|
In het Noorse blad Morgenbladet van 15 december jl. leest men aangaande de stranding nabij Kragerö van het Nederlandse barkschip LINA het volgende: Zoals per telegram van 9 dezer medegedeeld, strandde het te Vlissingen thuis behorende barkschip LINA op de Tvis-rotsen bij Korset, ¾ mijl van Kragerö, in de morgen van diezelfde dag bij hevige storm van het Z.Z.O., die reeds de vorige dag was begonnen en de ganse nacht en ’s daags daarna aanhield. De LINA was op reis van Kroonstad naar Amsterdam, met delen en planken beladen. Het schip had tot bij Christiaansand de kust genaderd en was door de heersende, westelijke storm oost overgedreven. Toen de volgende nacht om 1½ uur het niet meer mogelijk was met de wind recht op de wal het langer van land te klaren, werd de grote boot te water gelaten, en namen alle manschappen daarin plaats, om het leven te redden. Hoe het mogelijk geweest is deze boot met 10 mensen boven water te houden in zulk een zee en buitendien in volle duisternis, en zulks door lieden met plaatselijke gesteldheid geheel onbekend, ze te sturen door branding en stortzeeën, is voor ieder, die zelfs maar enig begrip heeft van de zaak, bijna een wonder. De bemanning landde ongeveer halverwege de Krageröfjord en begaf zich zo naar de torenwachter van het buitenste vuur van Kragerö, waar zij de best mogelijke verzorging genoten. De LINA kwam echter niet in de fjord, maar stuurde, aan zichzelf overgelaten, zijn eigen koers oost over en landde, zoals gezegd, op de Tvis-rotsen, waarschijnlijk ’s morgens tussen 5 en 6 uur, en had toen reeds door het stoten het roer verloren. Toen bij het aanbreken van de dag de loodsen bij het schip kwamen, lagen de zeilen bak, westover, en stootte het hevig op onder water liggende klippen. Door de ra’s te brassen en de marszeilen vol te halen, schoot het schip een weinig voorover en gelukte het zó het schip achter een grotere rots te krijgen, die het voor een deel voor de hevigste brekers beschutte en kreeg het thans zee en wind meer langs scheeps. Men begon nu van de inventaris en van de goederen der manschappen te bergen. Het schip werd vertuid, opdat de stroom het niet van zijn plaats zou meevoeren. In de morgen van de 10de december werd de wind noordelijk en kwam er meer water. Het schip werd nu achterwaarts gehaald uit het bassin, waarin het 24 uren had gelegen. Toen het geheel vlot lag, liet men het anker vallen, en daar een stoomboot juist uit kwam ter assistentie, werd de LINA door deze in de naastbijgelegen haven Korset (opm: positie 58º51’ NB en 09º31’ OL) gesleept en aldaar vertuid. Het schip heeft belangrijke schade aan het vlak bekomen, en zal wel niet kunnen worden hersteld. Het wordt thans afgetuigd en zal daarna spoedigst naar Kragerö worden gesleept. De vordering voor berging is nog niet afgemaakt.
|