Inloggen
GEZIENA - ID 2479


Kroniekberichten

Datum 01 februari 1896
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Delfzijl, 30 januari. De Nederlandse tjalk TAMMO, laatst gevoerd door kapt. Joh.G. Mulder, is verkocht aan de heer Suk. Kapt. Mulder heeft de gaffelschoener GEZIENA gekocht.

Afbeelding
Datum 26 oktober 1903
Krant DS - Dagblad Scheepvaart

De Nederlandse schoener GEZIENA, kapt. Joh.G. Mulder, op reis van Danzig naar Holbaek met rogge, is op 25 oktober met akkoord voor 4000 kronen van de Mannhoved afgesleept en te Kopenhagen binnen gebracht.

Afbeelding
Datum 31 oktober 1903
Krant EB - De Eemsbode
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 25 oktober. De Nederlandse schoener GEZIENA, kapt. Joh.G. Mulder, op weg van Danzig naar Holbaek is met schade Kopenhagen binnengelopen, na aan de grond te hebben gezeten.

Afbeelding
Datum 31 oktober 1903
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad

De achttienjarige zoon van gezagvoerder Joh.G. Mulder van de schoener GEZIENA (opm: Gerrit Mulder, nabij Hela op 9 oktober) is overboord geslagen en verdronken.

Afbeelding
Datum 19 januari 1904
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Groningen, 18 januari. De stalen 2-mast gaffelschoener GEZINA, kaptein/eigenaar Joh.G. Mulder, is verkocht aan kapt. J.F. van Dijk, van de SELINA JOHANNA, die voortaan bevaren zal worden door kapt. S. van Dijk. (opm: zie ook EB 270104)
De tjalk DELFZIJL I, kapt. Buisman, is verkocht aan de heer H. van Dijk te Delfzijl en zal bevaren worden door schipper Stegmeyer.

Afbeelding
Datum 27 januari 1904
Krant EB - De Eemsbode
Type bericht Verkoop schepen

Delfzijl, 23 januari. De stalen 2-mast gaffelschoener GEZIENA, eigenaar kapitein Joh.G. Mulder te Groningen, is verkocht aan J.F. van Dijk, die tot heden zetkapitein was op de stalen schoener SELINA JOHANNA. Op de SELINA JOHANNA is aangesteld als kapitein de heer S. van Dijk van Groningen.

Afbeelding
Datum 08 april 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

IJmuiden, 8 april. Volgens hier ontvangen bericht zijn de schoeners GESINA, kapt. Van Dijk, en ANNEGIENA, kapt. Van Dijk, 6 april van Koblenz te Koningsbergen aangekomen. Aan boord alles wel.

Afbeelding
Datum 07 januari 1916
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Dinsdag 11 januari, 2 uur namiddag, onderzoek betreffende het stranden en vergaan van de schoener GEZIENA op de Engelse kust nabij Sunderland op 6 december jl. Schipper J.P. Klugkist, eigenaar J.F. van Dijk, beiden te Groningen. Te 3 uur onderzoek betreffende het stranden en vergaan van de kof ZEEMEEUW nabij Sandgate (bij Folkestone) op 28 oktober jl. Schipper-eigenaar Fr. Koopman uit Groningen. Daarna voortzetting van het op 30 december jl. geschorst onderzoek inzake de klacht van de hoofdinspecteur voor de Scheepvaart tegen T. Eppinga, schipper van de schoener HELENA.

Afbeelding
Datum 12 januari 1916
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart stelde gistermiddag een onderzoek in betreffende het stranden en vergaan van de schoener GEZIENA op de Engelse kust nabij Sunderland, op 6 december jl. (Schipper J.P. Klugkist, eigenaar J.F. van Dijk, beiden te Groningen). De schipper verklaart ter zitting, dat hij in het bezit is van het dienstdiploma voor de grote zeilvaart. De GEZIENA werd in 1892 in Winschoten gebouwd. De schipper heeft twee jaar als stuurman gevaren, voordat hij als schipper ging varen. De bemanning bestond uit vier koppen. De 25e november vertrok men uit Frederikstad met mijnstutten aan boord met bestemming naar West-Hartlepool. Men had een goede reis tot bij de Engelse kust en daar men het mijnenveld ontweek, heeft men geen last gehad van de mijnen. In de avond van 5 december werden lichten waargenomen, nadat men ‘s nachts was bijgedraaid en was blijven liggen. De 6e ging men onder zeil; het was toen nog duistere nacht, maar men wachtte niet tot het lichter werd, omdat men zodra mogelijk wenste te landen. Men ging dus onder zeil en zag toen een zoeklicht. Twee keer probeerde men over stag te gaan, hetgeen telkens mislukte. Daarop stootte het achterschip. Men had tevoren hoegenaamd niets van de branding gemerkt. Aanstonds werd nu geflambouwd. De stuurman kon niets meer redden, daar plotseling de storm was opgestoken. In deze zaak werden, behalve de schipper, nog twee getuigen gehoord, namelijk de stuurman en een matroos. De inspecteur van de Scheepvaart acht het van groot belang of de Raad bij zijn uitspraak tot de conclusie zal komen of deze ramp is te wijten al dan niet aan de oorlogstoestand. Want, indien bewezen is, dat de ramp daaraan wel is te wijten, dan zal de Regering aan de opvarenden een uitkering moeten doen. In deze zaak zal de Raad later uitspraak doen.

Afbeelding