1805
Waarschijnlijk is 1805 het bouwjaar van het in de Verenigde Staten gebouwde fregat NEPTUNUS; de naam wordt in Engelse kranten vaak ‘verengelst’ tot NEPTUNE, zoals in 1813 ook Severin Middell Smith zou doen.
De eerste vermelding is in Lloyd’s Register 1807 (die in die tijd vaak enkele jaren ‘achter’ liep). In de kolom bouwjaar is slechts P. vermeld, d.w.z. gebouwd van pine, grenenhout.
In LR 1810-1811-1813-1814 staat NEPTUNUS, kapitein-eigenaar F. Klein, 201 ton, Amerikaans, nieuw dek en dekhuis in 1805, Prize, 13’. Het woord ‘prize’, gekaapt, hebben we in dit verband niet kunnen verklaren.
LR 1815 noemt enkele belangrijke afwijkende gegevens in vergelijking tot de vroegere registers:
NEPTUNE, Ship, s., Master Gusterson (opm: Isaac Gustafsson), 205 ton, single deck with beams, 11de jaar (opm: dus bouwjaar 1805), Amerikaans, Eigenaar T. Hodgens (opm: Thomas Hodgen), 14’.
Wanneer F. Klein het schip aan Thomas Hodgen heeft verkocht is onbekend, rond 1812 ?
Op 21 maart 1813 verkocht Hodgen het schip aan de Zweedse kapitein Isaac Gustafsson uit Kungsbacka, Zweden.
Op 6 december 1816 werd de NEPTUNUS in Dublin doorverkocht aan Severin Middell Smith, de thuishaven is onbekend. De naam werd het volgend jaar NEPTUNE.
Op 7 oktober 1817 werd de NEPTUNE in Antwerpen verkocht aan Egidius Josephus Neef, Antwerpen. De nieuwe naam werd JEUNE MIMI.
1808
MP 020508
Lloyd’s Marine list, 29 april. De NEPTUNE, kapt. F. Klein, van Oporto, is op de rede van Dover door een Franse kaper overvallen en naar Duinkerken gebracht.
(opm: ondanks dat de Verenigde Staten in die jaren neutraal waren werd het Amerikaanse fregat NEPTUNUS niet vrijgegeven, zie LCEG 180909; het schip kwam in 1817 in Nederlandse handen)
1809
LCEG 180909
Verleden donderdag (opm: 14 september) arriveerde in Leith een 6 kanons schoener-kaper die ter hoogte van de Noordkaap was genomen door de oorlogssloep SNAKE. De kaper had de NEPTUNE, JANE en CURRER genomen, neutrale schepen die alle zijn terugveroverd door de SNAKE.
(opm: vermoedelijk was de NEPTUNE het Amerikaanse fregat NEPTUNUS dat een jaar eerder in Franse handen was gevallen)
1813
Marhisdata’s Zweedse correspondent Håkan Nihlman schrijft o.a.:
De zeebrief liggende in het Kommerscollegium in Zweden geeft de volgende informatie: de NEPTUNUS was in Amerika gebouwd van dennen- en eikenhout; jaartal niet vermeld.
Op 21 maart 1813 werd het schip in Dublin door Thomas Hodgen verkocht aan kapitein Isaac Gustafsson uit Kungsbacka.
De Zweedse meetbrief geeft de volgende gegevens: lang 80,5 Zweedse voeten, breed 25,0 en beladen diepgang bij het achterschip 14,8 Zweedse voet. De NEPTUNUS mat 93 2/5e Zweedse last. (opm: een Zweedse voet is 29,69 cm)
LL 110513
Stockholm, 27 april. Aangekomen de NEPTUNE kapt. Gustaffson, van Dublin, in 10 dagen. (opm: het fregat NEPTUNUS was in maart in Dublin aangekocht door kapt. Isaac Gustafsson, was daarna vermoedelijk op een voorlopige Zweedse zeebrief [het paspoort van een schip] naar Stockholm gevaren om te worden gemeten waarna de definitieve Zweedse zeebrief werd verstrekt)
1814
LL 130914
Stockholm, 28 augustus. Binnengekomen de NEPTUNUS, kapt. Gustafsson, van Liverpool.
