Inloggen
VILLE DE GAND - ID 18131


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1814-06-16 / 1819-00-00 | Reden uitgevlagd: Verkocht naar het buitenland

Identification Data

Bouwjaar: 0
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Construction Data

Werfnummer:
Technical Data

Net Tonnage: 235.00 tons (oude meting)
 
Ship History Data

Date/Name Ship 1814-06-16 VILLE DE GAND / STAD GENT
Manager: Van der Heyde-Loozé, Gent, Netherlands
Eigenaar: Van der Heyde-Loozé, Gent, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Gent / Netherlands

Ship Events Data

1816-12-07: De VILLE DE GAND, kapt. G. Swart, is op 7 december 1816 bij het Nieuwe Diep aan de grond geraak, maar met twee sloepen weer afgebracht.
1818-00-00: Final Fate:
Verkocht?
Van de VILLE DE GAND, kapt. G. Swart onderweg van Antwerpen naar Rio de Janeiro, is na op 7 september 1818 te zijn gepraaid in positie 14º N.B. 26º23' W.L. niets meer vernomen.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.Swart was met vlagnummer 26 in 1827 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag” 008.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Gerrit Swart op de:

“Stad Gent”, dd 25 april 1816; 26 februari 1817 en 20 oktober 1817;

“Martha & Elisabeth”, dd 17 maart 1820; 21 december 1820; 27 maart 1822; 21 maart 1823 en 05 april 1824.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 12 december 1816114

Amsterdam, 10 december. Kaptein G. Swart, voerende het schip de STAD GENT, van St. Thomas den 7 december binnen, meldt, van den 8 dito, dat zijn schip bij het inzeilen van het Nieuwe Diep aan de grond geraakt, doch na zwaar gestoten te hebben, met adsistentie van twee sloepen weder afgebragt is.

 

Rotterdamsche Courant 22 januari 1818114

Amsterdam, 20 januari. Volgens een brief van Cornelis Rab, voerende het schip de BERBICIAAN, van Amsterdam naar St. Eustatius en St. Thomas gedestineerd, in dato 26 december 1817, was hij den 4 dito uit Texel gezeild, zijnde die zelfde avond door zuidwestelijke wind belopen geworden, die de volgende dag zich tot een storm verhief met een hoge zee; de wind hierop ’s nagts Z. en Z.O. en de volgende dag Z.O. tot N.O. lopende, passeerde hij met dikke lucht (opm: slecht zicht) en storm uit het noorden, de Hoofden (opm: Nauw van Calais), in gezelschap van de schepen de DRIE VRIENDEN, kaptein Casper Tol, naar de Kust van Guinea; ZAANDAM, kapt. R.H. Krins, naar Surinamen; de PLANTER, kapt. C. Jessen, naar Demerarij, en de STAD GENT, kapt. G. Swart, naar Charlestown.

 

Rotterdamsche Courant 29 oktober 1818114

Amsterdam, 27 oktober. Den 7 september is op 14º N.B. 26º23’ W.L. gepraaid het schip de STAD GENT, kaptein G. Swart, van Antwerpen naar Rio Janeiro.

Wellicht staan deze meldingen niet bij de juiste kapitein.

 

Rotterdamsche Courant 04 mei 1820114

Amsterdam, 2 mei. Het schip MARTHA EN ELISABETH, kapt Gerrit Swart, van Amsterdam naar Curaçao, is den 20 april in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) gepraaid door kapt. H.J. de Bloom, van Surinamen, den 28 dito te Texel binnen.

 

Rotterdamsche Courant 16 september 1820114

Amsterdam, 14 september. Volgens de laatste berichten van Curaçao is het fregat de VROUW JEANNE, kapt. G. Coster, van Surinamen naar Amsterdam, hetwelk aldaar den 6 juni wegens bekomen lek binnengelopen is, na dat de lading gelost was om te repareren, afgekeurd en verkocht geworden.

De lading was overgescheept in de MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart, en SARA MARIA, kapt. P. Bostijn, welke eerste bereids den 22 juli naar Amsterdam vertrokken was.

