Inloggen
ORION - ID 4957


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:0000-00-00 / 0000-00-00

Identification Data

Bouwjaar: 1926
Classification Register: Bureau Veritas (BV)
Nat. Official Number: 11515 GRON 1926
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: General Cargo schip
Type Dek: Flush deck
Masten: One mast
Rig: 2 derricks
Material Hull: Steel
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: N.V. Noord-Nederlandsche Scheepswerven, Groningen, Groningen, Netherlands
Werfnummer: 28
Launch Date: 1925-12-30
Delivery Date: 1926-04-15
Technical Data

Engine Manufacturer: N.V. Machinefabriek 'Bolnes' v/h J.H. van Cappellen, Bolnes, Zuid-Holland, Netherlands
Motor Type: Motor, Oil, 2-stroke single-acting
Number of Cylinders: 2
Power: 110
Power Unit: BHP (APK, RPK)
Eng. additional info: Bolnes ruwoliemotor Type (360x370)
Speed in knots: 6.50
Number of screws: 1
 
Gross Tonnage: 158.00 Gross tonnage
Net Tonnage: 99.00 Net tonnage
Deadweight: 210.00 tonnes deadweight (1000 kg)
Grain: 10241 Cubic Feet
Bale: 9600 Cubic Feet
 
Length 2: 30.09 Meters Length between perpendiculars (Lbp)
Beam: 6.10 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.36 Meters Depth, moulded
Draught: 2.30 Meters Draught, maximum
Configuration Changes

Datum 00-01-1936
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: De Bolnes gloeikopmotor werd verdieseld (omgebouwd tot injectiemotor). 2-cyl. 2 t Bolnes Diesel, 110 rpk, 6 mijl. De Telegraaf 10-01-1936: Scheepsbouw.
Krimpen a. d. Lek. 10 Jan. — Aan de motorenfabriek Bolnes is aangekomen het motorschip ORION, kapitein A. Rozinga te Groningen. De gloeikopmotor van dit schip moet omgebouwd worden in een Dieselmotor van 110 P.K.

Datum 00-00-1954
Type: Propulsion/engine changed
Omschrijving: Nieuwe hoofdmotor: 4tew 4 cil 133 Pk MWM nr. 2807/2810 Type Benz RH 230V (215x300) 6,5 Kn. 500 rpm.

Ship History Data

Date/Name Ship 1926-04-15 ORION
Manager: N.V. Wijnne & Barends' Cargadoors- en Agentuurkantoren, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Andries Rozinga, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PNMG
Additional info: 1934 Hansweert and call sign PGPC

Date/Name Ship 1949-06-24 ORION
Manager: N.V. Wijnne & Barends' Cargadoors- en Agentuurkantoren, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Hendrik Hein Rozinga, Hansweert, Zeeland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Hansweert / Netherlands
Callsign: PGPC

Date/Name Ship 1955-12-15 WUTA
Manager: N.V. Wijnne & Barends' Cargadoors- en Agentuurkantoren, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Meerten Pott, Delfzijl, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Delfzijl / Netherlands
Callsign: PIRZ

Date/Name Ship 1968-08-00 WUTA
Manager: Abdurasul Haji Jooma, Dar es Salaam, Tanzania
Eigenaar: Abdurasul Haji Jooma, Dar es Salaam, Tanzania
Shareholder:
Homeport / Flag: Dar es Salaam / Tanzania

