1829
Circa drie jaren nadat scheepsbouwer Pik uit Veendam de tjalk had gebouwd vond hij in kapt. D.L. Knoop een koper. Deze moet het schip in februari-maart 1830 onderhands hebben verkocht aan kapt. Jacob Uges uit Pekela. Een koopakte is echter niet gevonden.
De overdracht van de papieren verliep waarschijnlijk niet vlekkenloos. Vermoedelijk heeft kapt. Uges een zeebrief aangevraagd maar kon deze niet worden verleend zo lang de vorige nog in circulatie was. Kapt. Knoop moet daarop zijn zeebrief op 12 maart bij de Gouverneur van de provincie Groningen hebben ingeleverd, die vermoedelijk Den Haag hierover inlichtte waarop op 19 maart de nieuwe zeebrief voor de HARMONIE werd afgegeven. Nadat de Gouverneur het document op 15 maart naar Den Haag had opgestuurd werd deze vervallen zeebrief op 22 maart geroyeerd.
Op 25 februari 1829 werd de eerste zeebrief voor de VROUW IJKINA verstrekt, aangevraagd voor kapt. D.L. Knoop, Wildervank, voor zichzelf als kapitein.
1830
Monsterrol: 1830-13
Datum: 16-03-1830
Scheepsnaam: Harmonie
Scheepstype: niet vermeld
Grootte: niet vermeld
Bewaarplaats: Oude Pekela, Gemeentearchief (Nieuwe Pekela)
| Achternaam |
Voornaam |
Rang |
Gage |
Woonplaats |
Leeftijd |
| Kramer |
Geert Jans |
matroos |
16.5 |
Papenburg (D) |
niet vermeld |
| Mooij |
Watse Jacobs |
kok |
5 |
Oude Pekela (NL) |
niet vermeld |
| Uges |
Jacob |
kapitein |
niet vermeld |
Nieuwe Pekela (NL) |
niet vermeld |
| Wubbena |
Harm Geerts |
stuurman |
28 |
Oude Pekela (NL) |
niet vermeld |
Op 19 maart 1830 werd een nieuwe zeebrief afgegeven voor de HARMONIE, aangevraagd door J. Uges, Pekela, voor zichzelf als kapitein.
1831
AH 070531
Termunterzijl, 28 april. Binnengekomen DE HARMONIE, kapt. Uges (opm: tjalk, kapt. Jacob Uges), van Noorwegen.
AH 210631
Termunterzijl, 9 juni. Binnengekomen: DE HARMONIE, kapt. Uges, van Noorwegen.
AH 130831
Termunterzijl, 3 augustus. Binnengekomen DE HARMONIE, kapt. Uges, van Noorwegen.
1832
PGC 080632
Kapt. Jacob Uges, gevoerd hebbende het schip de HARMONIE (opm: tjalk, ex-VROUW IJKINA, bouwjaar 1829), met ballast van Termunterzijl naar Noorwegen, meldt van Sylt, van 12 mei, dat zijn schip op 9 mei met NNW wind op de Jutse kust verongelukt was, doch hijzelf en zijn equipage, met lijnen aan de wal gesleept en met grote moeite gered waren geworden.
