Familiegegevens en opleiding
Vóórnamen ontleent aan de monsterrollen in het Stadsarchief van Amsterdam.
Geboren te Groningen064
Van de navolgende bijzonderheden ben ik niet zeker of deze op één en dezelfde persoon slaan. De familienaam is zeer algemeen voorkomend en beslissingen omtrent de identiteit vereisen nader genealogisch onderzoek.
Wolter werd geboren/gedoopt te Nieuwe Pekela op 06/07 september 1800 als zoon van (schipper) Klaas Jans Groot en Grietje Hindriks (Bontjes).
Wolter Klaassens de Grooth trouwde op 28 december 1826 te Nieuwe Pekela als zeeman met Elsien/Elsjen Jans Koster, geboren/gedoopt te Nieuwe Pekela 14/17 april 1808 als dochter van de koornmolenaar Jan Hindriks Koster en Geesjen/Geessien Harms Koster. Elsien overleed te Nieuwe Pekela op 31 december 1895, leeftijd 87 jaar,weduwe.
Wolter Klaasens de Grooth is overleden op 05 oktober 1862.
“Op 19 februari 1863 is bij mij, K.M.Brouwer, ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente Nieuwe Pekela, ingekomen een brief van Zijne Excellentie de Heer Minister van Marine, geleidende een akte van overlijden waaruit blijkt dat op 5 okt. 1862 is overleden Wolter Klaasens de Grooth, gezagvoerder van het schoonerbrikschip “Johanna Maria”, liggende in de haven van Barcelona, man van Elsien J.Koster.”
In akten van de Burgerlijke Stand uit de provincie Groningen wordt Wolter Klaassens de Grooth vermeld als zeeman in 1826, als schipper/gezagvoerder in 1834, 1840, 1842, 1845, 1848, 1862.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
W.K.de Grooth (J.W.Berkhout) werd met nr.416 lid van Zeemanshoop per 19 juni 1837 op voorspraak van W.Zuidhoff. Zijn schip was de "Johanna Maria"002. Ten tijde van de inschrijving was de man 38 jaar en de vrouw 30 jaar002a.
In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 12/19 juni 1838 werd als effectief lid ingeschreven Wolter Klaassen de Groot, oud 38 jaar, voerend de schoonerkof “Johanna Maria”, wonend te PekelA en met als adres de heer J.W.Boekhout te Amsterdam, op voordracht van kapitein W.Zuidhoff. Hij kreeg vlagnummer 416023.
W.K. de Groot was effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 416 in de periode 1837 t/m 1854 en met vlagnummer 154 in de periode 154 t/m 1862.
Een W.K. de Groot was effectief lid van het naamloze zeemanscollege te Pekel-A met vlagnummer 36 in de periode 1834 t/m 1847.
W.K. de Groot was met vlagnummer 21 lid van het Dordtse zeemanscollege Tot Nut van Handel en Zeevaart in de periode 25 september 1835 t/m 1839. Hij werd geboren in Pekela071. (is dit dezelfde persoon als hier voor?)
Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 26 november 1840 staat het bericht dat een voorstel tot verhoging van de kapiteinsbijdragen ad f 6,- in de Algemene Vergadering met alsgemene stemmen is aangenomen “uitgezonderd die van kapitein W.K. de Grooth.”042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 30 oktober 1862 staat het verzoek van W.K.de Grooth-Koster om een uitkering welke haar in de vergadering van 26 november 1862 werd toegekend per 01 november 1862.042.
In een kasboek van het Dordtse zeemanscollege dd 1834-1835 staat de entreestorting ad f 15,- per oktober 1835 van kapitein W.K. de Grootte.(sic) 064b
In de notulen dd 08 november 1839 van het Dordtse college “Tot Nut van Handel en Zeevaart” staat vermeld dat hij is geroyeerd wegens een betalingsachterstand van 2 jaar. De notulen spreken van K.W. de Groot, maar ik acht dit een omdraaiing van de initialen.064a.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop in Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
416 1838-1852 sch.kof Johanna Maria J.W.Boekhout
1853 sch.kof Johanna Maria de kapitein
154 1854-1861 sch.kof Johanna Maria idem
In Ledenlijsten de Dordtse zeemansalmanak (Stadsarchief Dordrecht, inv. 93, nrs 16-33) staat W.K. de Groot als gezagvoerder064a:
* 1837 kof “Johanna Maria” boekhouderAs de Groot te Dordrech
Vertrek en terugkomst van schepen in Amsterdam093:
W.K. de Grooth Johanna Maria geen data vermeld, maar vertrek c. december 1859
Johanna Maria niet vermeld 22 juli 1862
Bouma025 vermeldt W.K.de Groot als gezagvoerder gedurende:
* 1829 t/m 1838 van de kof “Cornelia”, gebouwd in 1821 bouwlocatie niet vermeld, 90 ton o.m., varend voor Recourt & Co te Dordrecht.
