Inloggen
JOSEPHINA - ID 3304


Kroniekberichten

Datum 13 november 1899
Krant RC - Rotterdamsche Courant

Op 11 november 1899 ging bij R. Duncan & Co te Port Glasgow voor Jos. de Poorter te Rotterdam het in aanbouw zijnde schroefstoomschip JOSEPHINA te water. (opm: op 15 december 1899 op de eerste reis van Greenock te Bilbao aangekomen)

Afbeelding
Datum 02 december 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 1 december. Nadat men te Dicido (bij Bilbao) een geheel nieuw systeem van erts-inlading gevonden heeft en men daardoor de tijd tot het beladen van een stoomschip van 2000 ton, waarover men vroeger minstens vier tot zes dagen gebruikte, nu gereduceerd heeft tot één, hoogstens 1½ dag, besloot de firma Jos. De Poorter zich voor die vaart een stoomschip aan te schaffen en kocht van de heren Duncan & Co te Port Glasgow een nieuw stoomschip van 2000 ton, dat heden proefgestoomd en geheel voldaan heeft. Genoemd stoomschip gaat geladen slechts 16½ voet diep en zal voor de bovengenoemde vaart worden gebruikt. Het stoomschip zal JOSEPHINA genaamd worden en bevaren door kapt. Dobbenga en is bevracht van Dicido naar Rotterdam.

Afbeelding
Datum 16 december 1899
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 15 december. Het nieuwe stoomschip JOSEPHINA van de firma Jos. de Poorter, van Greenock naar Dicido (nabij Bilbao), liep te Bilbao binnen om daar voor Rotterdam te laden. Door het onstuimige weer was het niet mogelijk de lading te Dicido in te nemen.

Afbeelding
Datum 01 februari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 31 januari. De schade, door aanvaring te Bilbao met het stoomschip RAGUSA aan het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA veroorzaakt, is niet zeer ernstig. Men zal die thans te Bilbao voorlopig repareren waarna het naar Rotterdam vertrekt.

Afbeelding
Datum 25 februari 1900
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

De Staatscourant bevat de statuten van de Maatschappij Stoomschip JOSEPHINA alhier. Doel: het aankopen en exploiteren van stoomschepen, nimmer meer dan één tegelijk in eigen exploitatie. Duur 30 jaren. Kapitaal NLG 150.000 in 150 aandelen, alle geplaatst en volgestort. Tot directrice is voor de eerste maal aangesteld de firma Jos. de Poorter alhier. Tot commissie voor het nazien van balans en winst- en verliesrekening zijn voor de eerste maal benoemd de heren mr. W.B. Westermann, Piet Kolff en J.M. Maury, tot plaatsvervangers de heren mr. J.G. Schölvinck, P.L.M. Hoogeweegen en J.M.W. Bonke. De directie is in de statuten gemachtigd tot het aangaan van een obligatielening, nominaal groot NLG 120.000, tegen 5½% rente.

Afbeelding
Datum 30 december 1901
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 27 december. Het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA, ligt sedert de 23e dezer te Decida op goed weer te wachten om te kunnen laden.

Afbeelding
Datum 09 november 1902
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

St. Anne’s Head, 7 november. Het onder Linney Head gestrande Nederlandse stoomschip JOSEPHINA, uit Rotterdam, is vlot en komt thans onder eigen stoom in de haven, vergezeld van de gouvernements-sleepboot ALLIGATOR en drie stoomtrawlers.

Afbeelding
Datum 13 november 1902
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Barry, 11 november. Heden is alhier aangekomen het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA, dat rapporteert bij Linnet Head aan de grond te hebben gezeten. (zie NRC 091102)

Afbeelding
Datum 16 november 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 15 november. Het voor hier bestemde stoomschip JOSEPHINA heeft te St. Nazaire een tros in de schroef gekregen, die tot nu toe niet is geklaard. Men vermoedt dat het schip moet dokken.

Afbeelding
Datum 19 november 1907
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 november. Nadat de schroef geklaard was, is het stoomschip JOSEPHINA van St. Nazaire naar hier vertrokken.

Afbeelding
Datum 07 juni 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 7 juni. Volgens alhier ontvangen telegrammen is verschenen zaterdagmiddag om 5.00 uur in volle zee een cilinderkolom van het die morgen om 7.00 uur van Cardiff naar St. Nazaire vertrokken Nederlandse stoomschip JOSEPHINA gebroken. Na gehouden scheepsberaad besloot men te trachten terug te keren. Na veel krachtsinspanning is het gisteren gelukt Barry te bereiken. Van hieruit is een expert naar Barry vertrokken om de schade te onderzoeken en ze aldaar te doen herstellen.

