|
Men leest in het Dagblad Overijssel: De landverhuizers, die zich aan boord van de NOORD- HOLLAND en aan het tolhek over het IJ bevonden, waren na het vonnis der Amsterdamse rechtbank, hetwelk wij in een vorig nummer vermeld hebben, vol vertrouwen, dat nu hun leed geleden was. De rederij toch had, toen verscheidenen hunner het voornemen te kennen gaven om tegelijk met Van den Berg hun belangen voor de rechter te brengen, verzocht om niet meer dan een zaak voor te brengen, dewijl de reders het vaste voornemen hadden om zich aan de oordeelvelling der rechtbank te houden en overeenkomstig het vonnis, hoe dit mocht uitvallen, te handelen. Intussen gingen er vier dagen na de uitspraak voorbij zonder dat zij van de reders iets vernamen, doch in de avond van de 18e werd hun vanwege het kantoor Poncelet & Zonen een op zegel geschreven en door de rederij ondertekend geschrift aangeboden, inhoudende, dat zij, die verlangen mochten de daaropvolgende zaterdag met de SNELHEID te vertrekken, met bijbetaling van tien gulden per hoofd en met afstand van alle aanspraak op vergoeding van kosten en schade, dadelijk hadden te tekenen. De landverhuizers beriepen zich natuurlijk op de uitspraak van de rechter; zij wilden echter gaarne in schikkingen treden en hun eisen niet hoog stellen; slechts hetgeen zij, ten gevolge der weigering der rederij om het gesloten contract na te komen, genoodzaakt geweest waren te verteren en de huur voor hun verblijf wensten zij vergoed te hebben. De rederij daarentegen bleef staan op haar eis, en er werden bedreigingen bijgevoegd, dat men door te appelleren en cassatie te vragen de tijd wel zo zou weten te rekken, dat de landverhuizers gedwongen zouden worden de voorslag aan te nemen. Enigen zijn daartoe dan ook overgegaan, waaronder J. Slag van Zwolle en S.A. Kamerling van Deventer, met nog drie op zich zelven staanden, 25 personen van de 85 die van Zwolle zijn afgevaren; daarbij 20 personen van die zich op de NOORD-HOLLAND bevonden, met nog een paar huishoudens uit Amsterdam en Arnhem, met welken, in alles 65 personen, de SNELHEID op Pinkster-zondag vertrokken is naar Nieuwe Diep. Van de achterblijvenden, 60 van het Overijsselse gezelschap, hetwelk men gedwongen heeft op stel en sprong de gehuurde koepel te verlaten, en dat thans in een schuur zijn verblijf houdt, en 109 van dat op de NOORD-HOLLAND, heeft de heer Mr. Visscher weder elf zaken ter rolle van de arrondissements-rechtbank gebracht, waaronder K. Weener, F.J. van Lente, D. Meulenbeld, van Zwolle en L. van der Belt, van Hasselt. De andere zeven behoren tot het gezelschap van de NOORD-HOLLAND.
|