|
Raad voor de Scheepvaart Bij Koninklijk Besluit, van 31 december zijn met ingang van 1 januari benoemd in de Raad voor de Scheepvaart, voor de tijd van 4 jaren, tot voorzitter, mr. Th. B. Pleyte, te Amsterdam; tot plaatsvervangend voorzitter, mr. G. van der Zweep, raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam; tot secretaris, mr. R.R.W. Janssen, advocaat en procureur te Amsterdam; tot plaatsvervangend secretaris, mr. C. Henny, advocaat te Amsterdam; tot vaste leden: a. W. Allirol, gepensioneerd kapitein ter zee, te ‘s-Gravenhage en L. Roosenburg, gewezen luitenant ter zee der tweede klasse, directeur van de filiaal inrichting van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut te Amsterdam; b. H.C. Haacke, expert te Amsterdam, en C.L.J. Kotting, oud-scheepsgezagvoerder, gemeente-havenmeester te Amsterdam; tot plaatsvervangende leden voor de vaste leden: a. H. de Booy, gepensioneerd luitenant ter zee 1ste klasse, te Amsterdam, en R. Posthumus Meyjes, gepensioneerd luitenant ter zee 1ste klasse te ‘s-Gravenhage; b. J.S. Brouwer, inspecteur van de Stoomvaartmaatschappij „Rotterdamsche Lloyd", te Rotterdam. en D.H. Hinlopen, inspecteur van de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij, te Amsterdam; tot buitengewone leden: a. als reder van de grote vaart, C.M. van Rijn, directeur van de Koninklijke West-lndische Maildienst, te Amsterdam; b. als schipper van de grote vaart, E. Deddes, oud-gezagvoerder van de Holland-Amerika-Lijn, te Rotterdam; c. als reder van de kleine vaart, G.H. Bakker, directeur van het compact „Eendracht", te Wildervank; d. als schipper van de kleine vaart, Jan Mooi, te Groningen; e. als reder van de zeevisserij, J.G.T. Broekmeijer, te IJmuiden; f. als schipper van de zeevisserij, G.Z. Jol, ts Scheveningen ; g. als werktuigkundige, W. Fenenga, werktuigkundige van de Amsterdamsche Droogdok Maatschappij, te Amsterdam; h. als elektrotechnicus, G.J. Knlphorst, elektrotechnicus van de Marine, te Amsterdam; i. als scheepsbouwkundige voor de grote vaart, J.T.J. de Bruyn Kops, scheepsbouwkundig ingenieur te Amsterdam; k. als scheepsbouwkundige voor de kleine vaart, P.H. Bos, lid van de firma Gebr. Bos, scheepsbouwmeesters te Groningen; I. als scheepsbouwkundige voor de zeevisserij, J. Verwey, te Vlaardingen; m. als machinist, J. Maandag, gepensioneerd officier-machinist te Amsterdam; tot plaatsvervangende leden voor de buitengewone leden: a. als reder van de grote vaart: Z.W.C. Dekkers, lid van de firma Erhardt en Dekkers, te Rotterdam; H. de Jongh, lid van de firma Phs. van Ommeren te Rotterdam, en jhr. L.P.D. Op ten Noort, directeur van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland", te Amsterdam; b. als schipper van de grote vaart: P. de Boer, oud-gezagvoerder van de Rotterdamsche Lloyd en A. Smits, oud-gezagvoerder van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij; c. als reder van de kleine vaart, E. Balk, te Groningen; d. als schipper van de kleine vaart, B. Jonker, te Wildervank en H. Mulder, te Groningen; c. als reder van de zeevisserij, Jac. den Dulk Wzn., te Scheveningen, en Jan Schippers te Vlaardingen; f. als schipper voor de zeevisserij, J. Prins, walschipper bij de heren Bakker en Dijksen, te IJmuiden; g. als werktuigkundige, C.J.A. Haakman, gepensioneerd officier-machinist-titulair, te Warmond, en H. van Helden, hoofdinspecteur van de Holland-Amerika-Lijn, te Rotterdam; h. als elektrotechnicus, A.J. Roelofsz, hoofdingenieur bij de firma Siemens en Halske, te ‘s-Gravenhage; i. als scheepsbouwkundige voor de grote vaart, A. van Gelder, scheepsbouwkundige bij de maatschappij „Fijenoord", te Rotterdam» en M.A. Cornelissen, scheepsbouwkundige ingenieur, te Amsterdam; k. als scheepsbouwkundige voor de kleine vaart, F. Smit, lid van de firma E.J. Smit en Zoon, te Hoogezand, en J.Th. Wilmink te Groningen: l. als scheepsbouwkundige voor de zeevisserij D. Taat, scheepsbouwkundige te Katwijk aan Zee, en W. Sebbelee, scheepsbouwkundige te Amsterdam.
|