Ship Events Data

1926-03-23: Dagregister deel 25 nummer 151, den drie en twintigsten Maart 1900 zes en twintig. Bouwbrief. De ondergeteekende N.V. Noord Ned. Scheepswerven te Groningen, verklaart hiermede voor rekening van schipper Andries Rozinga te Groningen in het jaar negentienhonderd zesentwintig te hebben volbouwd en nieuw van de werf te water gebracht : Een stalen motorschip volgens meetbrief voor zeeschepen No. 2515 gemeten op netto tweehonderd een en tachtig en vier en twintig honderdste (281,24) kubieke meter, genaamd “Orion” welk schip dus in eigendom behoort aan A. Rozinga voornoemd. Groningen, den 19 Maart 1926 N.V. Noord. Ned. Scheepswerven H. P. Kuiper. (In de kantlijn staat bijgeschreven 11515 en Blijkens verklaring van den Scheepsmeter te Groningen d.d. 24 Maart 1926 nr. 579 is nevensvermeld vaartuig gebrand met het merk 11515 GRON 1926. In de andere kantlijn staat bijgeschreven Opnieuw geboekt deel I nr. 80.)
1926-04-15: NvhN 16-04-1926: DELFZIJL, 15 April. Heden heeft op de Eems proef gevaren de op de werf van de N. V. Scheepswerf te Groningen nieuw gebouwde motor-kotter ORION, kapitein en eigenaar Rozinga, te Groningen. Deze proefvaart is in alle opzichten goed geslaagd. Met geladen schip werd een snelheid van 7 mijl behaald. Het vaartuig is voorzien van een Bolnes open frontmotor van 110—120 p.k.
1927-01-15: Als ORION, zijnde een stalen motorklipper, groot 446.88 m3, liggende te Vlissingen, door Pieter van Wouwe, scheepsmeter te Vlissingen ten verzoeke van Andries Rozinga, schipper te Gronngen, van brandmerk 80 Z GRON 1927 voorzien door het inbeitelen op de stuurhut op het achterschip aan stuurboordzijde. (Opm.: De brandteekens van vroeger merking zijnde 11515 GRON 1926 zjn vernietigd.)
1939-00-00: De “ORION“ voer de jaren dertig door tot in 1939 de oorlog tussen Engeland en Duitsland uitbrak. Het varen tussen beide gebieden en het veelvuldig toeven op de Noordzee werd door Andries Rozinga als minder prettig en tamelijk uitzichtloos beschouwd. Daardoor werd het schip een tijdje opgelegd in de haven van Hansweert, maar toen ons land op 10 mei 1940 bij de oorlog werd betrokken, werd het ook daar te onveilig om er langer te blijven liggen. In dit haventje trad op 10 mei onmiddellijk het evacuatieplan in werking, waardoor de bewoners op 11 mei Hansweert moeten verlaten, terwijl de daar liggende schepen opdracht kregen om per direct te vertrekken. Andries Rozinga besloot om in de haven van Goes een ligplaats voor zijn schip te zoeken. Op Tweede Pinksterdag (13 mei) kwam het schip daar aan, vond er een ligplaats in de zwaaihaven en werd helemaal zwart geschilderd om zo weinig mogelijk op een zeeschip te lijken. Wat buitenom op een zeeschip zou kunnen wijzen werd verwijderd.
1941-00-00: In 1941 en 1942 zijn nog enkele kleine reizen gemaakt langs de Oosterschelde gelegen havens, maar in 1942 viel het doek. Op 17-04-1943 werd het schip door de Duitsers gevorderd en moest naar Rotterdam worden gebracht. Daar is het toen aan de Duitse autoriteiten overgedragen en in dienst bij de Wasserschutzpolizei 'IJsselmeer' als 'W.Sch.P. 31'. Op 10-07-1945 van Den Helder naar Amsterdam en terug aan de eigenaar.

