Inloggen
CATHARIENA - ID 18219


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1872-08-06 / 1882-09-00 | Reden uitgevlagd: Binnenvaart

Identification Data

Bouwjaar: 1872
Nat. Official Number: 2664GRON 1872
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kofftjalk
Masten: One mast
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Geb. 1816, overl. 1889. (generatie V 27)

Het is opvallend, dat Wijnke Geerts Bodewes in veel notariële akten als Wijnardus wordt vermeld

Scheepsbouwer: Wijnandus Geerts Bodewes, Martenshoek, Groningen, Netherlands
Werfnummer:
Delivery Date: 1872-08-06
Technical Data

Net Tonnage: 40.00 lasts
Net Tonnage 2: 75.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 20.95 Meters Registered
Beam: 3.97 Meters Registered
Depth: 1.93 Meters Registered
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1881
Datum agenda: 1881-07-18
Register nr: 0
Scheepsnaam: CATHARINA
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Engelhart, E.
Plaats: Groningen
Kapitein op moment van verzoek: x
Opmerkingen: ja
1881-07-18, gunstig beschikk. uitreiking zb182-x

Ship History Data

Date/Name Ship 1872-08-06 CATHARIENA
Manager: Engelhart Engelhart, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Engelhart Engelhart, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands

Ship Events Data

1882-08-26: Confiscated
Op 26 augustus 1882 laat scheepsbouwer Wijnandus Bodewes uit Martenshoek te Dordrecht beslagleggen op de koftjalk CATHARIENA, kapt. Engelhard wegens het niet aflossen van de lening.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Op 15 juni 1848 werd het huwelijk voltrokken te Groningen tussen Engelhart Engelhard, schippersknecht, geboren op 06 april 1821 te Wildervank als zoon van Jan Engelhard (schipper) en Elisabeth Hendriks Joosten, en Harmpien Boer, geboren 1 januaria 1822 te Groningen als dochter van Harm Harms Boer (schipper) en Catharina Geerts (do) de Winter (schippersche).

(Bron: Register van Huwelijken Stad Groningen, acte op pagina 30 jaar 1848. In de acte staat veel extra informatie)

 

Op 03 november 1871 werd een huwelijkscontract opgemaakt tussen Engelhard Engelhard, meterweger te Groningen, weduwnaar van wijlen Harmpien Boer, en Janna Kayzer, dienstmeid, dochter van wijlen Pieter Sikkes Kayzer en Aaltje Roelfs Westerling.

De aanstaande ehelieden huwen in ongemeenschap van alle roerende en onroerendegoederen. Alleen de winst of het verlies gedurende het huwelijk voorvallende zal gemeen en alzo gelijkelijk worden genoten en geleden.

De bruidegom brengt ten huwelijk aan:

zijn onverdeelde helft in de boedel door Harmpien en hemzelf bezeten geweest. De Staat van Inventaris is gedateerd 12 oct 1871 en gedeponeerd ten Kantongerechte te Groningen.

De bruid brengt ten huwelijk aan:

  1. een som van f 500
  2. haar aandeel in haar vaderlijke nalatenschap, nog onverdeeld onder haar moeder berustend
  3. haar lijfstoebehoren

Zie voor details de originele acte, alsmede de staat van inventaris.

(Bron: Huwelijkscontract verleden voor Mr. R.A. Quintus, GA Toegnr. 1467 reg.nr. 20.519  acte 351 dd 3 nov 1871)

Noot: De functie van meterweger is goed beschreven in het artikel ‘De vereniging van korenmeters en –wegers te Groningen als oude stadsinstelling’ van de auteur B. Lonsain. Het artikel is afgedrukt in de Groninger Volksalmanak 1926, pagina’s 8-30, en op de Groninger Archieven te raadplegen.