1815
SNL 070615
Dublin, Pier Head, 5 juni. Binnengekomen de NEPTUNE, kapt. Gustafson, in ballast, van Gothenburg.
LL 220915
Gravesend, 20 september. Binnengekomen de NEPTUNE, kapt. Smith, van Antwerpen
1817
LL 260817
Antwerpen, 17 augustus. Binnenngekomen de NEPTUNUS, kapt. Smith, van New York.
(opm: ditt Engelse fregat van kapitein-eigenaar Severin Middell Smith werd op 7 oktober voor 4.300 gulden verkocht aan Egide Joseph Neef, reder te Antwerpen en kreeg de naam JEUNE MIMI.
Op 9 oktober 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEUNE MIMI, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor Jos François Rootsaert als kapitein.
Op 1 december 1817 werd een nieuwe zeebrief afgegeven voor de JEUNE MIMI, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, nu voor kapt. Remmert Folkerts. Deze combinatie verkreeg ook een Turkse Pas voor een reis naar Bahia
RC 271117
Onder belading naar Bahia (opm: nu Salvador, Brazilië) ligt de Belgische driemaster JEUNE MIMI, om 5 december aanstaande te vertrekken; ook dit schip neemt goederen en passagiers mee.
Voor informatie richte men zich tot de heer Neef, koopman, of de Firma Charles Bréquigny en R. van Goorlaeken, scheepsmakelaars te Antwerpen.
(opm: Het is curieus dat hier nog van Belgische schepen werd gesproken. Door het Congres van Wenen waren Nederland en België op 13 februari 1815 officieel verenigd. Vanaf 6 juni 1815 werd de Nederlandse vlag gevoerd.)
1818
RC 300618
Londen, 26 juni. Den 6 april bevond zich op de hoogte van 22 graden zuiderbreedte het schip JEUNE MIMI, R. Folkerts, van Antwerpen naar Rio-Janeiro.
1820
Op 7 februari 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEUNE MIMI, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor H. Rose als kapitein. (ex kapitein Remmert Folkerts)
Voor deze combinatie werd tevens een Turkse Pas verstrekt voor een reis naar Rio de Janeiro.
MCO 020320
Vlissingen, 29 februari. Van is de Schelde afgekomen la JEUNE MIMI, kapt. H. Rose, naar Rio Janeiro, met stukgoederen.
1821
Op 29 september 1821 werd een nieuwe zeebrief aangevraagd voor de JEANETTE (ex JEUNE MIMI), door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor H. Rose als kapitein.
Deze werd in ‘advies’ gehouden. Eerst moest de oude zeebrief van de JEUNE MIMI worden ingeleverd.
Op 1 oktober 1821 werd, na inlevering van de oude zeebrief van de JEUNE MIMI, een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEANNETTE, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor H. Rose als kapitein. Voor deze combinatie werd tevens een Turkse Pas verstrekt voor een reis naar Batavia.
Zeer waarschijnlijk heeft de vertimmering van driemaster naar brik in 1821 plaatsgevonden en was dit een reden om het schip – dat wel van tuigage maar niet van eigenaar was verwisseld – een nieuwe naam te geven en conform de wet van 1819 als binnenslands gebouwd te beschouwen.
RC 031121
Rotterdam, 2 november. Van Vlissingen wordt van den 31 passato gemeld:
Sedert onze laatste zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen MAAS EN IJSSELSTROOM, R. Rensee (opm: R. Renses), naar Bayonne; ADVENTURE, H.J. Dunh, naar Bordeaux; OTHO, E. Carman, naar St. Ubes (opm: Setubal); JEANNETTE (opm: van fregat naar brik vertuigde ex-JEUNE MIMI), H. Rose, naar Batavia.
