Marhisdata beschikt over geen enkele koopakte of iets dergelijks. Waar en wanneer de STAD GEND, ook wel STAD GENT resp. VILLE DE GAND is gebouwd is onbekend.
De grootte van 235 ton is informatie die André Delporte ons heeft nagelaten.
Dat het schip een brik was blijkt uit de Amsterdamse monsterrol van 25 april 1816.
De eerstgevonden zeebrief voor de VILLE DE GAND dateert van 16 juni 1814 en was uitgeschreven in Brussel, toen nog onder Frans bestuur; vanaf 1818 werden de Zuid-Nederlandse schepen vanuit Den Haag ‘bediend’.
De zeebrief was aangevraagd door Balthasar van der Heyde uit Oostende, partner in de rederij Van der Heyde-Loozé te Oostende en Gent. De naam van de kapitein werd hier niet vermeld, maar de Gazette van Brugge geeft uitsluitsel. Kapt. Swards, d.w.z. kapt. Gerrit Swart, vertrok op 16 oktober 1814 met de STAD GEND van Oostende naar Portugal. De brik kwam onder kapt. G. Levert op 30 december weer terug, mogelijk wegens ziekte van kapt. Swart, want deze hernam het commando in 1816, vermoedelijk reeds in 1815.
De zeebrieven schrijven de naam van de kapitein als G. Schwarz.
Het was interessant te lezen dat het schip de Oostenrijkse vlag, een ‘neutrale’, voerde en 11 opvarenden had. Een neutrale vlag diende om gevrijwaard te blijven van arrest en confiscatie door de strijdende partijen Frankrijk en Engeland. Meestal werd als neutrale vlag gekozen voor b.v. Kniphausen, Oldenburg of Pruisen.
Het final fate is niet gevonden. Kapt. G. Swart werd in september 1818 gepraaid, onderweg van Antwerpen naar Rio de Janeiro. Aankomst Rio noch terugreis zijn gevonden. Een zeebrief van 7 februari 1820 toont hem als kapitein op de brik MARTHA EN ELISABETH.
Dat leidt tot de veronderstelling dat de brik in Zuid-Amerika mogelijk is verkocht, iets dat we vaker zagen.
1814
GVB 171014
Oostende 16 oktober. Uitgevaren PAIX, kapt Hurtau, naar Frankrijk in ballast; HOOP, kapt. Stafhanger, op avontuur, in ballast; de STAD GEND, kapt. Swards (opm: brik, kapt. Gerrit Swart) naar Portugal, met graan, planken, enz., JOANNA kapt. C. Tulpinck, naar Londen, met graan; CONFIANCE, kapt. L. (J.L. ?) Moens, op avontuur, UNIE, kapt. J. Niesenwater (opm: kof, kapt. Joh.C. Nieschwager) naar Spanje, met hout, hebbende gerelacheerd (opm: als bijlegger, onderweg van Wyborg naar Cadiz).
1815
BCB 030115
Oostende, 31 december 1814. Staet der Have
Den 29 en 30 zyn hier binnengekomen dry paquet-booten uyt Engeland.
La JEUNE ADÈLE, kapt. P. Hansen, van Bordeaux met wyn, brandewyn en pruymen; la VILLE DE GAND (opm: brik), kapt. G. Levert, van Faro met fruyt en zout.
Den 31 de CATHARINE, kapt. D. Michel, van Colchester, met manufactuur goederen, la JEUNE PAULINE (opm: smak), kapt. H. Braems, van Londen in ballast.
1816
Op 25 april 1816 tekende kapt. Gerrit Swart ten overstaan van de Waterschout in Amsterdam de monsterrol van de brik STAD GEND voor de bestemming Havanna. De scheepsagent / boekhouder was Boouvij.
RC 121216
Amsterdam, 10 december. Kaptein G. Swart, voerende het schip de STAD GENT (opm: brik, thuishaven Oostende; ook VILLE DE GAND), van St. Thomas den 7 december binnen, meldt, van den 8 dito, dat zijn schip bij het inzeilen van het Nieuwe Diep aan de grond geraakt, doch na zwaar gestoten te hebben, met adsistentie van twee sloepen weder afgebragt is.
1817
Op 20 oktober 1817 verkreeg Jean François de Loosé te Gent voor de VILLE DE GAND onder kapt. Gerrit Swartz de eerste Nederlandse zeebrief. Er werd verwezen naar een zeebrief van 20 februari 1817, waarvan geen aantekening is gevonden.
1818
RC 220118
Amsterdam, 20 januari. Volgens een brief van Cornelis Rab, voerende het schip (opm: brik) de BERBICIAAN, van Amsterdam naar St. Eustatius en St. Thomas gedestineerd, in dato 26 december 1817, was hij den 4 dito uit Texel gezeild, zijnde die zelfde avond door zuidwestelijke wind belopen geworden, die de volgende dag zich tot een storm verhief met een hoge zee. De wind hierop ’s nagts Z. en Z.O. en de volgende dag Z.O. tot N.O. lopende, passeerde hij met dikke lucht (opm: slecht zicht) en storm uit het noorden, de Hoofden (opm: Nauw van Calais), in gezelschap van de schepen de DRIE VRIENDEN, kaptein Casper Thol, naar de Kust van Guinea; ZAANDAM (opm: fluit), kapt. R.H. Krins, naar Surinamen; de PLANTER (opm: fregat), kapt. C. Jessen, naar Demerarij, en de STAD GENT (opm: brik), kapt. G. Swart, naar Charlestown.
MCO 120518
Vlissingen, 10 mei. De schelde opgevaren STAD GENT, G. Zwart van Charlestown.
De Turkse Pas van 1817 van de VILLE DE GAND onder kapt. Gerrit Swartz werd conform de wet op 23 juni 1818 door de Directeur der Inkomende en Uitgaande Rechten te Amsterdam naar Den Haag gezonden waar deze op 24 juni 1818 werd geroyeerd.
In verband met de volgende reis naar Rio de Janeiro werd dezelfde dag een nieuwe Turkse Pas afgegeven.
RC 291018
Amsterdam, 27 oktober. Den 7 september is op 14º N.B. 26º23' W.L. gepraaid het schip (opm: brik) de STAD GENT, kapt. G. Swart, van Antwerpen naar Rio Janeiro.