Familiegegevens en opleiding
C.Jessen werd geboren te Grauwdip op 08 mei 1773.
Hij trouwde met Catharina Christen Jansen, geboren te Amsterdam op 20 juni 1785. Het echtpaar kreeg een dochter op 22 maart 1812, een dochter op 28 maart 1815, een zoon op 01 augustus 1818, een dochter op 17 mei 1821 en een zoon op 22 april 1825.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Jessen is in het Inschrijfregister van het Amsterdams zeemanscollege "Zeemanshoop" vermeld onder vlagnummer 74 met de opmerking "honorair lid geworden"002. In de Algemene Ledenvergadering van het college op 21 september 1824 werd Coert Jessen, 45 jaar, wonende op de Haarlemmerdijk bij de Buiten Brouwerstraat, met vlagnummer 74 aangenomen als effectief lid van het college op voordracht van kapitein P.J.Sturk023.
Hij werd per 11 oktober 1825 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop en bedankte in 1829.003
C.Jessen was effectief lid van Zeemanshoop in de periode 1824 t/m 1836 met vlagnummer 74 en van 1836 t/m 1847 met vlagnummer 41. Daarna was hij honorair lid
C.Jessen was lid van het Amsterdamse zeemanscollege "De Blaauwe Vlag" en wel in 1827 t/m 1830 met vlagnummer 43 en van 1832 t/m 1836 met nummer 15008.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 10 juni 1828 staat het bericht van kapitein C.Jessen omtrent zijn op handen zijnde vertrek en derhalve bedankend voor de voortdurende deelneming in het Weldadig Zeemansfonds.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 30 september 1847 en die van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 19 oktober 1847 staan de mededelingen dat het Bestuur aan C.Jessen heeft toegestaan zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.042 en 023.
In de Algemene Ledenvergadering van het college Zeemanshoop van 19 juni 1827 doen C.Jessen en G.van Swieten de uitnodiging om op 26 juni 1827 het van stapel lopen van het fregat “De Planter”op de werf Hollandia bij te wonen023
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
74 1825-1833 fregat De Planter Gebr.Heemskerk
1834-1835 geen vermelding van schip en boekhouder
41 1836-1846 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt C.Jessen als gezagvoerder gedurende:
* 1826 t/m 1834 van het 3/m schip “de Planter”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 320 ton o.m., varend voor de Gebr. Heemskerk te Amsterdam.
Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Coert Jessen op de:
“Jufrouw Klasina”, dd 06 oktober 1814;
“Fortuna”, 06 juni 1815;
“Planter”, dd 23 oktober 1817; 11 november 1818; 08 oktober 1819; 09 oktober 1820; 17 september 1821;10 oktober 1822; 24 oktober 1823 27 oktober 1824; 06 oktober 1825; 07 oktober 1827; 24 mei 1828; 07 maart 1829; 17 oktober 1829; 13 april 1831; 21 april 1832 en 30 november 1833
Overige bijzonderheden
Andries Stokvliet werd vanuit de Amsterdamse Kweekschool voor de Zeevaart per 18 november 1824 als kajuitwachter geplaatst op het schip de Planter onder kapitein C.Jessen voor een reis van Amsterdam naar Demerarij. Hij keerde op school terug per 16 juli 1825004-532/1464.
Rotterdamsche Courant 05 maart 1816114
Volgens berichten uit Surinamen, lopende tot den 15 januari, was het schip FRANKLIN, kapt. A. Roos, naar Amsterdam gedestineerd, de rivier afgezakt. Behalve de kortlings gearriveerde schepen, lagen in die Colonie nog de volgende, als MARIA, J. Vos; AMICITIA, M. Meijer; de VRIENDSCHAP, C. Fredriks; PHOENIX, A. Schrant; CORNELIA MARIA, J.L. Klasen; en FORTUNA, C. Jessen, alle van Amsterdam; CATHARINA, kapt Dirks, en HET VERTROUWEN, R. Smidt, van Rotterdam.
Staat deze melding bij de juiste persoon?
Rotterdamsche Courant 22 januari 1818114
Amsterdam, 20 januari. Volgens een brief van Cornelis Rab, voerende het schip de BERBICIAAN, van Amsterdam naar St. Eustatius en St. Thomas gedestineerd, in dato 26 december 1817, was hij den 4 dito uit Texel gezeild, zijnde die zelfde avond door zuidwestelijke wind belopen geworden, die de volgende dag zich tot een storm verhief met een hoge zee; de wind hierop ’s nagts Z. en Z.O. en de volgende dag Z.O. tot N.O. lopende, passeerde hij met dikke lucht (opm: slecht zicht) en storm uit het noorden, de Hoofden (opm: Nauw van Calais), in gezelschap van de schepen de DRIE VRIENDEN, kaptein Casper Tol, naar de Kust van Guinea; ZAANDAM, kapt. R.H. Krins, naar Surinamen; de PLANTER, kapt. C. Jessen, naar Demerarij, en de STAD GENT, kapt. G. Swart, naar Charlestown.
Rotterdamsche Courant 01 mei 1821114
Rotterdam, 30 april. Uittreksel uit de Lloyd’s Listen van den 24 en 27 april 1821:
Den 20 dezer is van Dartmouth vertrokken het schip CERES, Van Rijn, naar Lissabon; diezelfde dag bevondt zich op de hoogte van Dartmouth het schip PLANTER, Jessen, van Demerary naar Amsterdam…..
