Wilhelmhaven, 4 december. Door de orkaanachtige storm is de Nederlandse tjalk ORA ET LABORA in de Buiten-Jade in zeenood geraakt en zijn vier mensen verdronken.

Londen, 6 december. Volgens telegram uit Cuxhaven werd door de aldaar binnengekomen stoomtrawler BERLIN in de Noordzee een boot opgepikt met 6 personen van het bij de Jade gestrande Nederlandse tjalkschip ORA ET LABORA (zie Ochtendblad van 5 nov.) die allen door de uitgestane ontberingen en geleden koude waren bezweken.

Een Reutertelegram uit Wilhelmshaven van zaterdag (opm: 4 december) meldt: In een orkaanachtige storm heeft de Nederlandse tjalk ORA ET LABORA op de buitenrede schipbreuk geleden. 4 Personen zijn verdronken. Buitendien verdronken nog 2 opvarenden van een andere tjalk en bij de pogingen tot redding nog een andere man van de reddingsboot. De hier bedoelde tjalk is waarschijnlijk de te Wildervank thuisbehorende ORA ET LABORA, kapt. K. Smit, die tevens de eigenaar is. De tjalk is 60 ton groot en werd in 1895 gebouwd.

Omtrent de ramp van de ORA ET LABORA seint men nog het volgende uit Wildervank: De bemanning bestond uit schipper A. Smit. 26 jaar, zijn vrouw eveneens 26 jaar, een kind van 5 maanden en 2 broers van de kapitein.
Gistermorgen om half negen kwam bij de familie het volgende telegram: ‘Schip ORA ET LABORA vergaan, volk verdronken en lijken aangespoeld.’ Van de strandvoogd van Hornumersiel kwamen bij het Schipperscompact (opm: onderlinge scheepsverzekeringsmij.) te Wildervank achtereenvolgens de volgende telegrammen. ‘ORA ET LABORA, A. Smit gister op Mellumer gestrand. Schip verlaten.’ Tweede telegram: ‘Gered Meint Smit, anderen door koude omgekomen.’ Het schip was geladen met lijnkoeken en moest van Aarburg (opm: Harburg) naar Akkrum (Fr).
Nader meldt men ons: Volgens een bericht uit Cuxhaven is door de daar binnengekomen Stoomtrawler BERLIN in de Noordzee een boot opgevist, waarin 5 opvarenden van de bij de Jade gestrande Nederlandse tjalk ORA ET LABORA die allen door de uitgestane ontbering en kou bezweken waren.

Een uitvaart. Donderdag had te Ter-Apel de plechtige teraardebestelling plaats van de stoffelijke overschotten van de vier omgekomen personen bij het vergaan van het tjalkschip ORA ET LABORA nabij Wilhelmshaven. Reeds geruime tijd te voren waren in de Gereformeerde kerk een groot aantal personen aanwezig om de overledenen de laatste eer te bewijzen. Ds. Rolloos sprak in treffende bewoording de aanwezigen toe en richtte woorden van troost tot de bedroefde familie, waarna de schare de kerk verliet en naar het sterfhuis ging, alwaar gelegenheid werd gegeven de overledenen nog een laatste groet te brengen. Op de kisten, die geheel met prachtige bloemenkransen waren bedekt, kwamen de volgende opschriften voor: „Es ist bestimt in Gottes Rath, dass man von liebsten was man hat, muss scheiden”. „Der Tod ist euer gewinn.” „Ruhe Sanft.''
(opm: De omgekomen en begraven 4 personen zijn schipper Arend Smit - 26 jaar oud, zijn vrouw Jantje Brinkman en kind (Niesiena Alida, geb. 10 juli 1909) van 3 maanden oud en de jongere broer Gezinus Smit - ong. 14 j. oud, die als kok was aangemonsterd; de broer en stuurman Meint Smit was de enige overlevende)