 

Op 16 november 1871 wordt het huwelijk te Groningen voltrokken tussen Engelhart Engelhard, schipper, geboren 6 april 1821 te Wildervank, zoon van Jan Engelhard (schipper) en Elisabeth Hendriks Joosten, en Janna Kayzer, geboren 2 februari 1827 te Groningen, dochter van Pieter Sikkes Kayzer en Aaltien Roelfs Westerling.

(Bron: Genlias / Register van Huwelijken Stad Groningen, acte 318 van 16 nov 1871)

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt E.Engelhard als gezagvoerder gedurende:

*    1873 t/m 1882 van de kof “Catharina”, gebouwd in 1872 te Martenshoek, 75 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip werd in 1882 verkocht als lichter op de Maas.

 

Zie ook hierna

 

Overige bijzonderheden

Op 06 augustus 1872 stelde scheepsbouwer W. Bodewes de volgende bijlbrief op:

‘Ik ondergeteekende, Wijnandus Bodewes, scheepsbouwmeester, wonende te Martenshoek, verklare bij dezen in dit jaar op mijne werf aldaar te hebben volbouwd en nieuw van de bijl te water gebragt een koftjalkschip genaamd Cathariena in eigendom toekomende aan en bevaren wordende door E. Engelhart, ingevolge meetbrief dd Groningen 3 Augustus 1872 no. 21, lang 21.95 m, wijdt 3.975 m, hol 1.93 en over zulks geijkt op 75 tonnen.

                                                                                        Martenshoek, den 6 Augustus 1872

De handtekening van scheepsbouwmeester W. Bodewes werd door burgemeester I.A. Hooites van de gemeente Hoogezand gelegaliseerd, waarna inschrijving van de bijlbrief onder nr 3611 in het RSV volgde.

(Bron: Kadaster Groningen AR dl 10 vak 171 en RSV dl 21 nr 3611)

Noot: Gelet op de scheepsnaam lijkt het niet onmogelijk dat Catharina Geerts nog met geld in het schip participeerde als stille vennoot.

Op 07 augustus 1872 volgde de Verklaring van Eigendom:

‘Ondergeteekende Engelhart Engelhart, schipper wonende te Groningen, verklaar bij dezen met uitsluiting van alle anderen eenig en alleen eigenaar te zijn van de koftjalk genaamd Catharina ….’,

waarna opsomming der afmetingen volgt cfm de bijlbrief.

Het schip wordt als volgt gebrand: 2664 GRON 1872

Schipper Engelhart had onvoldoende eigen pecunia, want blijkens de vermelding in het AR rustte er een schuld van f 1000 op het schip.

(Bron: Kadaster Groningen AR dl 10 vak 171 en RSV dl 17 nr 2664)

 

De hierboven aangehaalde schuld blijkt een lening onder verband te zijn van scheepsbouwer Wijnandus Bodewes te Martenshoek, verleend aan schipper Engelhart Engelhart te Groningen. Op 07 augustus 1872 verschenen beide partijen bij notaris Edelinck te Groningen, waarbij W. Bodewes werd vertegenwoordigd door commissionair Jan Sanders te Groningen. Laatstgenoemde was ook raadslid en trad veelvuldig op als vertrouwenspersoon voor derden. De lening groot fl 1000 werd verstrekt voor de duur van 12 achtereenvolgende jaren, jaarlijks af te lossen f 83, 33?, rentende 5% ‘s jaars, beide delen voor het eerst op 07/08/1873, onder een groot aantal [gebruikelijke] voorwaarden, zoals:

      *    dat de debiteur geene levering van zeilen, touwen en andere scheepsbenodigdheden, noch kosten van onderhoud of reparatie zal mogen doen plaats hebben anders dan tegen contante en dadelijke betaling…

      *    dat de debiteur gehouden zal zijn het voormelde schip: steeds zelf als kapitein te bevaren, zonder hetzelve immer te mogen verhuren    en hetzelve in eene geaccrediteerde assurantiemaatschappij voor eene behoorlijke waarde tegen alle zeegevaar te doen verzekeren en de polis daarvan aan bovengenoemde crediteur ter hand te stellen…

      *    dat bij gebreke van behoorlijke betaling    de crediteur of zijn regtverkrijgenden onherroepelijk met magt van substitutie zal zijn gemagtigd het verbonden schip met al het zich dan daarop bevindende opgoed en toebehooren in het openbaar volgens plaatselijk gebruik, ten overstaan van eene openbaren ambtenaar te verkoopen….’