Rotterdamsche Courant 07 mei 1822114
Amsterdam, 5 mei. Kapt. C. Jessen, voerende het schip de PLANTER, van Demerarij in Texel binnen, meldt van den 1 maart, bij het eiland Dominica een zeerover ontmoet te hebben, waarvan hij door het onverwachte opkomen van een schip gelukkig ontslagen werd. Nog meldt hij gedurende de reis vijf stormen te hebben doorgestaan, waarvan de hevigste tussen den 21 en 22 april, even buiten het Kanaal.
Rotterdamsche Courant 24 december 1822114
Rotterdam, 23 december. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijst van den 17 december:….
….Den 11 dezer is in de Noordzee gepraaid het schip PLANTER, Jessen (opm: fregat, kapt. Coerdt Jessen), van Amsterdam naar Demerarij; hebbende 33 dagen reis…..
Rotterdamsche Courant 26 december 1822114
Amsterdam, 24 december. Volgens brief van kapt. C. Jessen, voerende het schip (opm: fregat) de PLANTER, van Amsterdam naar Demerarij, geschreven den 14 dezer, was hij destijds met een gunstige gelegenheid in het Kanaal, bij het eiland Wight, zeilende; hij had, na zijn vertrek op den 10 november uit Texel, met de vreselijkste stormen geworsteld; was, na reeds twee malen tussen Douvres (opm: Dover) en de Singels (opm: ondiepten in de inham bij Winchelsea, 10 mijl west van Dungeness) geweest te zijn, weder in de Noordzee op de Breeveertien (opm: lange brede zandbank voor de Nederlandse kust, waarop gemiddeld 14 vadem diepte) en tot het Helgolander Diep terug gedreven en had zich dagelijks in doodsgevaar bevonden; den 5 dezer was hij voor Texel geweest, doch had nogmaals zee moeten kiezen, en in de nacht van den 6 tot den 7 dezer gedacht alles te verliezen, alzo het schip op de Eierlandsche gronden aandreef, doch met geweld van zeilen, waarvan verscheiden gescheurd en verloren zijn, had hij het gelukkig afgehouden; het schip was wel en dicht gebleven en de passagiers en manschap waren allen in goede welstand.
Familiegegevens en opleiding
Louis Adrien Jules Boulet werd geboren te Amsterdam op 04 (of 02?) mei 1800.
Hij huwde met Geertruida Gezina Stadelaar, geboren te Loosdrecht op 15 februari 1800. Hij huwde voor de 2de maal met Hermina Maria Verhoop, geboren te Purmerend op 19 september 1813 en overleden 11 maart 1871.
De religie van Louis was Waalds. Hij woonde in 1853 op de Prinsengracht 327 en in 1854 op de Nieuwendijk
Louis overleed in maart 1867.
Louis Adrien Jules Boulet werd op 28 februari 1814 als leerling ingeschreven aan de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam004(531/1139). Volgens doopcedul nr.1139 werd hij gedoopt op 14 mei 1800 (vermoedelijk) te Amsterdam. Zijn ouders waren Louis Boulet, afkomstig uit Rijssel, rooms-katholiek en Elisabeth le Grand de Bologne de Byland, uit Parijs, gereformeerd. Beiden waren tijdens de inschrijving van Louis in leven en woonachtig op de “Roosegragt No90”. De vader had “thans geen beroep”.
Ten tijde van de inschrijving was Louis 14 jaar, 5 voet/2 duim groot en “heeft de natuurlijke kinderziekten gehad”.
Vanaf 01 juli 1814 wordt een driemaandelijkse voortgangsrapportage verzorgd:
“1 julij 1814 3/m rappt kent de regth _ met. en een groot gedeelte van de evenredigh. ...
19 augustus 1815 als ledemaat (gereformeerd) aangenomen door DoChevallier
25 septb 1815 geplt als cajuitwachter op het schip Johanna Maria Constantia Capn M.de Harder na Suriname (kapitein Matijs de Harder dateerde per 21 september 1815 een monsterrol van de “Johanna Maria Constantia”011).
5 aug 1815 heeft met A.H.Crombosch, Jan Hendk Stoelman en C.Clarisse als de meest gevorderde in de stuurmanskunst na de Eereprijs gedongen doch is bij loting aan Clarisse is te beurt gevallen
16 julij 1816 van de reise terug met goede attestatie
1 octob 1816 Id. heeft op zijne reise weinig vergeten en is bezig zich verder te bekwamen ...
9 mei 1817 geplt als jong matroos op het schip Graaf Bulouw (sic) Capitn Hendk Janssen naar de Berbice (Hendrik Jansen (sic) dateerde per 07 mei 1817 een monsterrol van de Graaf van Bul(l)ow”011).
17 novemb 1817 terug van de reise met goede attestatie Verzoekt en bekomt zijn ontslag en attestatie alsmede certificaat van vrijstelling van de nationale militie”.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
L.A.J.Boulett werd met nr.361 effectief lid van Zeemanshoop per 11 juni 1833 op voorspraak van kapitein J.C.Luddens. Zijn schip ten tijde van de inschrijving was de “Anna Geertruida”002.