Franse overval. In de familie Rozinga wordt nog vaak teruggedacht aan die Pinksterdag in mei 1940. Toen men de “ORION” in Goes afmeerde,was de Duitse aanval nog niet gepasseerd. Alom heerste onzekerheid over de dingen die zouden kunnen gaan gebeuren. Op 16 mei was het zover: honderden Duitse vliegtuigen vlogen laag over. De druk op Goes werd haast voelbaar. Ergens ontplofte een bom of wat het ook geweest mocht zijn, maar het schip werd uit het water getild en plofte weer terug. Over en weer hoorde men mitrailleurvuur. Opeens kwam een groep van ongeveer 50 Franse soldaten het haventerrein oprennen. Kennerlijk op de vlucht. Zij sprongen aan boord en door een der openstaande luiken verdwenen ze in het ruim. Een famililid oom Henk stond met een schipperspet op- bij het schip en hij kreeg het bevel met het pistool in de nek-het schip te starten en weg te varen. De trossen werden met geweerkogels losgeschoten. De opeens aanwezige oorlog betrok familie Rozinga op onvermoede wijze in de strijd. Pa Rozinga sprong op een fiets en ging achter zijn schip aan. Enkele uren later was het allemaal weer voorbij. De brug die moest worden gepasseerd nabij Wilhelminadorp was gesloten. De Fransen hadden geen tijd om te wachten. Het schip werd naar de wal gedirigeerd en eenmaal aan de kant sprongen alle Fransen van boord en renden de polder in. De volgende dag heeft men het schip teruggevaren naar de ligplaats in de haven.
1956-04-16: NvhN 16-04-1956: "Verdronken” lichtmatroos ging er met geld van kapitein van door. Zaterdagavond verkeerde de bemanning van de te Harlingen liggende kustvaarder WUTA van de rederij Wijnne en Barends in grote ongerustheid over het lot van de 20-jarige, uit Doetinchem afkomstige lichtmatroos H. R. ter B. Hij was 's middags in Harlingen de wal opgegaan, nadat hij van de kapitein M. Pot enig geld had geleend. Toen hij 's avonds niet aan boord terugkeerde, vreesde men dat hij te water was geraakt en verdronken; het schip was door het laag water namelijk moeilijk te bereiken. Schepelingen van andere coasters hadden hem voorts in gezelschap van twee meisjes op de kade van de Nieuwe Willemshaven gesignaleerd. Later is evenwel gebleken dat deze meisjes de jongeman aan boord hebben gebracht. Hij is vermoedelijk door de hem betoonde aanhankelijkheid overmoedig geworden. De lichtmatroos stapte, zoals het onderzoek heeft uitgewezen, naar de kapiteinshut en nam daar een welgevulde portefeuille weg. Daarop is Ter B. naar Leeuwarden gereisd en heeft 's nachts in de Groene Weide geslapen. Sindsdien is hij spoorloos.
1956-05-05: Leeuwarden Courant 05.05.1956: Even kielhalen....De bemanning van de kustvaarder „WUTA" uit Delfzijl, die in Harlingen lag, vond, dat een jongmaatje wat teveel praats had. Daarom bond men hem een touw aan de voeten en ging hem kielhalen in de Nieuwe Willemshaven. Een matroos van een andere coaster, de „CARIBIA", stond er om te lachen en werd toen maar zonder touw over boord geworpen. Beide drenkelingen brachten het er levend af. De kapitein van de „WUTA" greep in en voorkwam verdere wandaden.
1962-02-00: Tijdens de reis in ballast van Hellevoetsluis naar Middelharnis nabij de Haringvliet brug brak brand uit in het achterschip, daar de bemanning onder kapitein Egbert Kwint en stuurman Henk Pott (zoon van de eigenaar) de brand niet onder controle had, brandde het achterschip volledig uit. De “WUTA” werd naar scheepswerf Vuyk Capelle aan de IJssel gesleept, voor geheel herstel, tevens werd de matrozen verblijf in het voorschip (wat wettelijk verplicht was) naar het achterschip verplaatst. Na plus/min 2 maanden kon de “WUTA” weer zee kiezen.
