Inloggen
PRINCENHAGE VI - ID 5269


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1918-04-05 / 1921-06-03 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)
Onder Nederlandse Vlag tussen:1923-03-07 / 1935-09-25

Identification Data

Bouwjaar: 1918
Classification Register: Germanischer Lloyd (GL)
Nat. Official Number: 10883 ROTT 1918
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Aux. Sailing Vessel
Type: Schoener
Masten: Two masts
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Scheveningsche Scheepsbouw Maatschappij, Scheveningen, Zuid-Holland, Netherlands
Werfnummer: 19
Launch Date: 1918-03-00
Delivery Date: 1918-04-05
Technical Data

Engine Manufacturer: Machinefabriek Steyaard & Jannette Walen, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 2
Power: 90
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Steywal-gloeikop, 13-13 1/2
Speed in knots: 5
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 211.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 165.00 Net tonnage
Deadweight: 300.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 16000 Cubic Feet
 
Length 1: 32.78 Meters Length overall (Loa)
Length 2: 29.54 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 6.89 Meters Breadth, moulded
Depth: 3.25 Meters Depth, moulded
Draught: 2.71 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-00-1928
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: Omvangrijk verbouwd tot motorschip bij Scheepswerf J. Vos te Groningen en een nieuwe hoofdmotor: 4tew 3 cil 150 Pk Deutz.

Ship History Data

Date/Name Ship 1918-04-05 PRINCENHAGE VI
Manager: Cornelis Iepe Dijkhuis, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: N.V. Stoomvaart-Maatschappij 'Princenhage', Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands
Callsign: PQNS

Date/Name Ship 1921-06-03 SOYUS
Manager: D.E. Durham, London, Great Britain
Eigenaar: Russian Co-operative Transport Union Ltd, London, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Great Britain

Date/Name Ship 1922-11-24 SOYUS
Manager: E.A. Smith, London, Great Britain
Eigenaar: Russian Co-operative Transport Union Ltd, London, Great Britain
Shareholder:
Homeport / Flag: London / Great Britain

Date/Name Ship 1923-03-07 FORTUNA
Manager: Derk Cornelis Mühring, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Derk Cornelis Mühring, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1924-04-12 ZEEHOND
Manager: Roelof Jan Kajuiter, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Roelof Jan Kajuiter, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: QCWL

Date/Name Ship 1928-09-13 POOLSTER
Manager: Roelof Jan Kajuiter, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Roelof Jan Kajuiter, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PQKN
Additional info: 1934 callsign PGUU