1822
RC 231122
Rotterdam, 22 november. Van Vlissingen meldt men van den 19 dezer, dat sedert onze laatste aldaar ter rede gekomen zijn voor Antwerpen bestemd: l’ÉLISE, J. Darley (opm: waarschijnlijk J. Darlau), van Bordeaux; (opm: galjoot) CHRISTINA VOS, N.A. Smaal , van Bordeaux; JEANNETTE, H. Rose, (opm: thuishaven Antwerpen, kapt. Hendrik Rose) van Batavia; de VROUW ANNEGINE (opm: ANNEGINA), R.W. Huisman, van Liverpool.
1823
Op 26 februari 1823 werd een Turkse Pas verstrekt, voor een reis naar Batavia, voor de JEANNETTE, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor H. Rose als kapitein.
DC 270323
Vlissingen, 16 maart. Sedert den 13 dezer zijn van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild: de HARMONIE, kapt. B.J. Wijgers, naar Londen, met boomschors; l’ÉCLAIR, kapt. P. Schonefeld (opm: schoener, thuishaven Antwerpen, kapt. Joannes Albertus Schönefeld), naar Lissabon, met stukgoederen; RESOLUTION, kapt. J. Strobuur, naar Bergen, met dakpannen; de VALK, kapt. J. de Valk (opm: VALCK, bijlander, kapt. Joannes de Valck, thuishaven Gent), naar Londen, met boomschors; de VROUW ENGELINA, kapt. H.T. de Jong (opm: kof, kapt. Harm Tjebbes de Jonge), naar Londen, met boomschors; de JUFVROUW TITSIA (opm: kof JUFFER TITIA), kapt. L.J. Besseling, naar Liverpool, met ballast; de VROUW ANNEGINA (opm: smak), kapt. J.J. Boon, op avontuur, en de MARIA, kapt. J. Andersen, naar Bordeaux, beide met ballast; JEANNETTE, kapt. H. Rose, naar Batavia, met stukgoederen.
AC 091223
Door kapt. H. Rose, voerende de brik JEANNETTE (opm: thuishaven Antwerpen), den 5 dezer in 8½ maand uit en thuis van Batavia te Antwerpen gearriveerd, is den 28 september op 34º44’ Z.B. en 18º10’ O.L. gepraaid het schip de DRIE GEBROEDERS, kapt. E. Edeling (opm: pink, kapt. A.C. Edeling), van Batavia naar Amsterdam, zijnde lek in het bovenwerk en zou naar de Kaap ter reparatie zeilen.
DC 131223
Vlissingen, 6 december. Voor Antwerpen bestemd MARIA ADOLPHINA (opm: kof), kapt. J.H. Haverbult, van Bordeaux met suiker en wijn; DE ZWAAN, kapt. T.J. Peck, van Triëst met stukgoederen; JEANNETTE (opm: brik, thuishaven Antwerpen), kapt. H. Rose, van Batavia met koffie; HOPTEME (opm: fregat HORTENSE, thuishaven Gent), kapt. J.Y. van der Zweep, van Rio Janeiro met suiker en koffie.
1824
Op 6 maart 1824 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEANNETTE, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor Hendrik Rose als kapitein. Vermelding: ‘ZB van 1821-10-01 no.519 vervallen; ingevolge besluit no.19 van 28 nov.1821 van Z.M. thans als binnenslands gebouwd’.
Voor deze combinatie werd ook een Turkse pas, voor een reis naar Batavia, verstrekt. Deze Pas werd na voltooiing van de rondreis op 4 februari 1825 gerpyeerd.
RC 010424
Rotterdam, 31 maart. Van Vlissingen meldt men van den 23 dezer, sedert onze laatste, van Antwerpen de Schelde afgekomen en naar zee gezeild de schepen COMMERCIE (opm: COMMERCE), kapt. H.A. de Vries, SOPHIA, kapt. L. Muijs, beide naar Londen, met boomschors; JEANNETTE (opm: brik, Antwerpen), kapt. H. Rose, naar Batavia, met stukgoederen; EIZO DE WIND (opm: EIZO DE WENDT), kapt. W.G. Hellinga, naar Leith, met boomschors, en MARIA, kapt. T.G. Mellema, en NYMPHIA, kapt. J.W. Lange, beide naar Hull, met vlas, en is te Antwerpen gearriveerd de VIER GEZUSTERS, kapt. Oostra, van Bordeaux.
