Inloggen
IPENRODE - ID 16954


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1815-11-00 / 1841-11-08

Identification Data

Bouwjaar: 1807
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Brik
Masten: Three masts
Material Hull: Wood, sheathed with copper
Dekken: 2
Construction Data

Scheepsbouwer: England
Werfnummer:
Delivery Date: 1807-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 164.00 lasts
Gross Tonnage 2: 310.00 tons (oude meting)
 
Length 1: 27.86 Meters Registered
Beam: 5.60 Meters Registered
Depth: 4.47 Meters Registered
Configuration Changes

Datum 00-00-1830
Type: Rigging changed
Omschrijving: Waarschijnlijk in 1830 vertuigt naar bark

Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1817
Datum agenda: 1817-07-26
Register nr: 18170196
Scheepsnaam: IPENRODE
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Rocquette & Van de Poll
Plaats: Amsterdam
Kapitein op moment van verzoek: Charlau, Michael
Opmerkingen: Nieuwe zeebrief
zijnde een Westindische zeebrief welke was komen te vervallen; verandering van kapt.; was Praater, C.P.
1815-11-29

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1815-11-27 IPENRODE
Manager: Firma Rocquette & Van de Poll, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Firma Rocquette & Van de Poll, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Date/Name Ship 1832-09-17 SOPHIA CECILIA
Manager: Gijsbert Christiaan Bosch Reitz, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Eigenaar: Gijsbert Christiaan Bosch Reitz, Amsterdam, Noord-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Amsterdam / Netherlands

Ship Events Data

1816-01-01: Damaged
Amsterdam, 6 januari 1816. Den 1 januari is voor Medemblik aangekomen het schip (opm: brik) IPENRODE, kapt. C.P. Praater, van Amsterdam naar Surinamen; heeft de fokkemast, boegspriet en het want verloren; de kapitein heeft een schuit voor NLG 550 aangenomen, om het schip te Medemblik binnen te brengen.
1830-02-03: Damaged
Amsterdam, 16 maart 1830. Kapt. M. Charlau, voerende het schip IPENRODE, de 12e januari van Amsterdam te Suriname gearriveerd, meldt van daar van de 3e februari, dat hij op de kust van Cayenne door een hevige bui belopen is geworden, waarbij, door zwaar zeilen, om de Duivels Eilanden te boven te komen, alle de ijzers van de juffers van het voorstengewant braken, de voorsteng boven het ezelshoofd afbrak en met de voorbram- en bovenbramstengen, ra’s en zeilen over boord sloegen
1834-05-06: Grounded
Rotterdam, 25 juni 1834. Het schip SOPHIA CECILIA, kapt. B.F. Ipsen, van Suriname naar Amsterdam, is, volgens brief van Suriname van de 6e mei, vastgeraakt, doch met schade aan het roer weer vlot geworden en tot voor het fort Nieuw Amsterdam op de rivier van Suriname terug gekomen
1839-05-26: Sprang a leak
Het schip (opm: bark) SOPHIA CECILIA, kapt. J.C. Radeloff, van Amsterdam naar Suriname, was de 26e mei 1839 lek op de hoogte van Dover, hetzelve zou met het volgende tij aldaar binnenkomen
1839-07-19: Damaged
Het schip SOPHIA CECILIA, kapt. Radeloff, van Amsterdam, laatst van Dover, naar Suriname is de 19e juli 1839 met verlies van bezaansmast, grote en kleine fokkesteng, boten en meer andere schade te Cowes binnengebracht.
1841-11-08: Final Fate: Broken up

Verkoping van schepen op maandag 23 augustus 1841, in de Nieuwe Stads Herberg aan het Y:
een welbezeild gezinkt tweedeks barkschip SOPHIA CECILIA, kapt. J.C. Radeloff.
NLG 8.800. NLG 200. Opgehouden. (opm: is in november verkocht, vermoedelijk aan een sloper; de zeebrief werd op 8 november geroyeerd)

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt C.P.Prater als gezagvoerder gedurende:

*    1815 van de bark “Ipenrode”, gebouwd in 1807 te Engeland, 240 ton o.m., geen vermelding van reeder en thuishaven.