Advertentie. Door deze komen de ondergetekenden hun diepgevoelde dank betuigen voor alle zelfopoffering en liefdevolle zorgen, betoond aan de slachtoffers van de tjalk ORA ET LABORA, die met de storm van 4 december jl. in de Jade-golf strandde. Allereerst brengen zij die dank aan de redding bemanning van Horumersiel, die het leven in de waagschaal stelde, om de opvarenden van genoemde tjalk te redden, terwijl een dier moedige redders zelf het leven verloor en de overigen tot heden toe in hun geschokte gezondheid de gevolgen van hun edel en roemvol pogen ondervinden. Voorts geldt die dank de bemanning van de oorlogsbodem „KURFURST FRIEDR. WILHELM" die de overlevenden zo voorbeeldig liefderijk ter verpleging opnam.
Met alle erkentelijkheid voor de eerbare en gevoelvolle zorg ten opzichte onzer dierbare doden en de collegiale hulde in lijkkransen betoond, vermelden we hier ook de namen van de Hollandse schippers, destijds te Cuxhaven aanwezig en in dat alles voorgelicht en geleid door de aldaar wonende en trouw meelevende Hollandse vriend W. Kwant.
Deze schippers en de namen hunner vaartuigen waren:
K. Koenes, „DE ROODE ZEE".
H. Sloots, „NORMALITEIT"
H. Holwerda, „DE VIER GEBROEDERS"
H. Alberts, „EGBERDINA"
G. Hendriks, „CONFIANCE"
R. Westers, „ANTILOPE"
A. v d. Wal, „JANTJE"
G. Arbeider, „RES NOVA"
H. Engelsman, „TRANSPORT"
P. Albers, „CRESCENDO"
K. Koerts, „NOOIT GEDACHT"
J. Balk, „FOLKERDINA"
J. Kajuiter, „DE VIJF GEBROEDERS"
I. Balk, „HENRIETTE"
J. Klugkist, „TJITSKINA"
R. de Vries, „GOD MET ONS"
Mulder, „ADRIANA"
E. Paap, „ONDERNEMING"
J. Pilon, „ENGELDINA"
J. Aukes, „FUSIA"
Verder ook dank aan allen in Cuxhaven, die geen moeite spaarden, om het de treurende families mogelijk te maken hunne lieve gestorvenen ten spoedigste tot hen heengevoerd te krijgen, en eindelijk ook aan de brede schare, die in deze ontzettende slag van hunne weemoedige deelneming tot onze vertroosting zo hartelijk hebben blijk gegeven.
Ter Apel, M. Smit, stuurman van de „ORA ET LABORA" die door Gods gunst in 't leven gespaard bleef. Familie Smit, Stadskanaal. Familie Brinkman.

Horumersiel, 3 januari. De in de nacht van 3 op 4 december 1909 op de Mellumplaat omhoog gedreven Nederlandse tjalk ORA ET LABORA (te Ter Apel thuis behorende) is kort geleden vlot gekomen en onder eigen gelegenheid naar Willemshaven gezeild. Dit schip, waarvan aan het achterschip enige klinknagels zijn gesprongen, is slechts een weinig lek. Nadat de lading was gelost, is het eerst voor 600 mark, en later voor 1.600 mark naar Neuharlingersiel verkocht.

Delfzijl, 11 januari. Het onlangs gestrand schip ORA ET LABORA, aangekocht door Jansen te Neuharlingersiel en alhier aangekomen. lost hier de beschadigde lijnkoeken en zal op de werf van Gebr. Niestern gerepareerd worden.

Groningen, 14 september. Men schrijft ons: In opdracht van onze regering is door onze consul, de heer Mahlstedt te Oldenburg, de redding medaille uitgereikt aan de volgende vissers uit Horumersiel: Heinrich Tjarks, C. Tiedemann, J. Janszen, R. Harms, C. Weihuizen, Mehring, Reiners en W. Weihuizen, die met levensgevaar de 3e december (1909) de bemanning van de bij de Jade gestrande Hollandse tjalk ORA ET LABORA haalden. Zoals men weet bleef van deze bemanning, uit 5 personen bestaande, slechts één in leven. Vier ervan kwamen in de reddingsboot van kou om. (opm: zie ook NRC 060110 en NNO 120110)