september, dat de lading geheel onbeschadigd was gelost; de kapitein dacht met de reparatie spoedig te zullen gereed zijn en de reis voort te zetten.
AH 031033
Carga-lijsten Amsterdam: MARIA MARGRIETA, kapt. D.H. Duit, van Rostock met tarwe;
RC 121133
Rotterdam, 11 november. Het schip MARGARETHA (opm: smak MARIA MARGRIETA, bouwjaar 1829), kapt. D.H. Duit, van Tonningen naar Amsterdam, is volgens brief van Cuxhaven van de 4e dezer, na de ankers, touwen en het roer verloren te hebben, tegen de duinen gestrand en lek geworden; de lading zou men bergen.