|
Rotterdam, 7 november. Onder dagtekening van de 21e oktober j.l. wordt door Zijner Majesteits consul te Smyrna (opm: Izmir) bericht, dat ten gevolge der hoge prijzen, welke dit jaar voor de gedroogde vruchten zijn besteed, de afzendingen van dit artikel naar Nederland enigszins zijn belemmerd geworden. Nochtans genoten de Nederlandse schepen voor bevrachting de voorkeur boven andere, en zulks kan grotendeels daaraan worden toegeschreven, dat er veel nieuwgebouwde Nederlandse vaartuigen in plaats van hoekers en koffen in de Levant komen. Sedert de 23e september j.l. vertrokken uit Smyrna (opm: Izmir) het Nederlandse kofschip de DRIE AURELIA’S, kapt. G. Everts, met akerdoppen (opm: eikeldoppen) naar Cork of Falmouth, de schoener OCEAAN, kapt. G. van der Duffelen, naar Vlaardingen met vruchten, palmhout en wol, de schoener BACKERSHAGEN, kapt. J. Hakker, naar Havre via Tchesme met vruchten, de hoeker FORTUNA, kapt. W. Noordhoek, naar Havre met vruchten, en de schoener BERNARDUS, kapt. H. Puncke, naar Amsterdam met vruchten en wol.
|