Over de schoener NÉLIE en haar kapitein Hendrik Jansen (ook wel Janssen) is zeer weinig bekend. Behalve de uitgifte en annulering van de zeebrief is geen officieel document gevonden.
Op 26 juli 1830 kreeg de NÉLIE onder kapt. H. Janssen haar eerste zeebrief. Deze was aangevraagd door de reder, J. Fleury Duray te Brussel, maar zou reeds in november worden geroyeerd.
Bert Klaes meent dat de schoener in 1812 zou zijn gebouwd. Waar en voor wie is door Marhisdata niet gevonden.
1830
Bureau Veritas vermeldt in haar Register van 1831 dat de NÉLIE in mei 1830 zou zijn gedubbeld met zink en dat reparaties zouden zijn uitgevoerd. Dit feitje + de uitgifte van de eerste zeebrief in juli lijken er op te duiden dat de schoener in het voorjaar van 1830 door Fleury Duray uit het buitenland moet zijn aangekocht.
GVB 110830
Vlissingen, 4 augustus. Van Antwerpen is van onze rede naar zee gezeild de NÉLIE (opm: Brusselse schoener), kapt. H. Jansen, naar Malaga.
LL 210930
Malaga, 27 augustus. Binnengekomen de NÉLIE, kapt. Jansen, van Antwerpen.
Gedurende 25-27 augustus 1830 waren er in Brussel onlusten geweest welke de opmaat vormden tot de revolutie die resulteerde in de Afscheiding door België. Op 4 oktober 1830 werd eenzijdig de onafhankelijkheid van België geproclameerd.
In reactie hierop decreteerde koning Willem I bij Koninklijk Besluit van den 28 October 1830 (Staatsblad No 73), dat ‘van alle Schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk te huis behoren de zeebrieven moeten worden ingetrokken’.
Op de uitgegeven lijst van 196 schepen wordt de NÉLIE vermeld, met daarbij de gegevens:
schoener, 36 lasten, schipper H. Jansen, reder J. Fleury Duray te Brussel.
LL 291030
Texel, 28 oktober. Binnengekomen de NÉLIE, kapt. H. Jansen, van Malaga.
OHC 311030
Amsterdam, 29 oktober. Den 28 dezer is in Texel binnengekomen kapt. H. Jansen (opm: schoener NÉLIE), van Malaga naar Stettin, als bijlegger; heeft zware schade en verlies van zeilen, en bij het binnenkomen bij de Kleine Keten tegen de buitenbank van het strand aan de grond gezeten en zwaar gestoten; is met behulp van sloepen in het Nieuwe Diep gebracht, moet lossen om te repareren.
De schoener moest worden ingeklaard, waarbij o.a. de zeebrief, het paspoort van een schip, aan de douane moet worden getoond. Gelet op de oekaze van de Koning van diezelfde dag was het logisch dat de Nederlandse zeebrief op 9 november werd ingetrokken. Het document werd via de Gouverneur van Noordholland naar Den Haag gezonden en aldaar op 13 november geroyeerd. Daarmede zou de NÉLIE automatisch onder Belgische vlag moeten komen. Gezien de staat van het schip en de verkoop van het hol zullen deze formaliteiten niet meer zijn vervuld.
OHC 111130
Advertentie. Publieke verkoping, op dinsdag den 16 november 1830, des avonds om zes ure, in het Logement den Rooden Leeuw, aan den Helder, van:
Ene partij van plus minus veertig fusten olie.
Plus minus drie á vier honderd hele en halve kisten rozijnen.
Vijftig kwart kisten citroenen, en enige potten ingelegde druiven.
Alles min of meer door zeewater beschadigd, gelost uit het schoonerschip NÉLIE, gevoerd bij kapitein Hendrik Jansen, van Malaga naar Stettin gedestineerd.
Nadere informatie zijn te bekomen ten kantore van den notaris K.L. Kluppel, aan Den Helder.
1831
OHC 010231
Advertentie. Publieke verkoping, op vrijdag den 4den februari 1831, des morgens om 10 ure, aan het Nieuwediep, gemeente Den Helder c.a., in de binnenhaven van ‘t Kanaal, van:
Het hol of casco van het met zink beslagen schooner schip NÉLIE, gevoerd geweest bij kapitein Hendrik Jansen, met deszelfs tuigage, bestaande in ankers, touwen, zeilen, staand en lopend want, rondhouten, watervaten, enige kajuitsgoederen, een boot, en hetgeen verder zal worden gepresenteerd. De goederen zullen daags voor den verkoopdag aan het Nieuwediep voormeld voor elk te zien zijn.
(opm: het casco, mogelijk gebouwd in 1812, werd verkocht voor de sloop, zie OHC 311030; koper en prijs onbekend)