Ship Events Data

1918-03-22: Algemeen Handelsblad 22-03-1918: De nieuwgebouwde stalen 2/m motorschoenerschip „PRINCENHAGE VI" van de N. V. Stoomv. Mij. "Princenhage" te Rotterdam, heeft met goed gevolg proefgestoomd. Er werd een vaartsnelheid bereikt van ruim 6 3/4 mijl.
1919-10-16: Onderweg naar Hammerfest gestrand op de kust bij Vardo en als verloren beschouwd. Mei 1920 vlotgetrokken en weer in de vaart
1919-10-18: Het Volk 18-10-1919: De Nederlandsche motorschoener „PRINCENHAGE VI" vergaan. Volgens een bij de rederij alhier ontvangen telegram uit Vardö is de Nederlandsche motorschoener "Princenhage VI" bij het vertrek van Vardö (Noorwegen) gestrand en als verloren te beschouwen. De bemanning is gered en te Vardö geland. De "Princenhage Vl' was 211 bruto en 165 netto tons groot, in 1918 gebouwd en behoorde aan de Stoomvaart Mij. Princenhage te Rotterdam. Het schip was dezer dagen naar Prankrijk verkocht maar nog niet afgeleverd.
1919-10-22: Rotterdamsch Nieuwsblad 29-10-1919: Vardo, 22 Oct. De berging van het stoomschip "PRINCENHAGE VI" (reeds meer gemeld) is onmogelijk gebleken. Een bergingstoomer is onmiddellijk na de stranding ter assistentie vertrokken. De bodem van het schip was echter teveel opengereten om nog iets voor berging te kunnen doen. De kleine inventaris werd geborgen.
1920-03-13: De Telegraaf 13-03-1920: Onzeewaardige schepen. De Raad voor de Scheepvaart deed heden uitspraak betreffende de stranding van het mctorzeilschip „PRINCENHAGE VI". De Raad is van oordeel, dat de ramp is veroorzaakt doordien op een gevaarlijke plaats dicht bij de rotsen de motor onklaar werd en het schip, dat als zeilschip ondeugdelijk was, niet, al kruisend, zich van de rotsen kon verwijderen zoodat het noodzakelijk ten gevolge van wind en deining daarop moest drijven. Wat de oorzaak van het onklaar worden van den motor betreft is deze niet met eenige zekerheid aan te wijzen. Niet waarschijnlijk is het, dat de 5 Eng. duim dikke as is kromgestooten. Intusschen blijkt weer uit deze ramp, hetgeen de Raad reeds zoo herhaaldelijk heeft gezegd, dat motorzeilschepen van het type als het onderhavige met een platten bodem zonder noemenswaardige lichting onzeevaardige en ondeugdelijke schepen zijn. Omdat het niet mogelijk is met dergelijke schepen, althans bij tegenwind, te zeilen en men geheel is aangewezen op den motor die allicht, en ook op kritieke oogenblikken, kan haperen. Een motorzeilschip behoort, de eigenschappen van een goed zeilschip te bezitten.
1921-09-21: Rotterdamsch Nieuwsblad 23-09-1921: NITON (draadloos), 21 Sept. Het ss Baberton seint, dat het Eng. Ss Soyus (ex Princenhage VI) op 50 graden 30 min. N.br. en 1 gr. 15 min. W.L. ronddrijft met gebroken machine. Het zet de reis zeilende voort.
1928-09-17: Op 17-09-1928 als POOLSTER, zijnde een motorschoener, groot 632.93 m3, liggende te Groningen, door D. Loorbach, scheepsmeter te Groningen, ten verzoeke van Roelof Jan Kajuiter, schipper te Groningen, van een nieuw brandmerk voorzien door het inbeitelen van 3494 Z ROTT 1928 op 't achterschip achter boven op vast boord, boven het roer. (Opm.: Brandmerk 10883 ROTT 1918 niet meer aanwezig bevonden.)
1935-09-25: Final Fate:
In ballast onderweg van Southampton (23 september vertrokken) naar Groningen tijdens een hevige storm op de Westerems vergaan. Alle vijf bemanningsleden kwamen om, waaronder de gezagvoerder en zijn zoon.
De Banier 27.09.1935: De „POOLSTER” vergaan in de Wester Eems. Vijf jonge menschen in de golven omgekomen. De storm van eergisteren heeft in de Wester-Eems een vreeselijke ramp veroorzaakt. Daar is de schoener „Poolster" vergaan en de vijf opvarenden, allen jonge menschen, zijn jammerlijk in de golven omgekomen. Het schip was het eigendom van den Groninger oud-zeeman R. J. Kajuiter, wiens zoon de kapitein er van was. Aan de berichten die ons over de ontdekking van de ramp bereikten ontleenen wij het volgende: De kustwacht te Rottumeroog heeft gisterochtend aan het reddingstation te Oostmahorn gerapporteerd, dat zij in de Wester-Eems, ter hoogte van ton W. F een stuk van een mast en een laadboom met gaffel boven water heeft zien uitsteken, terwijl voorts veel wrakhout in de nabijheid van genoemde plek ronddrijft. Het materiaal maakt den indruk, dat het gezonken vaartuig een betrekkelijk nieuw schip moet zijn geweest. Waarschijnlijk heeft men hier te doen met een motorscheepje met hulpzeil, dat in den vorigen nacht ter plaatse met man en muis moet zijn vergaan. Aangezien van het gebeurde niets is bemerkt, terwijl de kustwacht voortdurend op haar post is geweest, neemt men aan, dat de scheepsramp zich in zeer korten tijd heeft afgespeeld. Gistermiddag is op het strand van Schiermonnikoog een wit-geschilderde vlaggestok aangespoeld welke waarschijnlijk van het gezonken schip afkomstig is. Op het eiland worden thans verdere nasporingen gedaan naar andere voorwerpen, welke eventueel aan land zijn gespoeld, alsmede naar de lijken van de opvarenden. De motorreddingboot Insulinde van de N.Z.H. Redding-Mij., onder commando van schipper Toxopeus, is gistermiddag, toen het bericht ontvangen werd, naar de plek van de ramp vertrokken. Verder stelt de reddingboot een onderzoek in naar een tweede wrak, dat door de kustwacht te Rottumeroog is gesignaleerd. Men heeft namelijk van het eiland af en drijvend wrak waargenomen, in welks nabijheid zich een groote sleepboot bevond. In den mast kon men iets zwarts zien en men uitte de veronderstelling, dat dit menschen zouden kunnen zijn. In den namiddag bevond het wrak zich in N.N.-Oostelijke richting van Rottumeroog. De Insulinde seinde van Borkumeroog, dat men niets meer van het wrak heeft kunnen vinden. Men veronderstelde toen, dat het wrak, dat zich nagenoeg geheel onder water bevond, door een Duitsche sleepboot inmiddels de Ooster-Eems zou zijn opgevaren. Nader seint men ons: Gisteravond te tien uur is de motorreddingboot Insulinde in de haven te Oostmahorn teruggekeerd. Schipper Toxopeus kon niets anders rapporteeren, dan dat van het drijvende wrak niets kon worden ontdekt, zoodat, zooals reeds gemeld, moet worden aangenomen, dat het inmiddels is weggesleept. Op de Wester- Eems heeft men het wrak van het kleine scheepje aangetroffen. Nadere berichten melden dat uit de gegevens vrijwel is komen vast staan dat het hier het 223 ton metende motorschip „Poolster" betreft. De „Poolster" is een driemastschoener met een 150 P.K. Deutx-Compressorlooze Dieselmotor. Het schip is in 1917 bij de Scheveningsche scheepsbouwmaatschappij gebouw en had een certificaat van den Germaanschen Lloyd voor de Atlantische vaart. Het schip was alleszins zeewaardig; een vaartuig dat men in deskundige kringen „een goed schip" noemt.