 

Rotterdamsche Courant 22 augustus 1822114

Amsterdam, 29 augustus. Te St. Eustatius is gearriveerd G. Swart (opm: MARTHA EN ELISABETH) van Amsterdam; dezelve is, na aldaar de goederen voor dat eiland gelost te hebben, naar St. Martin verzeild, alwaar hij insgelijks gearriveerd is, en zou den 6 juni zijn reis naar Curaçao voortzetten.

 

Rotterdamsche Courant 17 september 1822114

Amsterdam, 15 september. Kapt. J.J. Bart, voerende het schip MARIA EN JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), van Curaçao in Texel binnen, meldt van de rede van Texel van den 11 september, dat hij, den 31 juli, des morgens, van Curaçao vertrokken zijnde, tegen de avond aangezeild is geworden door het schip MARTA EN ELIZABET (opm: MARTHA EN ELISABETH), kapt. G. Swart, mede van Curaçao naar Amsterdam bestemd; beide de schepen hadden schade bekomen; kapitein Bart had de zijne, welke aan het schip en tuig was, zo goed mogelijk hersteld, doch zou dezelve bezigtigd moeten worden; het schip was echter volkomen digt.

 

 

Datum vanaf: 1814
Kapitein: Swart, Gerrit

Datum vanaf: 1815
Kapitein: Levert, G.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

G.Swart was met vlagnummer 26 in 1827 lid van het Amsterdamse zeemanscollege “De Blaauwe Vlag” 008.

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a bevat monsterrollen op naam van kapitein Gerrit Swart op de:

“Stad Gent”, dd 25 april 1816; 26 februari 1817 en 20 oktober 1817;

“Martha & Elisabeth”, dd 17 maart 1820; 21 december 1820; 27 maart 1822; 21 maart 1823 en 05 april 1824.

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 12 december 1816114

Amsterdam, 10 december. Kaptein G. Swart, voerende het schip de STAD GENT, van St. Thomas den 7 december binnen, meldt, van den 8 dito, dat zijn schip bij het inzeilen van het Nieuwe Diep aan de grond geraakt, doch na zwaar gestoten te hebben, met adsistentie van twee sloepen weder afgebragt is.

 

Rotterdamsche Courant 22 januari 1818114

Amsterdam, 20 januari. Volgens een brief van Cornelis Rab, voerende het schip de BERBICIAAN, van Amsterdam naar St. Eustatius en St. Thomas gedestineerd, in dato 26 december 1817, was hij den 4 dito uit Texel gezeild, zijnde die zelfde avond door zuidwestelijke wind belopen geworden, die de volgende dag zich tot een storm verhief met een hoge zee; de wind hierop ’s nagts Z. en Z.O. en de volgende dag Z.O. tot N.O. lopende, passeerde hij met dikke lucht (opm: slecht zicht) en storm uit het noorden, de Hoofden (opm: Nauw van Calais), in gezelschap van de schepen de DRIE VRIENDEN, kaptein Casper Tol, naar de Kust van Guinea; ZAANDAM, kapt. R.H. Krins, naar Surinamen; de PLANTER, kapt. C. Jessen, naar Demerarij, en de STAD GENT, kapt. G. Swart, naar Charlestown.

 

Rotterdamsche Courant 29 oktober 1818114

Amsterdam, 27 oktober. Den 7 september is op 14º N.B. 26º23’ W.L. gepraaid het schip de STAD GENT, kaptein G. Swart, van Antwerpen naar Rio Janeiro.

Wellicht staan deze meldingen niet bij de juiste kapitein.

 

Rotterdamsche Courant 04 mei 1820114

Amsterdam, 2 mei. Het schip MARTHA EN ELISABETH, kapt Gerrit Swart, van Amsterdam naar Curaçao, is den 20 april in de Hoofden (opm: Nauw van Calais) gepraaid door kapt. H.J. de Bloom, van Surinamen, den 28 dito te Texel binnen.

 

Rotterdamsche Courant 16 september 1820114

Amsterdam, 14 september. Volgens de laatste berichten van Curaçao is het fregat de VROUW JEANNE, kapt. G. Coster, van Surinamen naar Amsterdam, hetwelk aldaar den 6 juni wegens bekomen lek binnengelopen is, na dat de lading gelost was om te repareren, afgekeurd en verkocht geworden.