Afbeelding
Datum 22 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 21 januari. Het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA, van Swansea te St. Nazaire binnen, is daar met een drijvende kraan in aanvaring geweest, die dientengevolge zonk.

Afbeelding
Datum 08 juni 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 6 juni. Volgens een telegram uit St. Catharine's Point passeerde daar het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA, komende van St. Nazaire, gesleept wordende naar Southampton, met zware schade aan beide boegen, ogenschijnlijk ten gevolge van een aanvaring. Volgens een telegram uit Southampton is het aldaar binnen gebrachte zwaar beschadigde Nederlandse stoomschip JOSEPHINA in aanvaring geweest met het van Rotterdam komende Roemeense stoomschip DOBROGEA. Dit laatste schip heeft de reis voortgezet. Van schade daaraan is niets bekend.
Bij dit ongeval verloor de matroos Steinvonke, een van de opvarenden van de JOSEPHINA, het leven. Een van de reders is van Rotterdam naar Southampton vertrokken tot regeling van de reparaties.

Afbeelding
Datum 09 juni 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 7 juni. Tijdens de aanvaring van de stoomschepen JOSEPHINA en DOBROGEA sliep een gedeelte van de bemanning van de JOSEPHINA. De steven van de JOSEPHINA is zo sterk naar binnen gedrukt, dat als het ware de bak werd afgesloten. Buiten de matroos, die is overleden, beliepen nog twee andere opvarenden ernstige verwondingen.

Afbeelding
Datum 10 juni 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 9 juni. Gisterochtend 11 uur vertrok het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA, gesleept wordende, van Southampton naar hier om de nodige reparaties te ondergaan.

Afbeelding
Datum 29 september 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart heeft gisteren een onderzoek ingesteld in de zaak van de aanvaring op 5 juni van het stoomschip JOSEPHINA, gezagvoerder W. Catlender, rederij Jos. de Poorter te Rotterdam, met het Roemeense stoomschip DOBROTIA.
De aanvaring had plaats nabij het eiland Guernsey, op 5 juni, bij dikke mist. Een van de matrozen van de JOSEPHINA, die de wacht te kooi had, werd door de aanvaring gedood.
Blijkens de scheepsverklaring van de kapitein en de bemanning van de JOSEPHINA, afgelegd te Southampton, was dit schip op reis van St. Nazaire naar Rotterdam met een lading ijzererts. In de morgen van 5 juni werd het dik van mist; er werd toen eerst halve kracht, daarna langzaam gestoomd, en eindelijk gestopt. Tijdens het langzaam stomen werd op 2 streken aan stuurboord voorlijk een stoot op een fluit gehoord.
Kort daarop hoorde men het zelfde signaal op 1 streek, waarop het stoppen van de machine plaats had. Bijna onmiddellijk daarna werd het ruisen van boegwater gehoord; met de machine werd achteruitgeslagen, doch even later werd de JOSEPHINA door de DOBROTIA tegen het voorschip aangevaren, hetwelk nagenoeg geheel werd verbrijzeld. De tanks liepen lek; één van de matrozen werd gedood.
Na gehouden scheepsraad werd koers gezet naar Portland als noodhaven; later bleek het raadzaam Southampton te belopen, waarheen de JOSEPHINA gesleept moest worden. Alle opvarenden verklaren het ruisen van het boegwater van de DOBROTIA gehoord te hebben, zodat deze een grote vaart moet hebben gehad. Als enige getuige werd de tweede stuurman van de JOSEPHINA gehoord, die de scheepsverklaring bevestigde.
Uitspraak volgt later.

Afbeelding
Datum 16 oktober 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 15 oktober. Volgens een telegram uit Cherbourg is het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA met defecte machine aldaar binnengesleept. De stoomleibuis is beschadigd. De reparaties, die reeds in gang zijn, zullen enkele dagen in beslag nemen.

Afbeelding
Datum 19 oktober 1911
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cherbourg, 15 oktober. Het stoomschip JOSEPHINA werd hier binnengesleept door het Franse stoomschip GAULOIS.