In de Algemene Vergaderingen van het College Zeemanshoop van 04/11 juni 1833 is voorgedragen/benoemd tot effectief lid Louis Adrien Jules Boulett, 33 jaar, wonende op de Boomsloot 42 te Amsterdam, voerende het fregat Vrouw Hendrika, op voordracht van kapitein J.C.Ludders. Hij kreeg vlagnummer 361023.
Hij werd per 29 juli 1834 deelnemer in het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop003.
L.A.J.Boulet was effectief lid van Zeemanshoop met vlagnummer 361 in de periode 1833 t/m 1836, met vlagnummer 248 in de periode 1836 t/m 1854 rn met vlagnummer 69 in de periode 1854 t/m 1867.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 25 oktober 1838 bericht kapitein L.A.J.Boulett dat hij is hertrouwd met een 13 jaar jongere vrouw. Hij vraagt naar de konsekwenties voor het lidmaatschap en krijgt daaromtrent informatie.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 februari 1852 is een melding door één van de leden dat kapitein Boulet “zijn Equipagie tegen Zeemanshoop inneemt.” Het Bestuur zal hierover de kapitein aanspreken. In de vergadering dd 30 maart 1852 staat een verslag van dat gesprek . Deze heeft opgemerkt “dat het was geschied in eene kwade luim, weshalve deze zaak alsnu wordt gehouden voor afgedaan.”042
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 29 mei 1856 vraagt kapitein L.A.J. Boulett om een uitkering, die hem in de vergadering dd 24 juni 1856 wordt toegekend met ingang van 01 augustus 1856.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 29 januari 1857 staat een brief van kapitein L.A.J. Boulet, aanbiedende een werkje over de Zeevaart “verzoekende het aan Zeemanshoop te mogen opdragen”. Het verzoek wordt in handen gesteld van de Commissie Wetenschappelijke Zeevaart. In de vergadering dd 26 februari 1857 gaat het Bestuur accoord met het verzoek en in de vergadering dd 26 maart 1857 bedankt kapitein Boulet voor de toestemming.042.
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 28 maart 1867 vraagt de wed. L.A.J.Boulet geb. H.M.Verhoop om de reglementaire uitkering welke haar op 02 mei 1867 wordt toegekend met ingang van 01 mei 1867.042
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 15 juli 1856 wordt gemeld dat aan kapitein L.A.J. Boulet per 01 augustus 1856 een uitkering is toegekend.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van 14 april 1857 staat vermeld een “Brief van Kapt. L.A.J.Boulet bedankende voor de aangenomen opdragt door het Collegie Zeemanshoop van zijn werkje getiteld “de Zeevaart “ en een exemplaar van hetzelve aanbiedende.023.
In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 07 mei 1867 staat vermeld dat per 01 mei 1867 een uitkering in de 1e klasse is toegekend aan de we. L.A.J.Boulet geb. Verhoop.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
361 1833-1834 fregat De Vrouw Hendrika Soc.van Scheepsbouw
1835 geen opgave van schip en boekhouder
248 1836-1837 fregat Jeannette Philippine Soc.van Scheepsbouw
1838-1843 fregat Anna Geertruijda H.Angelkot Willink
1844 geen opgave van schip en boekhouder
1845-1848 bark A.R.Falck Boissevain en Co
1849-1853 bark Adelaar J.D.Landré en Co
69 1854-1855 bark Adelaar idem
1856-1866 geen opgave van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt L.A.J.Boulet als gezagvoeder gedurende:
-
1834 t/m 1835 op het 3/m schip “Vrouw Hendrika”, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 500 ton o.m., varend voor de Societeit voor Scheepsbouw te Amsterdam;
-
1837 t/m 1838 van het fregat “Jeannette Philippine”, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 670 ton o.m., varend voor de Societeit van Scheepsbouw te Amsterdam;
-
1839 t/m 1844 van de bark “Anna Geertruida”, ex de Planter, gebouwd in 1827 op de werf Hollandia van C. van Swieten te Amsterdam, 322 ton, varend voor H.Angelkot Willink te Amsterdam. Het schip werd in 1844 verkocht.
Verhoeff086 vermeldt dat het schip in 1840 werd gekocht onder de naam “de Planter” van de Gebr. Heemskerk te Amsterdam;
-
1846 t/m 1849 van de bark “A.R.Falck, gebouwd in 1846 te Alblasserdam, 651 ton o.m., varend voor Boissevain & Co te Amsterdam;
-
1850 t/m 1855 van de bark “Adelaar”, gebouwd in 1850 te Amsterdam, 440 ton o.m., varend voor J.D.Landrë & Co te Amsterdam. Het schip voer in 1857 voor rederij Wed. van Hasselt & Co te Amsterdam en herdoopt in “Hercules”.