1825
RC 060125
Amsterdam, 4 januari. Sedert onze laatste zijn in Texel binnengekomen de schepen JEANNETTE (opm: kapt. Hendrik Rose), van Batavia, als bijlegger naar Antwerpen; EDWARD, van Boston, idem als bijlegger naar Rotterdam; kapt. P. Bakker, van Smyrna.
RC 080125
Amsterdam, 6 januari. Met de brik JEANNETTE, kapt. H. Rose, heeft men brieven van den 15 september, wanneer het schip SARA, kapt. P. Landberg, den 3 juni uit Helvoet gezeild, in de Straat Sunda was. Daar men voorts met gemelde brik een triplicaat-brief heeft ontvangen, waarvan de originele met het schip CORNELIA, kapt. S.H. Veen, en de duplicaat met de brik BARONNESSE VAN DER CAPELLEN verzonden is, is het waarschijnlijk, dat deze twee schepen, tussen den 2 en 15 september, van Batavia vertrokken zijn.
RC 150125
Amsterdam, 13 januari. Den 9 dezer lagen in het Nieuwe Diep de volgende schepen, welke gedeeltelijk sedert de maand september op gunstige wind wachtten (opm: 70 in totaal), om naar zee te zeilen, als: JEANNETTE, kapt. H. Rose, van Batavia naar Antwerpen.
DC 030225
Vlissingen, 25 januari. Van den 23 dezer tot heden, voor Antwerpen bestemd, zijn op onze rede aangekomen: JEANNETTE, kapt. A.J. Molenaar (opm: kapt. A.J. Meulenaer), van Batavia, met koffie; de JUFVROUW JAANTJE, kapt. J.D. Helder, van Bergen, met stokvis en traan.
Op 7 april 1825 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JEANNETTE, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor A.J. Meulenaer als kapitein.
DC 260525
Vlissingen, 21 mei. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en van den 18 dezer tot heden naar zee gezeild: LA JOYEUSE ARRIVÉE, kapt. F. Beniest, naar Londen met granen; DE IRIS, kapt. J. Hubroek, naar Rio de Janeiro met stukgoederen; DILIGENT (opm: eerste reis schoener DILIGENTE, thuishaven Antwerpen), kapt. P. Petit, naar Valparaiso met stukgoederen; LA REINE CHERUB, kapt. P. Sparboom naar Bridport, en JACOBA, kapt. J.J. Rink naar Glasgow, beide met boomschors; DE INDUSTRIE, kapt. P. van Duivenbode, naar de Oostzee met ballast; JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, naar Port-au-Prince met stukgoederen; en DE JUFFROUW AKKE, kapt. M. Jeltes naar Memel, beide met ballast; DE VROUW GEERDINA, kapt. L.K. Sok naar Petersburg met stukgoederen. DC 081125
Vlissingen, 1 november. Sedert onze laatste zijn voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: FAHR SUNDS HAAB, kapt. J. Jonassen van Liverpool met stukgoederen; OSCAR, kapt. J. Guild van Riga met lijnzaad: MEDUSA, kapt. J. Lubbing van Londen met stukgoederen; de DOCHTER ALIDA, kapt. H.D. Duijt van Portsmouth met ballast; JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer van Port-au-Prince, met koffie en cacao; L’ÉCLAIR, kapt. J. Salzsieder van Malaga met fruit en stukgoederen.
1826
Op 31 januari 1826 werd een Turkse Pas verstrekt voor de JEANNETTE, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor A.J. Meulenaer als kapitein.
Deze Pas werd na voltooiing van de rondreis op 8 september 1826 geroyeerd.