Afbeelding
Datum 06 december 1911
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de scheepvaart, JOSEPHINA
De Raad heeft heden uitspraak gedaan in zake de aanvaring op de 5e juli in de Golf van Biscaye tussen het stoomschip JOSEPHINA, rederij firma Jos. de Poorter te Rotterdam, kapitein Carlzender en het Roemeense stoomschip DOBROGEA. Bij de aanvaring werd een matroos van de JOSEPHINA te kooi gedood en een stoker gewond. Het voorschip werd tot het aanvaringsschot verbrijzeld en maakte water, toch slaagde men erin de JOSEPHINA te Southampton binnen te brengen.
De juiste oorzaak van de aanvaring heeft de Raad niet kunnen vaststellen, doordat gegevens van de zijde van de DOBROGEA ontbreken. De Raad heeft echter geen aanleiding gevonden om de opgaven, verstrekt van de zijde van de JOSEPHINA, als onbetrouwbaar te beschouwen en acht het voor de hand liggend, dat de aanvaring is veroorzaakt, doordat de DOBROGEA met volle kracht door de dikke mist heeft gestoomd, wat als een grove nalatigheid moet worden aangemerkt. Bij het horen van het eerste sein had de JOSEPHINA echter moeten stoppen. De kapitein zegt dit niet gedaan te hebben, omdat hij meende beter te doen, als hij vaart in zijn schip hield, teneinde te kunnen sturen. Met deze opvatting is de Raad het niet eens; hij acht het een verzuim, niet verontschuldigd door de gegeven verklaring, al staat de aanvaring er niet mee in oorzakelijk verband. Overigens heeft de kapitein van de JOSEPHINA tijdens de aanvaring zowel als bij het binnenbrengen met zeemanschap gehandeld.

Afbeelding
Datum 17 december 1912
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Villa Real, 12 december. Het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA, met erts naar Antwerpen bestemd, is 7 december bij het verlaten van de haven op de baar aan de grond gevaren. Met assistentie van een sleepboot kwam het stoomschip de volgende dag vlot. Daarna ankerde de JOSEPHINA buiten de baar en nadat op 10 december de lading gecompleteerd was, werd de reis voortgezet.

Afbeelding
Datum 19 februari 1914
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 18 februari. Het stoomschip JOSEPHINA met ijzer van hier te Cardiff aangekomen heeft zeer slecht weer doorstaan. Door het zware slingeren is er lading door de huid van het stoomschip, beneden de waterlijn gedrongen, waardoor waterschade ontstond. Na lossing moet het stoomschip om te repareren in het dok.
Een expert is van hier naar Cardiff vertrokken om de schade op te nemen.
(opm: zie AH 190514 en AH 190614)

Afbeelding
Datum 16 mei 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart.
Maandag 18 mei te 13.30 uur onderzoek betreffende het lek worden ten gevolge van de wijze van stuwing van het stoomschip JOSEPHINA op 14 februari op de reis van Poortershaven naar Cardiff. Gezagvoerder W. Catlender, rederij firma Jos de Poorter, beiden te Rotterdam.

Afbeelding
Datum 19 mei 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart.
Gisteren stelde de Raad voor de Scheepvaart een onderzoek in betreffende het lek worden ten gevolge van de wijze van stuwing van het stoomschip JOSEPHINA op 14 februari jl. op de reis van Poortershaven naar Cardiff. Gezagvoerder was W. Catlender, rederij de firma Jos. de Poorter, beiden te Rotterdam.
De kapitein verklaart ter zitting, dat hij zich niet met het stuwen van de lading heeft bemoeid. Dit liet hij over aan de stuwadoor. Het vaartuig was met staaf- en plaatijzer geladen; het was niet helemaal gevuld. Het weer was slecht, echter mankeerde niets aan het schip. Bij het lossen werd bemerkt, dat er water stond in het schip, ter hoogte van ongeveer drie voet. Bij nader onderzoek bleek, dat er in de lading werking was gekomen; een van de staven was door de huid van het schip gedrongen, waardoor deze was gescheurd.
De eerste stuurman C. Anema, volgens de monsterrol belast met het toezicht op de lading, heeft gezien, dat de bovenste lading behoorlijk werd gestuwd door de stuwadoor. Dit geschiedde volgens gewoonte: Langsscheeps in meerdere lagen in het ruim; daarop een enkele laag dwarsscheeps. Alles was gestuwd ijzer op ijzer. Het weer was stormachtig, de wind zuidwest, het schip werkte zwaar. Bij het lossen was getuige tegenwoordig. G. Bal, stuwadoorsbaas aan de handelsinrichting te Poortershaven, werd als derde getuige gehoord. Hij heeft laten stuwen volgens de gebruikelijke manier: De partijen langsscheeps en afgedekt met platen. Na het ongeval geschiedt de stuwing naar aanwijzing van de scheepvaartinspectie. De inspecteur voor de scheepvaart vroeg of het niet wenselijk is, voortaan bij ijzer de ladingen langsscheeps op te stuwen: ijzer op ijzer. Indien het dwarsscheeps moet geschieden, moet ervoor worden gezorgd, dat de huid goed is beschermd. De bovenlading moet goed gesjord zijn en dan moet worden gezorgd, dat vierkant wordt opgestuwd. Spreker drong er bij de Raad op aan, te onderzoeken of op voorschriften in de zin als bovenbedoeld moet worden aangedrongen. De zitting werd hierna gesloten.