1962-02-03: Friese courier 03-02-1962: Kustvaarder brandend binnengesleept. Middelharnis (ANP) — De kustvaarder WUTA is om ongeveer kwart over twee brandend binnen gesleept in de rijkshaven van Middelharnis. De plaatselijke brandweer heeft het vuur gedoofd. Persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan. De kustvaarder die leeg van Boston (Eng.) kwam, was op weg naar Middelharnis om daar uien te laden. De brand is vermoedelijk ontstaan in de hut van de stuurman, waar dekens die tegen een kachel lagen in brand zouden zijn geraakt. Deze brand breidde zich zeer snel uit, waarna de uit vier koppen bestaande bemanning naar het voorschip gevlucht is, omdat zich in het achterschip ook drie gasflessen bevonden, waarvan men dacht dat ze zouden exploderen. Eén van de flessen is inderdaad uit elkaar gesprongen. Kort na het uitbreken van de brand is de WUTA voor anker gegaan. Het schip is door de Dockyard 15 de RDM op sleeptouw genomen.
Het Vrije Volk 03-02-1962: Brandende coaster lange tijd in nood. Met een als een lading fakkels brandend achterschip stoomde vrijdagmiddag om half één de Delfzijlse kustvaarder Wuta (178 ton) stuurloos over het Haringvliet. Vijf kilometer voor de haven van bestemming, Middelharnis, rook de 16-jarige kok in zijn kleine kombuis een brandlucht. Hij ging polshoogte nemen en kwam even later schreeuwend de stuurhut binnen: „Schipper! Stuur! We staan in brand!" Door de hitte van de oven had de droge houten wand tussen kombuis en stuurmanshut vlam gevat en in korte tijd had het vuur zich tot de hele hut uitgebreid. Voor aan „blussen” viel te denken loeiden de vlammen omhoog: door de andere bemanningsverblijven, naar de stuurhut en naar de machinekamer. Kapitein E. H. Kwint uit Delfzijl, schoonzoon van eigenaar H. A. Pott uit Delfzijl, kon nog juist via de (pas nieuwe) radio aan Scheveningen-radio een S.0.S.-bericht seinen. Direct daarop dreef de hitte hem naar buiten en werd de radio door de vlammen vernield. Motor stil. Matroos-motordrijver H. van Dijken uit Emmercompascuum was al uit de machinekamer gevlucht, maar omdat de motor nog steeds draaide en het roer niet meer gehanteerd kon worden, waagde hij zich door de rook toch nog een keer naar binnen. Hij slaagde er in de motor stil te zetten. Op het bericht van kapitein Kwint: „S.O.S. - positie nabij Hellevoetsluis — achterschip in brand en zal vermoedelijk uitbranden — pogen Middelharnis te bereiken" stoomden meteen tal van schepen naar de brandende Wuta. Daaronder waren de reddingboot Koningin Wilhelmina uit Stellendam, sleepbootjes en vletten van de Rijkswaterstaat en de Nesturn uit Hellevoetsluis en uit de bouwput in het Haringvliet en zelfs de passagiersboot Dockyard 15. Van het vliegveld Valkenburg steeg een hefschroefvliegtuig op. Voorlopig echter stonden kapitein Kwint en zijn mannen alleen. Stuurman H. A. Pott, van het al 36 jaar oude schip, vertelde later: „De reddingboot konden we niet meer bereiken en het opblaasbare reddingvlot bleek niet te deugen — het vouwde zich niet open. We zijn naar het voorschip gegaan en hebben een anker uitgegooid. We probeerden met de kop op de wind te komen, omdat de wind dan het vuur en de rook niet over het schip blies. Toen we samen voorop stonden ontplofte er iets, een tank of een gasfles. De stukken vlogen in het rond, maar we werden niet geraakt. De te hulp gesnelde schepen waren snel naast de brandende Wuta en enkele brandweerlieden poogden met waterstralen en schuim het vuur te blussen. Dat lukte niet geheel en daarom werd de Wuta (afkorting van Wacht Uw Tijd Af) naar het haventje van Middelharnis gesleept. Om tien over twee liep men er binnen. De brandweer van Middelharnis stond op de kade al gereed met zoveel mogelijk materiaal. Toen dat werd ingezet was het met de heerschappij van de vlammen gauw gedaan. Maar het gehele achterschip was, zoals kapitein Kwint 2 uur eerder al had voorspeld, geheel uitgebrand. De vier mannen aan boord waren behalve de kleren die ze droegen al hun eigendommen kwijt. Kapitein Kwint zelf bij voorbeeld stapte rond op doorweekte pantoffels. De Wuta kwam uit Boston, waar een lading uien was afgeleverd. In Middelharnis zou een tweede partij uien voor Boston worden geladen.