DC 070326
Vlissingen, 18 februari. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 14 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: PROVIDENTIA, kapt. M. Madzen naar Newcastle met boomschors; DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens; AURORA, kapt. B.J. Wilgers; DE JUFVROUW ANNA LUPPINA, kapt. B.H. Plukker, en CONSTANCE, kapt. P. van der Kerkhoven, alle vier naar Liverpool, met boomschors; JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer naar Buenos Aires met stukgoederen; ANDREAS, kapt. J. Voss naar Bordeaux en DE VROUW GEZINA, kapt. H.A. Jongebloed op avontuur, beide met ballast; DE COCK, kapt. E. den Duyts, naar Brazilië met stukgoederen; HERMANN, kapt. H. Rohde, naar Bordeaux met steenkolen; LE SANS REPOS, kapt. C. Peters, naar Londen met boomschors; DE WELVAART, kapt. H.W. Velt naar Bordeaux en L’UNION, kapt. J. Rickmers, op avontuur, beide met ballast;
DC 310826
Vlissingen, 27 augustus. Van den 21 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: THERESIA, kapt. J.H. Reimery, van Bordeaux met wijn en brandewijn; NEPTUNES, kapt. P. Petijt, van St. Jago de Cuba met suiker en koffie; CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, van Tremblade met zout; DE VIJF GEBROEDERS, kapt. J.F. Poodts, van de Havanna met koffie, suiker en verfhout, ook deze moet quarantaine houden; DE JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens van Cardiff met ijzer; CATHARINA JOSEPHINA, kapt. P.J. Muntendam, van Oléron met zout; JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, van Rio de Janeiro met stukgoederen; DE MARIA, kapt. J. Zirck; KAREL EN WILLEM, kapt. J.F. Schulte; DE TWEE BROEDERS, kapt. S.J. Brouwer en CONSTANCE, kapt. J. van der Kerkhoven, alle vier van de Marennes met zout; DE TWEE VRIENDEN, kapt. T. Hamilton, van de Havanna met koffie en suiker, moet quarantaine houden; ARENTINA HENDRIKA, kapt. A.H. Breeland van de Marennes; JOHANNA MARIA, kapt. J.A. Schonefeld van Tremblade en JOHANNA, kapt. J.C. Mollet van Londen, alle drie met zout.
1827
Op 3 september 1827 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEANNETTE, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor A.J. Meulenaer als kapitein. Voor deze combinatie werd ook een Turkse pas verstrekt.
Deze Turkse Pas werd op 15 maart 1828 geroyeerd.
1828
RC 060328
Rotterdam, 5 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd SOË RIDDEREN, kapt. Jansen, van Gotenburg en JEANNETTE (opm: brik), kapt. Meulenaer, van Carthagena.
AH 120328
Carga-lijsten. Antwerpen, 6 maart. JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, van Carthagena; DE COCK, kapt. E. den Duyts, van Batavia; JONGE JOANNA, kapt. J. van Puyvelde, van Londen.
Op 27 juni 1828 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEANNETTE, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor A.J. Meulenaer als kapitein.
RC 120728
Rotterdam, 11 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild DELPHINA, kapt. C. Brandaris, naar Batavia; JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, naar Brazilië.
1829
RC 070229
Amsterdam, 5 februari. De schepen JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, van Rio de Janeiro naar Antwerpen en ULLA, kapt. L. Wicklander, van New York, waren de 28e januari bezig met in de haven van Cowes te komen om te lossen. Het eerste was zwaar lek en het laatste mede lek en beschadigd. RC 090429
Rotterdam, 8 april. Te Antwerpen zijn gearriveerd JEANNETTE, kapt. Meulenaer, van Rio de Janeiro; CATHARINA, kapt. Pott, van Londen; DE DRIE GEBROEDERS, kapt. Lemmers, van Bordeaux; GOEDE TROUW, kapt. Masker, van Oleron; GOEDE WELVAART, kapt. Voss en JONGENHEER, kapt. De Vries, van Nantes; VROUW CATHARINA, kapt. R.R. Engelsman, van Marseille; DE SWAAN, kapt. Jeel, van Triëst en DE VRIENDSCHAP, kapt. Van Rhijn, van Bayonne.