Afbeelding
Datum 28 mei 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart
De Raad voor de Scheepvaart houdt zitting: Vrijdag 29 mei 1914, 1.30 nm., onderzoek betreffende het aan de grond lopen in de haven van Scheveningen van de logger HUBERTUS JACOBUS (Sch-151) op 21 april 1914. Schipper Philippus Dijkhuizen, rederij P. Knoester Jr., beiden te Scheveningen.
Uitspraak: Stoomschip JOSEPHINA en stoomschip RADJA. (opm: pas op 19 juni uitspraak gedaan van de behandeling van beide schepen)

Afbeelding
Datum 19 juni 1914
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart.
Heden deed de Raad voor de Scheepvaart uitspraak betreffende de oorzaak van het lek worden van het stoomschip JOSEPHINA op 14 februari 1914 tijdens de reis van de Hoek van Holland naar Cardiff.
De oorzaak van het lek worden van de JOSEPHINA meent de Raad te moeten toeschrijven aan onvoldoende stuwage van de lading ijzer. Ten gevolge van het slechte weer is de lading, die niet vast lag, in beweging gekomen, hetgeen bewezen wordt door de bij het lossen gevonden gebroken en verbogen ruimstutten. De dwarsscheeps gestuwde staaf, die tegen boord gelegen heeft, is door het zware gewicht van de gehele lading daarboven, tegen de huidplaat met geweld aangezet en is die plaat daardoor gescheurd. De gevolgde wijze van stuwen, meent de Raad bij een volle lading ijzer, te moeten afkeuren. Indien voor het ophogen van de lading hout gebruikt was, in plaats van ijzer, dan had de lading vast gelegen en kon, zelfs bij het in beweging komen, waartoe bij ijzer steeds neiging bestaat, de huid van het schip niet beschadigd worden.

Afbeelding
Datum 19 januari 1915
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Naar wij vernemen was het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA (van de firma Jos de Poorter te Rotterdam), dat door een Engels oorlogsschip is opgebracht naar de Falkland Eilanden, sedert drie maanden verhuurd aan de firma Delfino en Hermanos te Buenos Aires. Sedert 22 december jl. toen het schip te Montevideo (opm: Uruguay) aankwam, heeft de rederij niets meer vernomen.
Het doel van de bevrachting was de kustvaart van Zuid-Amerika en in de overeenkomst van huur was speciaal bepaald, dat geen contrabande mocht vervoerd worden en dat het schip niet mocht varen naar havens die geblokkeerd worden of waar gevochten wordt. Er zouden voorts geen goederen geladen mogen worden die een risico van inbeslagneming door de Engelse of een andere vreemde regering zouden doen lopen. Oorlogsrisico moest door de bevrachters worden gedekt. De rederij heeft telegrafisch aan de bevrachters opheldering gevraagd.

Afbeelding
Datum 19 januari 1915
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Naar uit een opgave in de London Gazette blijkt, heeft een Engels oorlogsschip het Nederlandse stoomschip JOSEPHINA (van de firma Jos. de Poorter te Rotterdam), groot 1.295 ton, aangehouden. Het ligt thans in een haven van de Falkland-eilanden.