(Bron: RAG Toegnr. 1467, repertorium notaris H. Edelinck acte 512 dd 07/08/1872 en Kadaster Register van Hypotheken te Groningen dl 9 nr 99)

 

Op 10 november 1876 verzocht:

‘De ondergetekende, J.H. Tunteler, (verzoek)t de scheepsmeter te Groningen, meting volgens art. 29 van het Koninklijk Besluit van de 21 Augustus 1875 (Staatsblad No. 146) van het koftjalkschip, genaamd CATHARIENA, varende onder Nederlandsche Vlag, te huis behoorend te Groningen, bevaren door Engelhart, hoofdzakelijk gebouwd van hout met een dek, eene mast, getuigd als koftjalk. Dit schip ligt in de Zuiderhaven te Groningen den 10 November 1876.  wg. J.H. Tunteler’

J.H. Tunteler was een bekende oud-zeekapitein te Groningen, die hier waarschijnlijk op verzoek van kapitein Engelhart als zaakwaarnemer optrad.

Op 10 november 1876 werd de houten koftjalk gemeten door scheepsmeter Schweig te Groningen. Op meetbrief No. 99 werd vermeld: L 22.25 m, B 4.98 m, 1872 gemeten?

(Bron: Archief Scheepsmetingsdienst te Rotterdam, onderzoek R. Slagter op 1/3/2002)

 

Engelhart Engelhard had zijn koftjalk al tien jaren in bezit, doch had verzuimd zowel de aflossing als de renten tijdig af te dragen aan scheepsbouwer Bodewes. Het op 02 augustus 1882 verschuldigde bedrag beliep de nominale hypotheek groot f 1000, alsmede renten tot een totaal van f 499. Het geduld van Wijnandus Bodewes raakte uitgeput. Hij besloot gebruik te maken van zijn recht tot openbare verkoop over te gaan en kaartte zijn zaak aan bij:

      *    Mr. A.W. Romkes, advocaat te Groningen aan de Schuitemakersstr.

      *    Mr. Jan .Marius Rens, advocaat en procureur te Dordrecht aan de Groenmarkt no. A. 212

      *    Marinus van de Liefde, deurwaarder bij de Arrondissements Rechtbank te Dordrecht, wonende aan de Groenmarkt Wijk A no 208.

Blijkbaar werd de zaak snel door de Arrondissementsrechtbank afgewikkeld, want op 26 augustus 1882 kon de deurwaarder Marinus van de Liefde op pad bijgestaan door de Rijksveldwachters Johannes Wempe en Willem Nicolaas Carel van Schalkwijk, naar de Kalkhaven te Dordrecht ‘…en aldaar aan boord van natenoemen schip ten laste van Engelhart Engelhart, schipper wonende te Groningen, eigenaar van- en wonende aan boord van dat schip, exploit doende en sprekende aldaar met schipper Engelhart Engelhart in persoon, in executoriaal beslag genomen:

Een koftjalk genaamd “Catharina”groot vijf en zeventig tonnen met al deszelfs opgoed en toebehooren, in het Koningrijk der Nederlanden te huis behoorende, wordende door den gerequireerde als schipper bevaren, met de navolgende opgoederen en toebehooren, als:

Een groot zeil, een stagfok, twee kluivers, een huik, vier dekkleeden, drie ankers, een ankerketting naar gissing 45 vademen, een ankerketting na gissing 30 vademen, een mantelketting, vier watertonnen, twee boomen, twee haken, een teerputs en een smeerputs, een lijn naar gissing 120 vademen, twee takelblokken, zes talieblokken met kluiffokkerschoot, een treklijn, een lantaarn, een houten compas, benevens een roeiboot met twee riemen…’.