JC 200629
Rotterdam, 19 juni. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen en naar zee gezeild CLOTHILDE, kapt. H.J. Polter, naar Kadix; DE VRIENDSCHAP, kapt. F. Jurgens, naar Bremen; DE JONGE JAN, kapt. H.S. van der Zee, EUROPA, kapt. P. Neuman, ANNA MARIA ELISABETH, kapt. J. Markuson, ENGELINA, kapt. J.K. de Jonge en NEPTUNES, kapt. kapt. H.N. de Vos, naar de Oostzee; JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, naar Batavia; DE GOEDE HOOP, kapt. H.W. de Groot, naar Petersburg; CAROLINA, kapt. J.P. Hemme, naar Lissabon; AURORA, kapt. J. Burchman, naar Riga; ANNA CHRISTINA, kapt. J.J. Warring, naar Archangel.
JC 201029
Den 16 oktober is te Batavia gearriveerd de brik JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, den 20 juni van Antwerpen vertrokken; den 17 oktober het schip ROTTERDAMS WELVAREN, kapt. A.M. Noorbeek, met acht passagiers, den 9e juni van Rotterdam vertrokken.
1830
RC 270330
Rotterdam, 26 maart. Te Antwerpen zijn gearriveerd FANNY, kapt. De Boer en JEANNETTE, kapt. Meulenaer, van Batavia en MARIA, kapt. P.E. Boer, van Havre.
Op 29 april 1830 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de JEANNETTE, aangevraagd door Egide Joseph Neef, Antwerpen, voor F.P. Hoed als kapitein.
LvC
Op 12 maart 1830 is de JEANNETTE van Antwerpen vertrokken.
(opm: de opgegeven bestemming was Batavia, maar mogelijk had het schip een ‘lading’ emigranten aan boord bestemd voor New York. De omweg was niet zo groot en het betaalde goed).
RC 300930
Amsterdam, 28 september. Het schip JEANNETTE, kapt. F.P. Hoedt, van Antwerpen naar Batavia, is te New York binnengelopen en heeft sedert de reis voortgezet, doch is de 27e augustus lek uit zee aldaar gekomen.
België
Gedurende 25-27 augustus 1830 waren er in Brussel onlusten geweest welke de opmaat vormden tot de revolutie die resulteerde in de afscheiding van België. Op 4 oktober 1830 werd eenzijdig de onafhankelijkheid van België geproclameerd. In reactie hierop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen waaronder de JEANNETTE. Voorlopig had de JEANNETTE, kapt. F.P. Hoed, hiervan geen hinder doordat het schip nog met de rondreis naar Batavia bezig was.
Op 20 december 1830 werd de scheiding der Nederlanden door de grote mogendheden (Groot Brittannië, Frankrijk, Pruisen, Oostenrijk en Rusland) erkend.
1831
DC 081231
Vlissingen, 5 december. Onder de schepen, gisteren en heden op onze rede aangekomen en naar Antwerpen bestemd, is het schip JEANNETTE, kapt. F.P. Hoedt, van Batavia, met koffie en rijst. Hetzelve was den 4 augustus van Batavia vertrokken, en den 24 november in Cowes binnen gelopen, vermoedelijk volgens instructie van de rederij, en om er van dezelve nieuwe orders te ontvangen.
(opm: Nederland deed na de afscheiding van België moeilijk om Belgische schepen de vrije doorvaart naar Antwerpen te verlenen; Oostende en Brugge werden dan de alternatieve bestemmingen)
Op 12 december 1831 werd de zeebrief van de JEANNETTE, kapt. H.P. Hoed, door de gouverneur van de provincie Zeeland, naar de Staatsraad te Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip te huis behorend te Antwerpen’, waarna op 15 december 1831 royement volgde.
1832
MCO 020832
Vlissingen, 28 juli. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en sedert den 24 dezer van onze rede naar zee gezeild JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer (opm: eerste reis onder Belgische vlag), naar Brazilië.
1833
AH 180233
Bahia (opm: nu Salvador), 11 december. Het schip (opm: brik) JEANNETTE, kapt. A.J. de Meulenaer, van Rio-Janeiro naar Antwerpen bestemd, is eergisteren alhier lek binnengelopen; de lading is zwaar beschadigd. (opm: de brik, bouwjaar 1805, werd ter plaatse afgekeurd en is waarschijnlijk in januari 1833 verkocht)