Overige bijzonderheden
“In 1846 was de “Anton Reinhard Falck” gebouwd voor Boissevain. Het verzoek voor deze bark van 338 last kwam uit Den Haag, waar invloedrijke personen een protegé, L.A.J.Boulet, een plaats als kapitein wilden bezorgen en in dat geval aandelen wilden nemen. Boulet blijkt commercieel een mislukking: over de eerste twee reizen, die veel te lang duren, vindt weinig uitkering plaats. Bovendien is hij een driftkop die voortdurend overhoop ligt met zijn ondergeschikten, die melden dat “de kapitein geen mens, maar een dier is“. Zijn ontslag kost Boissevain wel een paar slapeloze nachten. De reder wacht vervolgens driekwart jaar, tot zijn meest ervaren kapitein met de “Van der Werff” teruggekeerd is” (i.c. Pieter Teunisz van Duyvenbode050
Na een incident aan boord van de bark “Anna Geertruida” op 4 november 1839, op de retourreis van Padang naar Amsterdam ten NW van de Asforische eilanden, wordt de matroos Jacobus Bruining in de voetboeien gesloten. “Bruining had op die dag onder razen en vloeken zich achter de grote mast begeven en daar de derde stuurman Cornelis Ruygh gegrepen. Eerste stuurman Jacob Botter kwam tussenbeide en gaf Bruining opdracht zich koest te houden.” Bruining trok zich nergens wat van aan en ging door met vechten. Hij werd tenslotte overmeesterd en in de boeien geslagen. 104
Terugkomend van Batavia te Hellevoetsluis rapporteerde op 06 jun 1838 kapitein Bulsing: “Den 4 juni (1838) de “Janette Philiphine” kapt. Boulet onder de Singels”.005.
In de Harlinger Courant van 17 november 1852 staat het volgende bericht096:
Gepraaide schepen:
“Den 24 Aug. op 26o36’Z.Br. en 52o34’OL, Adelaar, Boulet, van Batavia naar Rotterdam.”
Familiegegevens en opleiding
Caspar Meyer werd geboren te Nordmarsch op 04 juli 1799.
Hij huwde met Catharina Helena de Planter, geboren te Ostende op 25 november 1800. Catrina overleed op 16 januari 1867 te Amsterdam
Casper overleed op 21 maart 1868 te Amsterdam
Annoncecollectie uit het Centraal Bureau voor Genealogie te Den Haag
Heden overleed, in den ouderdom van bijna 69 jaren, onze geliefde Vader en Behuwdvader, de Heer CASPER MEIJER, Oud Scheepsgezagvoerder om de West
J.B.ROLUFS
AMSTERDAM M.S.ROLUFS
21 Maart 1868 P.A. MEIJER DE KEYZER
Heden overleed, in den ouderdom van zes-en-zestig jaren, mijne dierbare Echtgenoot CARTRINA HELENA DE PLANTER, diep betreurd door mij, mijn dochter, behuwddochter en kleinkinderen
AMSTERDAM 16 Jan. 1867 C.MEIJER
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
C.Meijer werd met vlagnummer 179 ingeschreven als effectief lid van Zeemanshoop per 29 augustus 1826 op voorspraak van kapitein F.Groen. Zijn schip was de "Atalanta". Deze vermelding is doorgestreept en vervangen door "Eensgezindheid". Toegevoegd is "hon.lid geworden"002.
In de Algemene Ledenvergaderingen van het Amsterdams zeemanscollege Zeemanshoop van 22/29 augustus 1826 werd Casper Meijer voorgedragen/benoemd tot effectief lid op voordracht van kapitein F.Groen. Hij was toen 27 jaar, woonde op Wittenburg te Amsterdam en voer de schoener “De Vrouw Anthonia”. Zijn vlagnummer werd 179023.
Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 01 juni 1826 en bedankte in 1863. 003
Casper Meijer was effectief lid van het Amstedamse zeemanscollege “Zeemanshoop” met vlagnummer 179 van 1826 t/m 1836, met vlagnummer 107 van 1836 t/m 1854 en met vlagnummer 29 van 1854 t/m 1864. Van 1864 tot zijn overlijden in 1868 was hij honorair lid.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
In de notulen van de Bestuursvergadering dd 26 mei 1864 staat de mededeling dat het aan kapitein C.Meijer is toegestaan zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.042.
In de notulen van de Algemene Vergadering dd 07 juni 1864 staat de mededeling dat het aan kapitein C.Meijer is toegestaan zijn effectief lidmaatschap om te zetten in een honorair lidmaatschap.023.
De schepen van de kapitein
lidmaatschap College Zeemanshoop te Amsterdam001
vlagnummer jaren type scheepsnaam naam reder/boekhouder
179 1826 schoner de Vrouw Anthonie J.Machielse, Amsterdam
1827 geen vermelding van schip en boekhouder
1828 brik de Vrede geen opgave
1829-1831 brik de Vrede T.Machielse, Amsterdam
1832-1835 fregat Atalanta E.Reyns, Amsterdam
107 1836-1843 bark Eensgezindheid Geb. Reyns, Amsterdam
1844-1846 bark Anthonia en Eugenie geen opgave
1847-1853 bark Anthonia en Eugenie Bunge & Co, Amsterdam
29 1854 bark Anthonia en Eugenie Bunge & Co, Amsterdam
1855-1863 geen vermelding van schip en boekhouder
Bouma025 vermeldt C.Meyer als gezagvoerder gedurende:
* 1827 van de 2/msch “Vrouw Anthonia”, geen bouwgegevens vermeld, varend voor J.Machielse, geen thuishaven gemeld;
* 1832 t/m 1838 van het fregat “Atalanta”, gebouwd in 1814, bouwlocatie niet vermeld, 210 ton o.m., varend voor E.Reyns te Amsterdam;
* 1829 t/m 1837 van de brik “De Vrede”, gebouwd in 1800, bouwlocatie niet vermeld,, 120 ton o.m., varend voor T.Machielse te Amsterdam;
de voorgaande perioden stemmen niet overeen met die uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 - zie hiervoor.
