1839
Op 22 april 1839 werd de eerste zeebrief verstrekt voor de kof JOHANNA MULDER, aangevraagd door T.D. Faber, Schiermonnikoog, voor zichzelf als kapitein.
De bemanning voor de eerste reis van het schip bestond volgens de in Groningen opgemaakte monsterrol van 18 mei 1839 uit:
Kapt. Tjerk Derks Faber
stuurman Jan Oden, 54 jaar
Matroos Tymen Dirks, 27 jaar
1840
PGC 041240
Het schip JOHANNA MULDER, kapt. Faber, van Bremen naar Amsterdam, is de 24 of 25 november in het Friesche Gat bij Oostmahorn, binnengelopen.
1845
Op 12 april 1845 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de kof JOHANNA MULDER, aangevraagd door T.D. Faber, Schiermonnikoog, voor zichzelf als kapitein.
1846
NRC 261046
Terschelling, 22 oktober. Het schip JOHANNA MULDER, kapt. Faber (opm: kof, kapt. T.D. Faber), van Memel (opm: Klaipeda) naar Rotterdam, is alhier met verlies van anker en ketting binnengelopen.
1847
NRC 110947
Warnemünde, 5 september. Het schip JOHANNA MULDER, kapt. Faber, van Antwerpen herwaarts, is gisteren beoosten onze haven aan de grond geraakt en heeft zwaar gestoten. Hetzelve is met veel moeite af en vervolgens alhier binnengebracht.
1849
NRC 100149
Hamburg, 5 januari. Alhier overwinteren de volgende Nederlandse schepen: ALIDA MARIA, kapt. Steffens, ALKANNA HENDRIKA, kapt. Westerbrink, ANNECHINA, kapt. Patje, AVONTUUR, kapt. Hoveling, BARBARA, kapt. Jonker, CATHARINA, kapt. Dik, CATHARINA CORNELIA, kapt. De Jonge, CATHARINA FREDERIKA, kapt. Duintjer, ENGBERDINA ANNAGINA (opm: vermoedelijk ENGBERDINA ANNECHIENA), kapt. Drent, ELISABETH, kapt. Kramer, ELSJE, kapt. Potjer, FENNEGINA, kapt. Peper, VREDE, kapt. Hazewinkel, TWEE GEBROEDERS, kapt. Slangenberg, GEERDINA BEERTA, kapt. Flik, GESINA CATHARINA, kapt. Evers, GOEDE HOOP, kapt. Greven, AFINA HILLECHIENA, kapt. Drewes, VROUW HENDRIKA, kapt. Stuurman, JOHANNA MULDER, kapt. Faber,
1855
NRC 231155
Terschelling, 19 november. Het schip JOHANNA MULDER, kapt. D.T. Faber (opm: kof, kapt. Tjerk Dirks Faber), van Karrebecksminde naar Amsterdam, is heden morgen op het oosteinde van het eiland gestrand, doch het volk gered. Men is bezig de lading, die zwaar beschadigd is, te bergen.
1859
In 1859 werd de zeebrief ingetrokken waarop royement volgde. Er werd geen reden opgegeven maar dat blijkt stranding te zijn.