De lading was overgescheept in de MARTHA EN ELISABETH, kapt. G. Swart, en SARA MARIA, kapt. P. Bostijn, welke eerste bereids den 22 juli naar Amsterdam vertrokken was.

 

Rotterdamsche Courant 22 augustus 1822114

Amsterdam, 29 augustus. Te St. Eustatius is gearriveerd G. Swart (opm: MARTHA EN ELISABETH) van Amsterdam; dezelve is, na aldaar de goederen voor dat eiland gelost te hebben, naar St. Martin verzeild, alwaar hij insgelijks gearriveerd is, en zou den 6 juni zijn reis naar Curaçao voortzetten.

 

Rotterdamsche Courant 17 september 1822114

Amsterdam, 15 september. Kapt. J.J. Bart, voerende het schip MARIA EN JAKOBA (opm: brik MARIA EN JACOBA), van Curaçao in Texel binnen, meldt van de rede van Texel van den 11 september, dat hij, den 31 juli, des morgens, van Curaçao vertrokken zijnde, tegen de avond aangezeild is geworden door het schip MARTA EN ELIZABET (opm: MARTHA EN ELISABETH), kapt. G. Swart, mede van Curaçao naar Amsterdam bestemd; beide de schepen hadden schade bekomen; kapitein Bart had de zijne, welke aan het schip en tuig was, zo goed mogelijk hersteld, doch zou dezelve bezigtigd moeten worden; het schip was echter volkomen digt.

 

 

Datum vanaf: 1816
Kapitein: Swart, Gerrit

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 1816-04-25
Scheepsnaam voorvoegsel: DE
Scheepsnaam: STAD GEND
Schipper: Swart, Gerrit
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

Marhisdata beschikt over geen enkele koopakte of iets dergelijks. Waar en wanneer de STAD GEND, ook wel STAD GENT resp. VILLE DE GAND is gebouwd is onbekend.

De grootte van 235 ton is informatie die André Delporte ons heeft nagelaten.

Dat het schip een brik was blijkt uit de Amsterdamse monsterrol van 25 april 1816.

De eerstgevonden zeebrief voor de VILLE DE GAND dateert van 16 juni 1814 en was uitgeschreven in Brussel, toen nog onder Frans bestuur; vanaf 1818 werden de Zuid-Nederlandse schepen vanuit Den Haag ‘bediend’.
De zeebrief was aangevraagd door Balthasar van der Heyde uit Oostende, partner in de rederij Van der Heyde-Loozé te Oostende en Gent. De naam van de kapitein werd hier niet vermeld, maar de Gazette van Brugge geeft uitsluitsel. Kapt. Swards, d.w.z. kapt. Gerrit Swart, vertrok op 16 oktober 1814 met de STAD GEND van Oostende naar Portugal. De brik kwam onder kapt. G. Levert op 30 december weer terug, mogelijk wegens ziekte van kapt. Swart, want deze hernam het commando in 1816, vermoedelijk reeds in 1815.

De zeebrieven schrijven de naam van de kapitein als G. Schwarz.

Het was interessant te lezen dat het schip de Oostenrijkse vlag, een ‘neutrale’, voerde en 11 opvarenden had. Een neutrale vlag diende om gevrijwaard te blijven van arrest en confiscatie door de strijdende partijen Frankrijk en Engeland. Meestal werd als neutrale vlag gekozen voor b.v. Kniphausen, Oldenburg of Pruisen.

Het final fate is niet gevonden. Kapt. G. Swart werd in september 1818 gepraaid, onderweg van Antwerpen naar Rio de Janeiro. Aankomst Rio noch terugreis zijn gevonden. Een zeebrief van 7 februari 1820 toont hem als kapitein op de brik MARTHA EN ELISABETH.
Dat leidt tot de veronderstelling dat de brik in Zuid-Amerika mogelijk is verkocht, iets dat we vaker zagen.
 