* 1837 t/m 1845 van de bark “Eensgezindheid” ex Immegonda Sara Clasina”, gebouwd in 1816, bouwlocatie niet vermeld, 258 ton o.m., varend voor de Gebr. Reyns te Amsterdam. Het schip was in 1845 te koop;
* 1845 t/m 1855 van de bark “Antonia & Eugenie”, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 240 ton o.m., varend voor Bunge & Co te Amsterdam. Het schip werd in 1855 gesloopt.
Overige bijzonderheden
"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:
24 september 1837 “... Tegen den avond arriveerde hier Captijn C.Meijer het barkschip de Eensgezindheid komende van Amsterdam had 66 dagen rijs ...".
Monsterrol dd 10 juli 1837 van de bark de "Eensgezindheid" onder gezag van Casper Meijer en met 15 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouders Bosch & Reis011.
In een adres dd 12 december 1855 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal drongen 58 gezagvoerders aan op de invoering van een Tuchtwet. Zij meldden dat de uitvoering van hun beroep dagelijks meer en meer werd belemmerd door de onmogelijkheid om aan boord der schepen behoorlijke orde en tucht te bewaren. Een van de ondertekenaars was C.Meyer.104.
Algemeen Handelsblad 29 september 1830114
Carga-lijsten. Amsterdam, 28 september. WILHELMINA, J.M. Klint, van Suriname; BRIGITHE CHRISTINE, kapt. L. Jensen, van Port à Port; DE VREDE, kapt. C. Meijer, JONGE CORNELIS, kapt. H.T. van Slooten en CARTOR EN POLLUX, van Petersburg; DE GOEDE GEZELSCHAP, kapt. H.J. Langherichs, PROVIDENTIA, kapt. T. Dillwitz, VENUS, kapt. B. Ellingsen en GEZINA, kapt. M.N. Huizing, van Riga; ANNA CATHARINA, kapt. J.C. Memer, ANNA SOPHIA, kapt. E.A. Bock, VIER GEBROEDERS, kapt. A.A. Douwes en VROUW TRIJNTJE, kapt. P.G. Carst, van Koningsbergen; NOORD-HOLLAND, kapt. J.S. Rotgans, van Dantzig; ANNA REBECCA, kapt. B. Molenaar; WILHELMUS EN JEANNE, kapt. R. Anker.
Algemeen Handelblad 21 juni 1831114
Texel, 17 juni. Binnengekomen: HENRIËTTE, kapt. J.E. Schneebeke, van Suriname; SANTA EUFONIA, kapt. Hararan, van Bilbao; ISIS, kapt. De Vries, van Riga, ligt in quarantaine; EMANUEL, kapt. Evensen, van Drammen.
18 juni. DE NEDERLANDEN, kapt. Arie Jansen Struyk, van Batavia; MINERVA, kapt. Ahlers, van Batavia; MARIA EN JACOBA, kapt. S. van Duijn, van Curaçao; EMBLEM, kapt. R. Heggen, van New York; DE VREDE, kapt. Meijer, van Londen; DE VIER GEBROEDERS, kapt. A.P. Schoonhoven, van Londen; het schip HARVEST, kapt. J. Eldred, van Mantanzas, is van quarantaine ontslagen…..
Algemeen Handelsblad 12 juli 1831114
…..Texel, 8 juli. ….
….10 juli. AURORA, kapt. Kukens, naar St. Jago de Cuba; DE VROUW GELIDA, kapt. Louwerens, naar Londen; DE VREDE, kapt. Meijer, naar Londen; TORTOLA, kapt. Anderson, naar Sunderland; ST. PETER, kapt. Grenstrom, naar Archangel.
Algemeen Handelsblad 13 september 1831114
Texel, 9 september. Binnengekomen: DE VREDE, kapt. C. Meijer, van Londen; CORNELIA, kapt. H.Y. Zwaga, van Londen; SURINAME, kapt. W. Landzaat, (naar Batavia) terug uit zee met schade wegens aanzeiling. ….
Algemeen Handelsblad 04 oktober 1831114
Texel, 30 september. Binnengekomen: ….
…..1 oktober. WIGERDINA, kapt. W.J. Stuit, naar Marseille; HOOP, kapt. G. Nieuwland, naar Londen; DE VREDE, kapt. C. Meijer, naar Londen.
Rotterdamsche Courant 18 december 1832114
Rotterdam, 17 december. Het schip ATALANTA, kapt. C. Meijer, van Suriname naar Amsterdam, door een loodsboot te Scilly opgebracht, is van daar door een Engelse gouvernementsstoomboot naar Plymouth gesleept en den 8 dezer aldaar aangekomen. Volgens brieven van Londen van den 11 dito zou dit schip vrijgegeven zijn en ten spoedigste de reis voortzetten.
Rotterdamsche Courant 05 januari 1833114
Rotterdam, 2 januari. Het schip ATALANTA, kapt. C. Meyer, van Suriname naar Amsterdam, te Plymouth opgebracht, is, volgens brief van Londen van de 28e december, vrijgegeven geworden.
Rotterdamsche Courant 13 juni 1833114
Rotterdam, 12 juni. ….
….Van Vlissingen meldt men, dat de 5e dezer aldaar door de stoomboot HERCULES masteloos in het dok gebracht is het koopvaardijschip van ouds genaamd DE VREDE, van Dordrecht.