1963-05-10: NvhN 10-05-1963: In dichte mist. Delfzijlster coaster op strand van Terschelling. (Van onze correspondent te Harlingen) De Delfzijlster kustvaarder WUTA is gisteren in dichte mist op het Noordzeestrand van Terschelling gelopen, tussen kilometerpaal twee en drie. Het vaartuig, dat geladen op weg was naar Harlingen, voer in het nauwe vaarwater Boompjesdiep. Het hield te veel naar bakboord aan, waardoor het uit het vaarwater liep en hoog op het strand kwam te zitten. De 150 brt metende coaster van rederij M. Pott uit Delfzijl kwam gisteravond omstreeks 21.15 uur, bij hoog water, op eigen kracht weer vlot en voer naar Harlingen, waar de bodem van het schip zal worden onderzocht.
1968-07-13: NvhN 13-07-1968: M. S. WUTA verkocht. Het motorschip Wuta van de rederij M. Pott te Delfzijl is verkocht aan de heer Joma te Tanzania. De Wuta behoort tot het gladdek-type en werd in 1926 gebouwd bij de N.V. Noord-Nederlandse Scheepswerven te Groningen. Het schip heeft een draagvermogen van ongeveer 205 ton bij 158 bruto reg. ton en het is voorzien van een 133 pk. M.W.W.-dieselmotor. Deze coaster is eerder in de vaart geweest onder de naam Orion en zal onder de naam Wuta onder Nederlandse vlag naar zijn nieuwe bestemming vertrekken.
1968-11-19: Final Fate:
Onderweg naar Tanzania, ze was verkocht aan Abdurasol Haji Jooma te Dar Es Salam (Tanzania) en zou daar moeten worden opgeleverd, op 30 mijl van Kaapstad slagzij opgelopen doordat de lading ballastzand ging schuiven en door verstopte lensputten in moeilijkheden geraakt. Op sleeptouw genomen door de Britse onderzeebootjager HMS 'Decoy' maar op 20 november 1968 bij Saldanha Bay (Kaapstad) gezonken. De vier Nederlandse bemanningsleden werden door de 'Decoy' aan boord genomen.
1969-02-12: Eemsbode, 12-02-1969: Kapitein van “WUTA“ twee maand geschorst. DELFZIJL: Het hier thuisbehorende motorschip “WUTA “ van wijlen kapitein M. Pott werd tegen september j.l. naar Dar es Salaam verkocht en zou de reis op eigen kracht uitvoeren. In Delfzijl werd plm 100 ton eemszand geladen als ballast,omdat het schip niet over een dubbele bodem beschikte en derhalve geen waterballast kon nemen. De vaten bunker olie moesten in het ruim verladen worden en werden als het ware ingegraven in het losse zand. Op de Noordzee kreeg het schip een aanvaring en moest de opgelopen schade in Rotterdam herstellen. De verdere reis was niet bepaald gunstig. Na de aanvaring volgden vele stormdagen, kreeg het schip slagzij en lekkage en zonk tenslotte in de buurt van Kaapstad. Een Engelse destroyer heeft nog alle mogelijke moeite gedaan om de “WUTA“ te redden maar het was niet mogelijk. Kapitein L.B. werd door de Scheepvaart Inspectie voor twee maanden geschorst omdat men van mening was, dat het zand niet los maar in jute zakken verladen had moeten worden. De “WUTA“ ex “ORION“ werd in 1926 bij de Noord Nederlandse Scheepswerven aan het Hoornse Diep in Groningen gebouwd onder klasse S.I. en Veritas en was van een 135 pk M.W.M. motor voorzien. Het schip behoorde niet alleen tot een der kleinste van de Groninger Vloot maar tegelijk een der oudste die een der grootste reizen zou maken als slotfase.