Afbeelding
Datum 19 maart 1915
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 19 maart. Alhier is een telegram ontvangen dat de gezagvoerder en bemanning van het door de Engelsen naar de Falkland Eilanden opgebrachte Nederlandse stoomschip JOSEPHINA ergens is geland. Waar voornoemde personen zijn geland is hoogstwaarschijnlijk door de censuur geschrapt. Hoewel om inlichtingen heeft gevraagd heeft men geen nadere informatie gekregen.

Afbeelding
Datum 07 januari 1916
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Verkoop schepen

Rotterdamse rederijen in 1915.
Aan het overzicht dat de Scheepvaart geeft van de staat van de rederijen in Nederland, ontlenen wij het volgende voor wat Rotterdam betreft: De Holland Amerika Lijn heeft een overeenkomst getroffen, waardoor een groot gedeelte van het kapitaal, dat zich in Duitse handen bevond, in Nederlandse terugkwam. Om te voorkomen, dat deze aandelen wederom in buitenlands bezit zouden geraken, werd opgericht de N.V. Gemeenschappelijk Eigendom van aandelen Holland Amerika Lijn met een kapitaal van NLG 7.125.000, waarvan geplaatst NLG 3.185.000. Van de in aanbouw zijnde schepen kwam er nog geen gereed. Aangekocht werden de vrachtboten EEMDIJK (6.180), MAASDIJK (6.065) en POELDIJK (4.226), waarvan eerstgenoemde op een mijn liep en verloren ging. Het stoomschip POTSDAM (12.522) werd naar het buitenland verkocht. Vele schepen werden gecharterd, terwijl een aantal schepen in de La Platavaart gebezigd werden.
Voor de Rotterdamsche Lloyd zijn thans in aanbouw een mailschip van 9.600 ton en 5 vrachtboten van 7.050 ton, waarvan de SITOBONDO (7.057) reeds te water is gelaten. Het stoomschip BENGALEN (2.676) werd verkocht. De in het vorig jaar opgerichte N.V. Algemeene Stoomvaart Mij. (Wambersie & Zoon) was niet gelukkig. Doordien haar schepen in time-charter voeren, profiteerde zij niet van de hoge vrachten, terwijl het derde stoomschip, dat in aanbouw was, de VAN STIRUM (3.284) nooit geleverd is, doch door het Engelse gouvernement is gerekwireerd terwijl het dezer dagen is getorpedeerd.
De Nederlandsche Stoomvaart Mij. Oceaan kocht de stoomschepen VEGHTSTROOM (1.339) en ELVE (899) aan.
De Nederlandsche Lloyd en Scheepvaart- en Steenkolen Mij. hadden het verlies van twee schepen te betreuren, die op mijnen liepen, nl. de SCHIELAND (1.106) en OLANDA (2.138).
In de vaart kwamen de GAASTERLAND (1.091), DIRKSLAND (1.858), MIDSLAND (1.085) en SCHOKLAND (1.113). In aanbouw zijn nog de OOSTERLAND (1.200), ST. JANSLAND (1.900), ST. PHILIPSLAND (2.000), HOOGLAND (1.300) en een stoomschip van 1.900 ton, waarvan de OOSTERLAND en HOOGLAND reeds te water zijn gelaten. Verkocht werd het stoomschip OTTOLAND (1.574).
De firma Phs. Van Ommeren bracht de tankstomer BARENDRECHT (3.704) in de vaart, kocht het stoomschip CONSTANCE CATHARINA (1.037) aan en verkocht de stoomschepen KATENDRECHT (2.155) en DORDRECHT (2.151). Thans is in aanbouw de tankmotor PENDRECHT (1.500).
De firma P.A. van Es & Co. bracht in de vaart het stoomschip BERNISSE (951) en bestelde de stoomschepen ELVE (950) en AMSTEL (800). Zij verkocht het stoomschip ELVE (899), terwijl de AMSTEL (853) op een mijn liep.
Het stoomschip BATAVIER I (1.013) van de Scheepvaart Mij. v/h Smith & Co. kwam gereed, terwijl zij het stoomschip HOLLANDER (759) verkocht. Dit schip werd onder de naam OTIS TARDA in de vaart gebracht door de nieuwe rederij L. & L. Pieters, die nog het stoomschip OTIS TETRAX (800) in aanbouw heeft.