Algemeen Handelsblad 12oktober 1833114
Advertentie. Schepen in lading…..
….Naar Nederlandse koloniën:
…..Suriname. Het nieuw vertimmerd gekoperd tweedeks fregat ATALANTA, kapt. C. Meyer, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher…..
Algemeen Handelsblad 04 februari 1834114
…..Texel, 2 februari. JOHANNA, kapt. R. Maalsteed, DE GEZUSTERS, kapt. J. Ingerman en CHRISTINA BERNARDINA, kapt. J.A. Strup, naar Batavia; CLARA HENRIETTA, kapt. H. Blokziel, naar Batavia en St. George d’Elmina; SOPHIA CECILIA, kapt. B.F. Ipsen, HARMONIE, kapt. D. Spreeuw, JONGE WILLEM, kapt. G. van Medevoort; SARA ANNA CORNELIA, kapt. H.K. Dykhuis; HENDRIKA, kapt. K.B. de Weerd, GEBROEDERS, kapt. P.C. Sorgdrager en ATALANTA, kapt. C. Meyer, alle zeven naar Suriname; CATHARINA, kapt. J. Wessels, naar Buenos Ayros; NEPTUNUS, kapt. P.L. Peters, naar St. Thomas; MERCURIUS, kapt. J.C.R. Fonck, naar Port a Port; VREDE, kapt. R.W. Vos en ANNAGINA, kapt. E.P. v.d. Wyk, naar Nantes; GOED BESLUIT, kapt. H.W. Drent en WIGERDINA, kapt. W.J. Stuit, naar Marseille; WELDAAD, kapt. B.E. Boll, naar Bayonne; ANNA MARIA, kapt. P.N. Seplin; BEURS VAN AMSTERDAM, kapt. W.B. Bakker en VENUS, kapt. H.C. Bock, alle drie naar Cette; DE ACHT GEBROEDERS, kapt. J.B. Bossinga, naar La Rochelle; HARMONIE, kapt. H. Deddes; ALIDA, kapt. A.F. Dedeles, ANTONIUS, kapt. E Speelman; ZES GEBROEDERS, kapt. J.E. Drent; JEREMIAS, kapt. S. Stellingwerf en HELDINA, kapt. J. Hensen, alle zes naar Bordeaux; LOUISA, kapt. J.C. Jens en JULIE, kapt. S. Schildwagt, beide op avontuur.
Nieuwe Surinaamsche Courant 18 april 1834114
Te Paramaribo liggen in lading naar Amsterdam:
-
het kofschip HENDRIKA, kapt. Klaas B. de Weerd, sluit 25 april. Adres bij Gebr. Reijns.
-
het nieuw vertimmerd gekoperd tweedeks barkschip ATALANTA, kapt. C. Meijer, sluit 5 mei. Adres bij Gebr. Reijns…..
Algemeen Handelsblad 21 mei 1834114
Binnengekomen:….
….Suriname, 27 maart. JONGE WILLEM, kapt. G. van Medevoort, HENDRIKA, kapt. K.B. de Weerd; DE FAAM, kapt. J. Andresen en ATALANTA, kapt. C. Meijer, alle van Amsterdam ….
Rotterdamsche Courant 26 juni 1834114
Rotterdam, 25 juni. De schepen ATALANTA, kapt. C. Meyer, DE GAAM, kapt. J. Andresen en DE JONGE WILLEM, kapt. G. van Medevoort, zouden de 10e mei van Suriname naar Amsterdam vertrekken.
Algemeen Handelsblad 11 juli 1834114
Binnengekomen:
Texel, 9 juli. DE PLANTER, kapt. C.L. Adboll, van Demerary; ATALANTA, kapt. C. Meyer, DE VRIENDSCHAP, kapt. B.H. dekker, van Rouaan…..
Algemeen Handelsblad 09 maart 1835114
Texel, 6 maart. ATALANTA, kapt. C. Meyer, van Suriname…..
Algemeen Handelsblad 09 maart 1835114
Carga-lijsten Amsterdam: ATALANTA, kapt. C. Meijer, van Suriname met suiker, katoen en hout.
Algemeen Handeslblad 21 maart 1835114
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. het gekoperd tweedeks fregatschip ATALANTA, kapt. Casper Meyer, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher…..
Algemeen Handeslblad 02 april 1835114
Advertentie. Schepen in lading.
Naar Nederlandse koloniën:
Suriname. het gekoperd schoener-kofschip EDAMS WELVAREN, kapt. Klaas Spiegelberg, van Amsterdam. Adres bij Hoyman en Schuurman. Sluit 4 april.
Suriname. Het gekoperd tweedeks fregatschip ATALANTA, kapt. Casper Meyer, van Amsterdam. Adres bij B.D. Bosscher. Sluit 6 april…..
Algemeen Handelsblad 21 april 1835114
….Uitgezeild:
Texel, 19 april. PETRUS, kapt. F.H. Trip, naar Batavia; ATALANTA, kapt. C. Meyer, naar Suriname; HERSTELLER, kapt. C. van der Wind, naar Rio-Janeiro; JONGE JAN, kapt. T.J.D. Wal en MEDEMBLIK, kapt. J. Grey, naar Londen…..
Algemeen Handelsblad 20 oktober 1835114
Binnengekomen:….
