Carthagena, 29 januari. Het Nederlandse schip CERES, kapt. Dojes, van Amsterdam naar Napels bestemd, is door een bark aangezeild en hier binnengelopen om de schade te herstellen.

Nogmaals ontlenen wij uit een heden ontvangen schrijven van een kapitein uit Galatz d.d. 1 mei het volgende:
Het laden om uit te voeren had de 19e maart te Galatz geheel opgehouden. Alle schepen lagen de afloop hunner ligdagen af te wachten, toen er de 27e april verlof gegeven werd gedurende een week te laden en de doodse stilte nu eensklaps weder werd vervangen door leven en beweging. Nederlandse schepen waren er te Galatz zes, die tijdens het schrijven van de brief alle beladen waren, n.l. de ANTJE SLEESWIJK, kapt. L. de Jong, GEZINA JANTINA, kapt. Pronk, HILLECHIENA, kapt. S. Hooghout, CERES, kapt. P.R. Doijes, MEVROUW WINKEL, kapt. J.J. van der Veen, en ETTJE BERG, kapt. H. Post.

Advertentie. Uit de hand te koop het sterk gebouwde schoenerkofschip CERES, laatstelijk gevoerd door kapt. Huizinga, groot 112 ton of pl.m 80 roggelasten, met complete inventaris. Geklassificeerd bij Veritas 6/5 G 1.1., liggende aan de werf het Schaapje te Amsterdam. Te bevragen bij J. Hesselink Az. te Groningen en J.N. Dusseldorp te Usquert.

Elseneur, 19 april. De volgende wegens tegenwind alhier geankerde schepen hebben hedenmorgen hunne reizen voortgezet als GEERT, kapt. Mooi, TWEELINGEN, kapt.Middel, DELIA, kapt. Huisman, OLDAMBT. Kapt. Kamminga, AFIEN SMIT, kapt. Horning, AFIEN SMIT, GEERTRUIDA SPEELMAN, kapt. Speelman, GESINA DOROTHEA, kapt. De Boer, AURORA, kapt. De Jonge, PROVINCIE OVERIJSSEL, kapt. Gruppelaar, ALBERDINA, kapt. Wolkammer, ALIDA, uit Veendam. No 91 uit Delfzijl en tjalk No. 5 uit Wildervank.

Cuxhaven, 29 oktober. Het Nederlandse kofschip ALBERDINA, kapt. A.A. Wolkammer, van Noorwegen naar Delfzijl bestemd, is hier binnengelopen.