1814

GVB 171014
Oostende 16 oktober. Uitgevaren PAIX, kapt Hurtau, naar Frankrijk in ballast; HOOP, kapt. Stafhanger, op avontuur, in ballast; de STAD GEND, kapt. Swards (opm: brik, kapt. Gerrit Swart) naar Portugal, met graan, planken, enz., JOANNA kapt. C. Tulpinck, naar Londen, met graan; CONFIANCE, kapt. L. (J.L. ?) Moens, op avontuur, UNIE, kapt. J. Niesenwater (opm: kof, kapt. Joh.C. Nieschwager) naar Spanje, met hout, hebbende gerelacheerd (opm: als bijlegger, onderweg van Wyborg naar Cadiz).
 

1815

BCB 030115

Oostende, 31 december 1814. Staet der Have

Den 29 en 30 zyn hier binnengekomen dry paquet-booten uyt Engeland.
La JEUNE ADÈLE, kapt. P. Hansen, van Bordeaux met wyn, brandewyn en pruymen; la VILLE DE GAND (opm: brik), kapt. G. Levert, van Faro met fruyt en zout.
Den 31 de CATHARINE, kapt. D. Michel, van Colchester, met manufactuur goederen, la JEUNE PAULINE (opm: smak), kapt. H. Braems, van Londen in ballast.
 

1816

Op 25 april 1816 tekende kapt. Gerrit Swart ten overstaan van de Waterschout in Amsterdam de monsterrol van de brik STAD GEND voor de bestemming Havanna. De scheepsagent / boekhouder was Boouvij.

RC 121216

Amsterdam, 10 december. Kaptein G. Swart, voerende het schip de STAD GENT (opm: brik, thuishaven Oostende; ook VILLE DE GAND), van St. Thomas den 7 december binnen, meldt, van den 8 dito, dat zijn schip bij het inzeilen van het Nieuwe Diep aan de grond geraakt, doch na zwaar gestoten te hebben, met adsistentie van twee sloepen weder afgebragt is.


1817

Op 20 oktober 1817 verkreeg Jean François de Loosé te Gent voor de VILLE DE GAND onder kapt. Gerrit Swartz de eerste Nederlandse zeebrief. Er werd verwezen naar een zeebrief van 20 februari 1817, waarvan geen aantekening is gevonden.
 

1818

RC 220118

Amsterdam, 20 januari. Volgens een brief van Cornelis Rab, voerende het schip (opm: brik) de BERBICIAAN, van Amsterdam naar St. Eustatius en St. Thomas gedestineerd, in dato 26 december 1817, was hij den 4 dito uit Texel gezeild, zijnde die zelfde avond door zuidwestelijke wind belopen geworden, die de volgende dag zich tot een storm verhief met een hoge zee. De wind hierop ’s nagts Z. en Z.O. en de volgende dag Z.O. tot N.O. lopende, passeerde hij met dikke lucht (opm: slecht zicht) en storm uit het noorden, de Hoofden (opm: Nauw van Calais), in gezelschap van de schepen de DRIE VRIENDEN, kaptein Casper Thol, naar de Kust van Guinea; ZAANDAM (opm: fluit), kapt. R.H. Krins, naar Surinamen; de PLANTER (opm: fregat), kapt. C. Jessen, naar Demerarij, en de STAD GENT (opm: brik), kapt. G. Swart, naar Charlestown.
MCO 120518
Vlissingen, 10 mei. De schelde opgevaren STAD GENT, G. Zwart van Charlestown.

De Turkse Pas van 1817 van de VILLE DE GAND onder kapt. Gerrit Swartz werd conform de wet op 23 juni 1818 door de Directeur der Inkomende en Uitgaande Rechten te Amsterdam naar Den Haag gezonden waar deze op 24 juni 1818 werd geroyeerd.
In verband met de volgende reis naar Rio de Janeiro werd dezelfde dag een nieuwe Turkse Pas afgegeven.

RC 291018

Amsterdam, 27 oktober. Den 7 september is op 14º N.B. 26º23' W.L. gepraaid het schip (opm: brik) de STAD GENT, kapt. G. Swart, van Antwerpen naar Rio Janeiro.

 

Bronnen

Jaar: 0000
Bron: Diverse Bronnen
Omschrijving: De heer André Delporte, Luik
Amsterdamse monsterrollen on line
BCB = Bekendmaekingen van de Commune de Belleghem
GVB = Gazette van Brugge
RC = Rotterdamsche Courant