….Uitgezeild:
Texel, 17 oktober. DRIE GEBROEDERS, kapt. S.Y. Parma, naar Batavia; HENDRIKA, kapt. K.B. de Weerd, JONGE CORNELIS, kapt. K.T. van Sloten en ATALANTA, kapt. C. Meyer, alle drie naar Suriname; NEERLANDS TROUW, kapt. B.J. de Groot, naar Bordeaux; VOLHARDING, kapt. W. Leeuwrik, naar Triëst; HOOP, kapt. S. Koorn, naar Drammen; METTINA JOHANNA, kapt. H.H. Koster, naar Newport; FRAUKE KNELSINA, kapt. R.R. de Jonge en HARMANUS WIARDI, kapt. H.A. Post, naar Cardiff; GEZINA, kapt. R.T. Taay, naar Liverpool; JOHANNA GEBIENA, kapt. R.H. Nagel, naar Newcastle; WILHELMINA HENDRIKA, kapt. D.D. de Jong, naar Hull; VROUW MARGARERTHA, kapt. B.R. Berg, naar Bordeaux.
Algemeen Handelsblad 17 februari 1836114
Scheepstijdingen:
Van Suriname zouden vertrekken de 21e december de schepen DE JONGE ARIE, kapt. L. Hus, naar Rotterdam en JEANETTE, kapt. T. Bodeman Hzn., de 29e dito de schepen DE NEDERLANDER, kapt. C. Höfker en PARAMARIBO, kapt. J.C. Töpper en de 31e dito het schip ELIZABETH CORNELIA, kapt. J.D. Diets, de vier laatste naar Amsterdam.
Voorts lagen aldaar nog in lading de schepen DE SNELHEID, kapt. C. Wessels; SOPHIA MARIA, kapt. J. Andresen; LA LIBERTÉ, kapt. W. Trip; DE JONGE WILLEM, kapt. G. van Medevoort; DE DAGERAAD, kapt. R.C Stada; ATALANTA, kapt. C. Meyer; HENDRIKA, kapt. K.B. de Weerd; DE EENSGEZINDHEID, kapt. P.T. Kuiper; HET VERTROUWEN, kapt. C. Zaal; HENRIETTE. Kapt. J.C. Willems; NICOLAAS WITSEN, kapt. F. Lange; DE JONGE BAREND, kapt. B.R. van Wyk; DE JONGE CORNELIS, kapt. H.T. van Slooten; SOPHIA CECILIA, kapt. B.F. Ipsen en DE HARMONIE, kapt. A. van der Meyden, alle vijftien naar Amsterdam.
Algemeen Handelsblad 18 maart 1836114
Carga-lijsten Amsterdam: ZEEMANSHOOP, kapt. J.A. Witsen, van Soerabaya met koffie, suiker en bindrottingen; ATALANTA, kapt. C. Meyer, van Suriname met suiker, katoen, ossenhuiden en katoen; HILCHINA GEERDINA, kapt. L. Roelfsema, van Londen met verfhout, wijn, rum, ijzer, amandelen, lood, koopm., ijzerwerk, kalk en tapijten.
Rotterdamsche Courant 28 mei 1836114
Rotterdam, 27 mei. Kapt. P. Kraay heeft, behalve de reeds in zijn vroeger rapport vermelde (opm. zie AH 210536) nog de volgende schepen gepraaid, als: de 3e april, op 4º NB 22º WL, het schip PAULINE, kapt. L.M. Hoffman, van Passaroeang en Batavia naar Middelburg; de 15e dito, op de hoogte van Wight, de schepen JACOB CATS, kapt. J. Ingerman, van Batavia naar Dordrecht en ANNA MARIA CATARINA, kapt. W.D. Kleininga, van Liverpool naar Harlingen; de 16e dito, op de hoogte van Bevesier, de kof DE VROUW NEELTJE, kapt. K. Parrel, van …. naar …..; de 18e dito, op de hoogte van Douvres, het schip ATALANTA, kapt. C. Meyer, van Amsterdam naar Suriname en de 21e dito, op de hoogte van de Hoek van Holland, het schip PHOENIX, kapt. J.C. Töpper, van Amsterdam naar Suriname.
Algemeen Handelsblad 07 november 1836114
Binnengekomen:
Texel, 4 november. ATALANTA, kapt. C. Meyer, van Suriname; CORNELIUS DASSE VIËTOR, kapt. H. Bosker, van Bahia; WILHELMINA HENDRICA, kapt. D.D. de Jong, van Hull.
Texel, 5 november. NEÉRLANDS WELVAREN, kapt. O. Hansse van Malaga.
Zeepost 01 januari 1839 – 276114
Schepen in lading (opm: te Amsterdam) naar:…
….Suriname: het gekoperd tweedeks barkschip CLASINA ADRIANA, kapt. A.P. Havinga, van Amsterdam (Westerdok). Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
Idem: het Nederlands gezinkt schoener-kofschip ANTONIA, kapt. E. Speelman, van Amsterdam (Westerdok). Adres bij Hoyman & Schuurman.
Idem: het tweedeks barkschip EENSGEZINDHEID, kapt. C. Meyer, van Amsterdam (Oosterdok). Adres bij B.D. Bosscher…..
Zeepost 01 februari 1839 – 303114
Schepen in lading naar:….