Er resteerden voor de deurwaarder na het maken van deze inventarisatie nog een aantal formele handelingen. In het proces verbaal (PV) lezen we:

‘…ten einde het vertrek van dit schip te beletten heb ik deurwaarder hetzelve aan eene ketting vastgelegd, waarvan het eene einde aan de voorzijde van het schip is bevestigd, terwijl ik het andere einde met een slot aan den wal heb vastgehecht…vervolgens is door mij …over en aan boord   tot bewaarder aangesteld Francois Xavier Gascard, particulier wonende te Dordrecht…’

Tenslotte werd het PV in drievoud opgemaakt en ondertekend door zowel de deurwaarder als de beide Rijksveldwachters. Het origineel werd vervolgens aan de rechtbank bezorgd, terwijl zowel schipper Engelhart als de bewaarder een copie-exemplaar ter hand werd gesteld.

(Bron: Kadaster Groningen: AR dl 10 vak 171 en RSV dl 22 nr 3723)

 

De ‘Catharina’ werd op 27 september 1882 te Dordrecht geveild. Er staat niet bij aan wie het schip verkocht is. Kapitein Engelhard raakt op ruim 61-jarige leeftijd zijn schip, en daarmee zijn broodwinning, kwijt!

(Bron: NRC 28 september 1882).

De ‘Catharina’ zou later dat jaar executoriaal worden verkocht en als lichter op de Maas haar jaren slijten. De processtukken zijn wellicht nog aanwezig op het Rijksarchief in den Haag.

(Bron: GN Bouma, pagina 190)is 025

 

1872 / 1882              Overzicht van schepen van kapitein / eigenaar Engelhart Engelhard

                                                                                                                                                                                                         

type

naam

bj / ton / werf

periode

kap / bijz.

domicilie

koftjalk

Cathariena

1872 / 75

W. Bodewes

Martenshoek

1872 - 1882

 

26 aug 1882

27 sep 1882

Engelhart Engelhard

In beslag en

verkocht als

lichter op de Maas

Groningen

 

 

Op 20 december 1856 verklaren Lijsje Hendriks Joosten weduwe Jan Engelhard [JE I], Engelhard Engelhard en Arend Engelhard, allen van beroep schippers wonende te Groningen, te hebben verkocht en mitsdien in vollen en vrijen eigendom over te dragen aan Jan Engelhard [JE II], schipper, wonende te Groningen ‘  een tjalkschip genaamd Elisabeth, groot zevenentachtig tonnen, liggende te Groningen, en zulks voor een koopprijs van f 3200, te betalen voor den eersten Januarij 1857 in handen en op quitantie van de eerstondergeteekende Lijsje Hindriks Joosten te Groningen…’ Verder werd door partijen overeengekomen dat het schip op 20/12/1856 door koper reeds zou kunnen worden aanvaard ‘  met al het daarbij behoorend opgoed zoo en in diervoege als hetzelve laatstelijk door de eerstondergeteekende [LJ] is bevaaren geweest   ‘ De verklaring wordt op 14/01/1857 bij het Kadaster te Groningen ingeschreven in het RSV.

Brandmerk: 412 GRON 1845.

(Bron: Kadaster Groningen AR dl 2 vak 21 en RSV dl 10 nr 1185)

 

Noot:

Alle schepen van JE II worden bij het Kadaster opgeschreven in het AR

      1    dl 2 vak 21. Dit is fout want dat vak behoort JE I toe. Aangezien deze reeds voor of in 1856 is overleden behoeft over de eigendom der schepen van JE II geen twijfel te bestaan.