1969-05-01: NvhN 01-05-1969: Groninger kapitein van WUTA gestraft. De raad voor de scheepvaart heeft de 38-jarige kapitein L. B. uit Groningen voor twee maanden de bevoegdheid ontnomen om als kapitein op zeeschepen te varen. Hij werd schuldig geacht aan het verlies van het 158 brt. metende motorschip WUTA, dat op 19 nov. 1968 op de Atlantische Oceaan op circa 100 mijl van Kaapstad door binnendringend water slagzij begon te maken en een dag later kapseisde en zonk. De vier bemanningsleden konden worden gered. Uit het onderzoek was gebleken, dat er niet kon worden gelensd omdat de lenskorven van de pompen steeds door zand — de Wuta was geladen met 100 ton gestort zand in ballast — verstopt raakten en men daardoor de lekkage niet kon voorblijven. De raad verweet de kapitein dat hij geen zorg had gedragen dat de pompinstallatie behoorlijk kon werken. Het werd aannemelijk geacht, dat het schip Kaapstad had kunnen bereiken als de lensinrichting normaal had gefunctioneerd.
Klik hier om de afbeelding te bekijken
1969-05-30: Eemsbode 30-05-1969: Wie is schuldig aan kapseizen “WUTA“. Dit was een van de kleinste schepen van de zogenaamde “Groninger Vloot “ die
ongetwijfeld een van de grootste reizen zou uitvoeren. De “WUTA“ was n.l. verkocht naar Dar es Salaam (Tanzania) en zou met een ballastlading, los gestort eemszand van Delfzijl de reis ondernemen, doch heeft de bestemming helaas niet mogen bereiken. Het 43 jaar oude scheepje met afmetingen 30 x 6.10 m was 200 ton groot en werd bij de Noord Ned. Scheepswerven in Groningen gebouwd onder klasse Scheepvaart Inspectie en Bureau Veritas, een 130 pk M.W.M. zorgde voor de voortstuwing. Op Woensdag 10 September 1968 vertrok de “Wuta “van Delfzijl en binnen 24 uur na vertrek aangevaren op Donderdag 11 September 1968 door de Nederlandse vissersschip “MARIAN ELLEN “ KW 159 en moest in Rotterdam binnenlopen voor herstel van de opgelopen roerschade,de reparatie had plaats op de werf “Waalhaven “. Op 3 October 1969 kon de WUTA weer zee kiezen en heeft het tot Saldanha Bay kunnen brengen, waar het schip op 20 november 1969 zonk. Door het slechte weer was het zand “overgegaan” en werden de pompen daardoor verstopt. Het Engelse oorlogschip “DECOY” heeft nog getracht assistentie te verlenen maar de 45 graden slagzij maakte dit onmogelijk, plm 100 mijl van Kaapstad kapseisde het schip. De 38 jarige kapitein L.B. uit Groningen wordt nu gestraft en schuldig bevonden aan het verloren gaan van dit schip en wel voor de tijd van twee maanden om als gezagvoerder te varen. Het is blijkbaar traditie om de schuld in dergelijke gevallen bij de kapitein te zoeken. Maar was het wel juist om dit kleine schip met 100 ton los zand te beladen? De kosten van opzakken waren blijkbaar te hoog, maar dan was ongetwijveld de ramp voorkomen. Wie moet nu een dergelijke ballastreis verzorgen en draagt hiervoor verantwoording, afgezien van de Scheepvaart Inspectie die in Delfzijl en Rotterdam blijkbaar geen notitie genomen heeft in het ruim. Het is een wonder dat de vier jonge opvarenden het leven er afgebracht hebben. De gestrafte kapitein blijft zoeken wie er eigenlijk schuldig is.

Afbeeldingen


Omschrijving: ORION
Collectie: Scholten, B.W. (Ben)
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: ORION
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Havenopname

Omschrijving: ORION in 1940 zwart geverfd.
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: WUTA
Collectie: Olinga, Frits J.
Vervaardiger: Ploeg, P.K. van der
Onderwerp: Zeeopname

Omschrijving: WUTA
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown

Omschrijving: WUTA
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Werf

Omschrijving: WUTA
Collectie: Schmaal, Gerrit J.
Vervaardiger: Unknown
Onderwerp: Havenopname