Bouma025 vermeldt W.K. de Grooth als gezagvoerder gedurende:
* 1837 t/m 1857 van de kof “Johanna Maria”, gebouwd in 1835 te Pekela, 151 ton o.m., varend voor J.W.Boekhout te Amsterdam;
* 1858 t/m 1863 van hetzelfde schip maar nu varend voor W.W.Pott te Pekela. “Het schip is in 1863 verongelukt. In 1863 staat vermeld “E.Kistenkas qq” hetgeen erop duidt dat deze persoon het commando van het schip heeft overgenomen, wellicht na een ongeluk of anderszins van kapitein de Grooth.
De collectie monsterrollen uit het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
08 februari 1817, kof “Vrouw Grietina”, kapitein Klaas Jans de Grooth, matroos Wolter Klaassens de Grooth uit Nieuwe Pekela.
06 februari 1819, kof “Juffrouw Johanna”, kapitein Harmannus Jeltes, lichtmatroos Wolter Klaassens de Grooth.
20 februari 1826, kof “Cornelia”, schipper Klaas Jans de Groot, stuurman Wolter K. de Grooth uit Nieuwe Pekela.
07 maart 1844, kof “Johanna Maria”, schipper Wolter Klaassens de Grooth uit Nieuwe Pekela
20 maart 1844, kof “Johanna Maria”, kapitein Wolter Klaassens de Grooth uit Nieuwe Pekela
09 maart 1858, schoenerkof “Johanna Maria”, kapitein Wolter Klaassens de Grooth, 57 jaar uit Nieuwe Pekela.
Overige bijzonderheden
De Raad voor Tucht bij de koopvaardij deed op 17 februari 1860 uitspraak inzake een klacht tegen kapitein Wolter Klaas de Grooth, gezagvoerder van de kof “Johanna Maria”, varend voor W.W.Pott te Oude Pekela. Er zijn geen details van deze uitspraak vermeld. 104*
Monsterrol 745 in het Gemeentearchief van Dordrecht dd 16 juli 1835 vermeldt W.K. de Groot als gezagvoerder van de kof “Johanna Maria”, varend voor reder Adriaan de Groot te Dordrecht. Het schip had een bemanning van 7 personen.064
Op 05 december 1842 meldde Wolter Klaassens de Groot uit Pekela, gezagvoerder van de Schoenerkof “Johanna Maria” het overlijden van een matroos aan boord van zijn schip.115
Familiegegevens en opleiding
Egbert Kistenkas werd geboren te Veendam op 20 december 1827 als zoon van schipper Hindrik Egberts Kistenkas en Leentje Folkerts Buitenhof.
Egbert trouwde op 31 juli 1856 te Oude Pekela als schipper met Geertje Tap, geboren te Oude Pekela op 12 maart 1830 als dochter van schipper Klaas Alberts Tap en Tettje Harms Hesseling.
De moeder van de bruid geeft schriftelijk toestemming tot het huwelijk. De vader van de bruid “commandant 1e Koff Néerlandais Maria Beerta de Pekela” geeft toestemming op 01 juli 1856 via het Nederlandse Consulaat te Torrevieja (havenstad aan de oostkust van Spanje aan de Costa Bianca tussen Alicante en Cartagena).
Geertje overleed op 15 juni 1911 te Bloemendaal, 81 jaar, weduwe.
Uit een huwelijks akte van een zoon op 28 november 1903 te Oude Pekela wordt gemeld dat zij toen in Elburg woonde.
Egbert overleed op 08 januari 1875 te Fort Augustus (Kilchuimen, Schotland).
In de akte van overlijden te Oude Pekela dd 14 december 1875 staat:
“Op 1 febr. 1875 verschenen voor mij, J.Maederette, Consul der Nederlanden, recideerende te Londonderrijde Jan Roelofs, kapitein, oud 35 jaren, geboren te Nieuwe Pekela, wonende te Oude Pekela, de matroos Harm Jans Starke, oud 39 jaren, geboren en wonende te Nieuwe Pekela en de matroos Erik Rautanen, oud 21 jaren, geboren en wonende te Wiborg, allen aan boord van het Nederlands schoenerschip “Antje Drewes” die verklaarden dat op 8 jan 1875, bij het op de haven komen te Fort Augustus, de stuurman Egbert Henderiks Kistekas, oud 46 jaren, geboren te Veendam en wonende te Oude-Pekela, plotseling aan een hartkwaal is overleden en op 9 januari op het kerkhof te Fort Augustus is begraven.”