 

Het Archief van de Amsterdamsche Waterschout in het Stadsarchief van Amsterdam11a bevat monsterrollen met als gezagvoerder Cornelis Pietersz Prater op de:

“Pieter & Cornelis”, dd 28 juli 1786; 21 augustus 1788;

“Eendragt”, dd 09 mei 1798;

“Jan Jacob”, dd 05 december 1801; 31 juli 1802’

“Margo”, dd 12 november 1803;

“Vriendschap”, dd 30 januari 1804;

“Ipdenrode”, dd 24 november 1815

 

Overige bijzonderheden

Rotterdamsche Courant 09 januari 1816

Amsterdam, 6 januari. Den 1 januari is voor Medemblik aangekomen het schip IPENRODE, kapt. C.P. Prater, van Amsterdam naar Surinamenn; heeft de fokkemast, boegspriet en het want verloren; de kapitein heeft een schuit voor NLG 550 aangenomen, om het schip te Medemblik binnen te brengen.

 

 

Datum vanaf: 1815
Kapitein: Prater, Cornelis Pietersz

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt J.Prater als gezagvoerder gedurende:

*    1816 van de bark “Ipenrode”, gebouwd in 1807 te Engeland, 240 ton o.m., geen vermelding van reeder en thuishaven.

 

Overige bijzonderheden

Geen

 

 

Datum vanaf: 1816
Kapitein: Prater, J.

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma vermeldt M.Charlau als gezagvoerder gedurende:

*    1817 t/m 1820 op de bark “Ipenrode”, gebouwd in 1807 in Engeland, 240 ton o.m., reeder en thuishaven worden niet genoemd;

*    1829 t/m 1832 van de bark “Ipenrode”, gebouwd in 1807 te Engeland, 240 ton o.m., varend voor Roquette & v/d Poll te Amsterdam. Het schip werd in 1832 geveild, (gekocht door G.C.Bosch Reitz en herdoopt in “Sophia Cecilia”.086).

 

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van Michel Charlau op de :

“Drie Vrienden”, dd 17 oktober 1814; 28 november 1815

“Ipenrode”, dd 15 augustus 1817; 31 augustus 1818; 04 september 1819; 14 augustus 1820;

“Amstel”, dd 15 augustus 1821; 08 augustus 1822; 04 augustus 1823; 27 augustus 1824; 29 augustus 1825; 30 augustus 1826;

”Ipenrode”, dd 25 augustus 1827; 04 augustus 1828; 20 oktober 1829 en 05 november 1830.

 

Overige bijzonderheden

Kajuitwachter Jan Hendrik Stoelman werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam per 1 december 1815 geplaatst op de “Drie Vrienden” onder kapitein Michiel Charlau voor een reis vanuit Amsterdam naar Suriname varend voor de heer van Heukelom. Kajuitwachter Stoelman kwam weer terug op school per 31 oktober 1816004(531-1146).

 

Rotterdamsche Courant 08 juni 1815114

Amsterdam, 6 juni. Kaptein J. Halsen, …..met dezelve heeft men bericht, dat de 20 dito uit die Kolonie naar Amsterdam zouden vertrekken de schepen MARIANNE, kapt. J. Visser, en NICOLETTE JEANE, kapt. K. Duurhagen, en de 24e of 25e dito het schip de DRIE VRIENDEN, kapt. M. Charlenu (vermoedelijk Charlau); al de overige schepen zouden in het laatst van april of uiterlijk in het begin van mei volgen.

 

Rotterdamsche Courant 19 juni 1815114

Amsterdam, 18 juni. Het schip de DRIE VRIENDEN, kapt M. Charlan (vermoedelijk Charlau), in Texel binnengekomen, is de 23e april laatstleden van Suriname gezeild en breng bericht, dat het schip NICOLETTE JEANE, kapt. K. Duurhagen, bij het uitzeilen van Bramspunt, op de 21e te voren, op de Lijwal was geraakt en adsistentie bekomen had om weder in vlot water te komen (opm: zie ook RC 250715). De schepen SUSANNA MARIA, kapt J. de Vries, VROUWE JEANNE, kapt. B. Calgren, VRIENDSBELEID, T.J. Vlieger en de GOEDE HOOP, J. Dogger, zouden successievelijk acht of tien dagen na kaptein Charlan vertrekken.

