1826 – 1840
De hektjalk is door scheepstimmerman Tjeerd Tjallings van der Werf in Terband, Friesland, in de winter van 1825-1826 afgebouwd. Op 21 februari 1826 werd het schip in Terband door de scheepsmeter gemeten op 60 zeetonnen of 89 binnentonnen.
Op 14 februari 1826 was aan Kier Hendriks Nijmeyer, schipper woonachtig te ’s-Hertogenbosch, een officiële lening verstrekt groot 1.550 gulden. Zijn financiers waren de kooplieden Jan van der Sluis en Siebe Tuymelaar te Heerenveen, handelend als firma Van der Sluis & Tuymelaar. Het schip moet de naam TWEE ZUSTERS hebben gekregen en voer in de binnenvaart.
Vermoedelijk had de financiering op basis van huurkoop plaatsgevonden. Te eniger tijd kwam de tjalk in eigendom van de firma Van der Sluis & Tuymelaar, waarna het schip welhaast een geslachtsverandering moet hebben ondergaan. Toen de firmanten het schip op 15 augustus 1840 onderhands verkochten heette de tjalk TWEE GEBROEDERS. Voor 500 gulden werd Pieter Geerts Brouwer, schipper te Dokkum, de nieuwe eigenaar. Schipper Brouwer ging met de – nu – GOEDE VERWACHTING naar zee.
Kapt. P.G. Brouwer uit Dokkum vroeg voor de GOEDE VERWACHTING voor zichzelf een zeebrief aan, die op 3 oktober 1840 werd afgegeven. De eerste zeereis ging naar Hamburg.
AB 211140
Op de Elbe aangekomen 15 november, GOEDE VERWACHTING, Brouwer, van Dokkum. (opm: eerste zeereis van deze in 1826 gebouwde hektjalk, kapt. P.G. Brouwer)
1841
GRC 210541
Te Hamburg gearriveerd GOEDE VERWACHTING, Brouwer, van Amsterdam.
NJO 231041
Twee Pond beloning
Newcastle. Terwijl het Nederlandse schip GOEDE VERWAGTING, onderweg van Lossiemouth naar Hamburg met haring, op de Herd zandplaat woensdagmiddag 5 oktober in de ingang van deze haven strandde en wrak werd, was de vrouw van de kapitein zo ongelukkig om overboord te spoelen en te verdrinken. Door verscheidene personen was aan de kapitein doorgegeven dat het lichaam op de kust was gevonden. De waarheid van deze verklaringen kan niet goed worden vastgesteld ofschoon onderzoeken hebben plaatsgevonden in Sunderland en andere plaatsen. Bovenstaande beloning zal daarom door de Heer Edward Hall Campbell, Consul van Nederland in Newcastle, worden uitgekeerd aan de persoon die zekerheid verschaft over het vinden van het lichaam, terwijl alle gemaakte kosten eveneens door hem zullen worden betaald.
Kantoor van het Nederlands Consulaat, Newcastle upon Tyne, 22 oktober 1841
(opm: de hektjalk GOEDE VERWACHTING, bouwjaar 1826, was eigendom van kapitein Pieter Geerts Brouwer, Dokkum)
Op 15 november 1841 werd de zeebrief van de GOEDE VERWACHTING, kapt P.G. Brouwer, door de Consul te Londen naar Den Haag terug gezonden met de mededeling Schip verongelukt.