In Burgerlijke Stand akten uit de provincie Groningen wordt Egbert Kistenkas vermeld als schipper in 1856, 1857, 1868, als potschipper in 1866, als koopman in 1869, als zeeman in 1871
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
E.Kistenkas was effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela met vlagnummer 134 in de periode 1857 t/m 1865
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt E.Kistenkas als gezagvoerder gedurende:
* 1857 van de galjoot “Hannechiena Vroom”, gebouwd in 1856, bouwlocatie niet vermeld, 145 ton o.m., geen vermelding van reder, varend vanuit Veendam; (is dit dezelfde als de “Hemmechina Vroom?)
* 1860 van de sch.kof “Hemmechiena Vroom”, gebouwd in 1856 te Veendam, 145 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Pekela. Het schip voer in 1861 voor kapitein/eigenaar P.H.Koning te Zuidbroek en was herdoopt in “Geziena”;
* 1863 van de kof “Johanna Maria”, gebouwd in 1835 te Pekela, 151 ton o.m., varend voor W.W.Pott te Pekela. Het schip is in 1863 verongelukt. kapitein Kistenkas staat hier vermeld met de toevoeging “qq”, hetgeen erop duidt dat hij het gezag heeft overgenomen van de vorige kapitein, i.c. W.K. de Grooth;
* 1865 van de 2/msch. “Drie Gezusters Pott”, gebouwd in 1859 te Statenzijl, 170 ton o.m., varend voor H.T.Kranenborg te Pekela. Het schip is in 1865 gestrand en wrak geraakt.
De collectie monsterrrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
30 januari 1847, kof “Arendina Elizabeth”, schipper Geert Hindriks Boerhave, lichtmatroos Egbert Hindriks Kistenkas.
05 januari 1850, kof “Dina Marchina”, schipper Remmelt Geuchiens Engelsman, matroos Egbert Hindriks Kistenkas.
21 juni 1854, schoener “Harmonie”, kapitein Roelf R. Tunteler, stuurman Egbert Kistenkas, 26 jaar uit Muntendam.
14 augustus 1855, kof “Antje Witsenborg”, schipper Angel Hangelbroek, stuurman Egbert H.Kistenkas, 27 jaar uit Muntendam
Krantenberichten
NRC 13 januari 1857114
Zoutkamp, Zoltkamp, 8 januari. De schepen JACOBUS BEGEMAN, kapt. Reijer, GESINA, kapt. Van Klooster, DIEWERDINA, kapt. Westenberg, JONGE GERRIT, kapt. Hazewinkel, CHRISTINA WOBBEGINA, kapt. Van der Werp, VROUW ALIDA, kapt. Van der Werff, IMKE GIEZEN, kapt. Puister, JAN JACOB, kapt. Schaap en ZWAANTINA, kapt. Bakker, zijn wegens ijsgang in de haven gehaald. De GRIJPSKERK, kapt. Zomerdijk, ligt aan het Hoofd en HENNECHIENA VROOM, kapt. Kistenkas, MARCHIENA ROSALIE, kapt. Koning en JUFFER GRIETJE, kapt. Balkema, liggen onder Oostmahorn in het ijs bezet.
NRC 13 september 1858114
Lissabon, 31 augustus. Het Nederlandse schip (opm: kof) HEMMECHINA VROOM, kapt. E. Kistenkas, van Jaffa naar Cork, is alhier met onklare pompen binnengelopen.
NRC 16 januari 1863114
Amsterdam, 15 januari. De Nederlandse kof JOHANNA MARIA, kapt. Kistenkas qq, voor kapt. de Groot, van Barcelona naar Cette (opm: Sète), is, volgens bericht van Pekela, op zee verongelukt.
NRC 06 maart 1865114
Triëst, 4 maart. Het Nederlandse schip (opm: schoener) DRIE GEZUSTERS POTT, kapt. E. Kistenkas, van hier naar Fernambucq is gisteren ten NW van Lassina (opm: waarschijnlijk: Lesina, Italië; 41º52’ NB 15º21’ OL) gestrand. De lading wordt in lichters gelost (opm: zie NRC 110365). (opm: de DRIE GEZUSTERS POTT was 20 februari 1865 van Triëst vertrokken).
NRC 11 maart 1865114
Amsterdam, 10 maart. Van de lading van het gestrande schip DRIE GEZUSTERS POTT, kapt. Kistenkas, zijn volgens telegrafisch bericht van Lassina (opm: waarschijnlijk Lesina, zie NRC 060365) d.d. 6 dezer 700 vaatjes meel beschadigd en 60 vaatjes dito gezond gelost. Men was bezig met het bergen van de verdere lading. Het schip was vol water en er bestaat geen uitzicht het af te brengen.