De American Petroleum Company verloor het stoomschip CHESTER (2.568).
De Noord-Nederlandsche Scheepvaart Mij. verkocht haar stoomschip CONSTANCE CATHARINA (1.036) en liquideerde.
Evenzo de Stoomvaart Mij. Tromp, die haar stoomschepen HEEMSKERCK (2.183), KORTENAER (2.151) en TROMP (2.751) verkocht. De onder dezelfde directie staande N.V. Kolen- en Scheepvaart Kantoor verkocht haar enige schip, de JAN BLOCKX (1.366) en liquideerde eveneens.
Voorts liquideerde de Stoomvaart Mij. Sophie H, die haar stoomschip SOPHIE H (2.930) verkocht en werd het enige stoomschip van Karl Schroers Stoomvaart Mij. de KARL SCHROERS (1.871) verkocht.
De nieuw opgerichte Dordtsche Stoomschip Mij., waarbij de Rotterdamse firma P.W. Louwman geïnteresseerd is, kocht het stoomschip WOUDRICHEM (4.015) aan, terwijl genoemde firma haar stoomschip LOUISE (2.045) verkocht.
De rederijen onder directie van Wm. Ruys & Zonen verkochten de stoomschepen AMELAND (2.554), MARKEN (2.587) en WALCHEREN (3.531). De turbinestomer TURBINIA (3.164) kwam in de vaart, terwijl nog 2 stoomschepen van 3.550 en één van 4.200 ton in aanbouw zijn.
De N.V. Furness' Scheepvaart- en Agentuur Mij. verkocht de stoomschepen VRIJBERGEN (4.226), ZEVENBERGEN (3.121) en STEENBERGEN (3.735) terwijl haar stoomschip ALBERGEN (1.777) verloren ging. Zij bestelde 3 stoomschepen van 4.700 ton.
De rederijen onder directie van Jos. de Poorter verkochten de stoomschepen THEODORA (859), LAURA (3.154) en JOHANNA (1.120), terwijl het stoomschip JOSEPHINA (1.295) werd, verbeurd verklaard. De nieuwe stoomschepen LEONORA (1.155) en FOLMINA (1.158) kwamen in de vaart, waarvan laatstgenoemd echter weer verkocht werd. Thans zijn nog 4 stoomschepen in aanbouw.
De firma Gebr. Van Uden verkocht het stoomschip VEERHAVEN (2.509), doch kocht een ander, dat dezelfde naam ontving (3.003), aan. Thans zijn nog 11 stoomschepen in aanbouw, nl. 4 van 3.550 ton, 1 van 2.500 ton, 1 van 1.900 ton, 3 van 1.400 ton, 1 van 800 ton en 1 van 700 ton.
De N.V. Houtvaart verkocht haar stoomschip RIJN (1.285), terwijl het stoomschip NOORD (1.250) voor haar werd te water gelaten en een nieuw stoomschip RIJN (2.030) in aanbouw is.
De Mij. Zeevaart verkocht het stoomschip CALLISTO (3.521) en bestelde een stoomschip van 3.550 ton.
Van Nievelt, Goudriaan & Co's Stoomvaart Mij., die haar stoomschip POOLSTER (2.060) verkocht, bracht in de vaart de stoomschepen BELLATRIX (3.525), PROCYON, THUBAN (elk 3.566), ALCOR en ALGENIB (elk 3.551). Het stoomschip ALPHARD (3.550) werd te water gelaten en 2 schepen van resp. 3.550 en 4.700 ton zijn in aanbouw.
Solleveld, Van der Meer en T.H. van Hattum's Stoomvaart Mij. verkocht de stoomschepen KINDERDIJK (2.180) en POELDIJK (2.205), terwijl zij de stoomschepen RIJNDIJK (3.557) en MAASDIJK (3.556) in de vaart bracht. Dezer dagen zonk het stoomschip ELLEWOUTSDIJK (2.223) doordien het op een mijn liep.
Het stoomschip KATWIJK (2.040) van Erhardt en Dekkers werd getorpedeerd; het stoomschip NAALDWIJK (2.000) is in aanbouw.
De Overzeesche Vrachtvaart Mij. bestelde een stoomschip van 615 ton, terwijl het stoomschip HAMBORN (1.229) van de N.V. Handels- en Transport Mij. Vulcaan werd opgebracht. Een definitieve beslissing betreffende de verbeurdverklaring is nog niet genomen. De nieuwe zee-rederij van W. Van Driel's Stoomboot- en Transportondernemingen bestelde 6 schepen van verschillende afmetingen, waarvan de WILLEM VAN DRIEL SR. (2.521) reeds in de vaart kwam.

Afbeelding