....Suriname: het tweedeks barkschip EENSGEZINDHEID, kapt. C. Meijer, van Amsterdam (Oosterdok). Adres bij B.D. Bosscher…
Zeepost 24 juni 1839 – 424114
Kapt. Tjebbes, van Suriname in Texel binnen, rapporteert, dat de 15e mei van daar naar Amsterdam zou vertrekken de schepen: CLASINA ADRIANA, kapt. Havinga en de EENSGEZINDHEID, kapt. Meijer; nog meldt kapt. Tjebbes de 18e juni op de hoogte van Plymouth gepraaid te hebben het schip WILHELMINA MARIA, kapt. Atkes, van Amsterdam naar Suriname.
Zeepost 01 augustus 1839 – 457114
Schepen in lading naar:….
….Suriname: het gekoperd tweedeks barkschip MERCURIUS, kapt. C. Wessel, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij B.D. Bosscher.
Idem: het gezinkt schoener kofschip DE ZEEVAART, kapt. K.J. Haasnoot, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij Hoyman & Schuurman.
Idem: het gekoperd tweedeks fregatschip JONGE LODEWIJK ANTHONIE, kapt. R. Tjebbes, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
Idem: het gekoperd tweedeks fregatschip NOORD HOLLAND, kapt. H.K. Ruyl, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij Hoyman & Schuurman.
Idem: het gekoperd tweedeks barkschip CLASINA ADRIANA, kapt. A.P. Havinga, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
Idem: het schoener kofschip JACOBA, kapt. A.K. de Groot (Oosterdok) Adres bij Hoyman & Schuurman.
Idem: het Nederlands gezinkt schoener kofschip ANTHONIA, kapt. E. Speelman, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij Hoyman & Schuurman.
Idem: het nieuw gekoperd tweedeks barkschip DE EENSGEZINDHEID, kapt. C. Meyer, van Amsterdam (Oosterdok) Adres bij B.D. Bosscher…..
Zeepost 02 september 1839 – 484114
Schepen in lading naar:….
….Suriname: het gekoperd tweedeks barkschip CLASINA ADRIANA, kapt. S. Nielsen, van Amsterdam. (Westerdok) Adres bij Hoyman & Schuurman en E. Windhouwer.
Idem: het nieuw gekoperd tweedeks barkschip de EENSGEZINDHEID, kapt. C. Meyer, van Amsterdam. (Oosterdok) Adres bij B.D. Bosscher…..
Zeepost 23 juli 1840 114
Te Amsterdam zijn heden gearriveerd de schepen EENSGEZINDHEID, kapt. C. Meijer, van Suriname met suiker en katoen, liggende in het Oosterdok, en ANNA, kapt. S.B. de Jong, van Alicante met zout en stukgoed, mede liggende in het Oosterdok, en zijn vertrokken de schepen HELENA, kapt. W. Blom, naar Batavia, de JONGE WILLEM, kapt. G. van Meedevoort, naar Suriname, en YORK, kapt. C.M. Morell, naar New Orleans.
Algemeen Handelsblad 18 februari 1841114
Carga-lijsten Amsterdam: EENSGEZINDHEID, kapt. C. Meijer, van Suriname met suiker, katoen, cacao en rum.
Algemeen Handelsblad 30 juli 1841114
Carga-lijsten Amsterdam: EENSGEZINDHEID, kapt C. Meyer, van Suriname met suiker, katoen, cacao en rum.
Algemeen Handelsblad 21 augustus 1844114
Advertentie van verkoop op 9 september 1844 te Amsterdam het gekoperd barkschip EENSGEZINDHEID, gevoerd door kapt. C. Meijer. Volgens Nederlandse meetbrief lang 27,35 el, wijd 5,7 el, hol 4,53 el, alzo gemeten op 279 ton of 148 last.
Amsterdamsche Courant 09 september 1844114
Advertentie. B.D. Bosscher, makelaar, zal op heden de 9e september 1844, des avonds ten 6 ure, te Amsterdam, in de Nieuwe Stads-Herberg, aan het IJ, ten overstaan van een bevoegde beambte verkopen: een extra ordinair welbezeild en gekoperd barkschip, genaamd EENSGEZINDHEID, gevoerd door kapt. C. Meijer, volgens Nederlandsche meetbrief lang 27 ellen 35 duimen, wijd 5 ellen 7 duimen, hol 4 ellen 53 duimen, en alzo gemeten op 259 tonnen of 148 lasten. Breder bij inventaris en bij gemelde makelaar.
Amsterdamsche Courant 11 september 1844114
Prijzen der schepen, geveild op 9 september in de Nieuwe Stads-Herberg:
Het gekoperd barkschip EENSGEZINDHEID, kapt. C. Meijer, NLG 6750, in slag NLG 140, opgehouden.
Algemeen Handelsblad 15 oktober 1845114
Amsterdam, 14 oktober. Volgens bericht van Suriname zouden vandaar vertrekken het schip ANTONIA EN EUGENIA, kapt. Meijer, de 31 augustus en het schip de GOEDE VREDE, kapt. Zaal, de 5e september, beide naar Amsterdam.
NRC 17 maart 1849114
Amsterdam, 16 maart. Volgens brief uit Suriname van de 30e januari zouden binnen twee à drie dagen van daar herwaarts vertrekken de schepen NICOLAAS WITSEN, kapt. Lange, ANNA EN MARIA, kapt. Steenveld en ANTONIA EN EUGENIE, kapt. Meijer