De Eemsbode 01.11.1935: Naar wij vernemen, is op het Duitse eiland Sylt het lijk aangespoeld van de jonge kapitein J. Kajuiter van de vergane motorschoener 'Poolster'. Het stoffelijk overschot zal zeer zeker naar Groningen worden overgebracht.

Schuttevaer 21.12.1935. Het lijk van Teunes Haaima, woonachtig te Oostmahorn, laatstelijk lichtmatroos aan boord van de op 25 Sept. j.l. in een hevige storm voor de Eemsmonding met man en muis verongelukte motorschoener 'Poolster', kapitein Kajuiter te Groningen, is naar thans ontvangen berichten van Berlijn blijkt, op den 20 Oct. J.l. op het Duitse eiland Juist aangedreven en aldaar begraven. Het is aan de kleding door de ouders herkend. Op verzoek der ouders zal het worden opgegraven, waarna de motorreddingboot 'Insulinde' van Oostmahorn derwaarts zal varen teneinde het naar Oostmahorn te vervoeren. Na aankomst zal het dan opnieuw op de begraafplaats te Anjum ter aarde worden besteld.


Gezagvoerders

Datum vanaf: 1935
Kapitein: Kajuiter, J.
Overige informatie: 0

Afbeeldingen


Omschrijving: PRINCENHAGE VI
Collectie: Onbekend
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: POOLSTER
Collectie: Martens, R.G. (Rob)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: POOLSTER
Collectie: Johannes, Leo M.
Vervaardiger: Unknown