|
Droogdok Maatschappij ‘Tandjong Priok’. In het verslag over 1913 zegt de directie van de Droogdok Maatschappij “Tandjong Priok", alhier, dat er het afgelopen jaar ruim voldoende werk was aan de inrichtingen te Tandjong Priok, doch het gebrek aan geschikt werkvolk deed zich nog steeds gevoelen, zodat men verplicht was een groter aantal Chinese werklieden in dienst te nemen dan tot dusverre gebruikelijk was. Het aantal werklieden - inclusief koelies - steeg tot het hoogste cijfer dat tot dusverre bereikt werd, nl. 950, tegenover 840 in 1912. In 1913 werden 116 dokkingen uitgevoerd met 338 dok dagen, tegenover 101 dokkingen met 328 dok dagen in 1912. De sleephelling was gedurende 215 dagen bezet, tegenover 257 dagen in 1912; deze inrichting blijft goed voldoen en stelt in staat meer langdurige reparaties uit te voeren, die anders het dok te zeer in beslag zouden nemen. Van het dok werden wederom 9 pontons verwisseld en op de gewone manier geschilderd en onderhouden. De voornaamste werken bestonden in min of meer belangrijke reparaties aan de stoomschepen REYNIERSZ, REAEL, VAN RIEBEECK, VAN DIEMEN, VAN OUTHOORN, BANTAM en BIAK van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij, aan de stoomschepen BRAK en ORION van de Indische Marine en aan het stoomschip GRETHE van het departement van de B.O.W. De levering van materieel aan particulieren en anderen wordt een belangrijk onderdeel van het bedrijf. In 1913 werden geleverd 5 prauwen en enige baggervaartuigen werden in elkaar gezet en geklonken. Op 31 december ll. waren afgeleverd of onderhanden 22 motorboten van verschillende afmetingen, waarvan 3 in Nederland gebouwd werden en in haar geheel werden uitgezonden. In Nederland gebouwd en stoomklaar uitgezonden werd voorts 1 sleepboot, terwijl op 31 december nog in bestelling was 1 ijzeren entrepotloods, 1 sleepboot, 2 prauwen en 6 klepschouwen, welke laatsten, in platen en spanten uitgezonden, in Indië in elkaar gezet en geklonken werden. De directie gaat steeds voort, nieuwe werktuigen en gereedschappen uit te zenden, Deels ter vervanging van oude en deels ter tegemoetkoming aan de steeds zwaardere eisen die aan het bedrijf worden gesteld. Het saldo van de exploitatierekening bedraagt NLG114.373, (v.j. NLG 112.154), gevende met het saldo a°.p°. en interest een totaal van NLG 123.398 (NLG 123.260). Gelijk reeds gemeld, wordt hiervan wederom 15 pct. dividend en NLG 97,29 (NLG 97,15) per oprichtersbewijs uitgekeerd. Op nieuwe rekening gaat NLG 581 over.
|