      2    Jan Engelhard [JE II] koopt de ‘Elisabeth’ van de erven van zijn vader.

 

Voorgaande gegevens zijn ontleend aan een overzicht van J.J.Engelhard, Ossenweg 28, 99431 TB Delfzijl en door mij verkregen per e-mail dd 22 september 2004 van de heer Mast te Delfzijl.092.

 

 

 

Datum vanaf: 1872
Kapitein: Engelhard, Engelhart

Algemene informatie

1872

Op 16-08-1872 wordt voor de CATHARIENA door E. Engelhart uit Groningen een eerste zeebrief aangevraagd voor zichzelf.

1873

ST 030773
Bremerhaven, 30 juni. Uitgezeild CATHARINA, E. Engelhard naar Amsterdam.
ST 300873
Oostmahorn, 26 augustus. Aangekomen CATHARINA, E. Engelhard van Bremen.

1875

ST 050675
Oostmahorn, 1 juni. Aangekomen CATHARINA, E. Engelhard van Bremen.
ST 080775
Texel, 7 juni. Binnengekomen CATHARINA, E. Engelhard van Christinestad.
ST 270875
Oostmahorn, 23 augustus. Aangekomen CATHARINA, E. Engelhard van Bremen.
 

1877

AH 281177
Tonningen, 22 november. Wegens tegenwind liggen alhier de navolgende Nederlandse schepen ten anker: JACOBINA FENNEGINA, kapt. Kramer; CATHARINA, kapt. Engelhard; KUNNECHIENA, kapt. Westerbrink; ZWAANTINA MARGARETHA, kapt. De Vries; PAX, kapt. Blok; MARGARETHA HENDRIKA, kapt. Datema; TRIENTJE, kapt. Egberts; JACOBUS DAVID, kapt. Schaap; JANTINA, kapt. Buisman; JANTJE, kapt. De Groot; TWEE GEZUSTERS, kapt. Vos.

1880

DT 260580
Ameland, 22 mei. Uitgezeild CATHARINA, E. Engelhard naar Oldenburg.
RN 280680
Bremen, 23 juni. Vertrokken CATHARINA, Engelhard naar Brunshausen.

1881

DT 200481
Ameland, 13 april. Uitgezeild CATHARINA, E. Engelhard naar Elbing.
DT 220681
Ameland, 17 juni. Aangekomen CATHARINA, E. Engelhard van Elbing.

Op 18-07-1881 wordt voor de CATHARIENA door E. Engelhart uit Groningen een zeebrief aangevraagd voor zichzelf.


DT 040881
Ameland, 30juli. Vertrokken CATHARINA, E. Engelhard naar Elbing.

1882

DT 020582
Delfzijl, 28 april. Uitgezeild CATHARINA, E. Engelhard naar Hamburg.
DVF 170682
Gotenburg, 9 juni. Vertrokken CATHARINA, E. Engelhard naar Dordrecht.
ST 210882
Ameland, 15 augustus. Aangekomen CATHARINA, E. Engelhard van Elbing.

Op 26 augustus 1882 laat scheepsbouwer Wijnandus Bodewes uit Martenshoek te Dordrecht beslagleggen op de koftjalk CATHARIENA, kapt. Engelhard wegens het niet aflossen van de lening.

NRC 280982
De CATHARIENA is te Dordrecht geveild. (opm: bericht niet gevonden)

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Bronnen

Jaar: 1872
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: N.A. Den Haag, toegang nummer 2.08.01.07 Zeebrieven verbalen, diverse bestanddelen.
notaris mr. H. Edelinck te Groningen, rep. nr. 512; kantongerecht Groningen, toegang 150, inv. nr. 222, rolnummer 360, 9 aug. 1872
Archief Scheepsmetingsdienst te Rotterdam, onderzoek R. Slagter op 1/3/2002
AH = Algemeen Handelsblad
DT = De Tijd
DVF = Dagblad van Friesland
ST = De Standaard