 

Rotterdamsche Courant 19 april 1821114

Amsterdam, 17 april. Kapt. Claas Jansen, voerende het schip MARGARETHA JOHANNA, den 15 april in Texel binnen van Surinamen, is den 7 maart vertrokken; twee dagen te voren was van daar gezeild het schip SOPHIA MARIA, kapt. J. Watson en een dag na hem zou vertrekken het schip (opm: pink) de VROUW CORNELIA, kapt. D. Steenveld, naar Amsterdam; ook lag gereed het schip (opm: brik) IPENRODE, kapt. M. Charlau, mede naar Amsterdam, benevens verscheiden anderen.

 

Rotterdamsche Courant 28 april 1821114

Amsterdam, 26 april. Kapt. M. Charlau, voerende het schip (opm: brik) IPENRODE, van Surinamen den 21 april in Texel binnen, heeft de reis in 35 dagen afgelegd; dezelve berigt, dat twee dagen na hem zou zeilen het schip de VEREENIGING, kapt. A. Roos, naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 23 maart 1822114

Amsterdam, 21 maart. Volgens brief van Paramaribo, van den 28 januari, zouden van daar vertrekken de schepen de VEREENIGING, kapt. W. de Boer, en de AMSTEL, Charlau, en in maart het schip CORNELIA, kapt. C. van der Meij, allen met koffij naar Amsterdam; het schip GUIJANA, G. Straatman, had den 31 januari de retourlading aan boord.

 

Rotterdamsche Courant 02 mei 1822114

Amsterdam, 30 april. Van Surinamen zouden vertrekken de volgende schepen, als den 15 maart de VEREENIGING, kapt. W. de Boer; in het laatst dier maand de AMSTEL, kapt. M. Charlau; den 31 dito de VRIENDSCHAP, J. Visser, en den 21 april WILLEM DEN EERSTEN (opm: fregat WILLEM DE EERSTE), kapt. J. Johannesen, alle vier naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 30 mei 1822114

Amsterdam, 28 mei. Het schip de JONGE LODEWIJK ANTHONIE (opm: bark, ook wel JONGE LODEWIJK ANTONIE), kapt. P.C. Staghouwer, den 24 mei in Texel binnen van Surinamen, is den 28 maart van daar gezeild, en zoude 2 à 3 dagen daarna gevolgd worden door het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, mede naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 06 juni 1822114

Amsterdam, 4 juni. Het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, in Texel binnen van Surinamen, is den 7 april van daar gezeild, tegelijk met het schip de JUFVROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl (opm: brik, kapt. Klaas Harms Ruyl); ook lag destijds gereed het schip VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, naar Amsterdam.

 

 

Datum vanaf: 1817
Kapitein: Charlau, Michiel

(zie ook bij Osterloh)

Familiegegevens en opleiding

Arent Friedrich Osterloh werd geboren te Bürstel op 18 september 1792.

Hij huwde met Johanna Elisabeth Kok, geboren te Amsterdam op 15 mei 1788.003

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

A.F.Oosterlo werd met vlagnummer 079 effectief lid van Zeemanshoop. Zijn schip was de “IJstroom”, doorgestreept en vervangen door “Elize”. Toegevoegd is “overleden”002.

In de Algemene Ledenvergadering van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” op 12 oktober 1824 werd A.F.Oosterloo, 32 jaar, wonende op de Haarlemmerdijk bij de Buiten Dommerstraat, met vlagnummer 79 aangenomen als effectief lid op voordracht van C.Koert023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 03 mei 1826 en in 1852 bedankt003. (Gezien de opgave omtrent de plaatsing van zijn zoon op de IJstroom betreft het hier A.F.Osterloh SENIOR!)

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lid van het zeemanscollege “Zeemanshoop” te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren                       type                  scheepsnaam                naam reder/boekhouder

         79                        1825-1826                 brik                   Ipenrode                        Roquette & van de Poll

                                      1827-1829                 fregat               Amstel                           idem

                                      1830-1835                 fregat               IJstroom                        idem

         45                             1836                       fregat               IJstroom                        idem

                                      1837-1838                 fregat               IJstroom                        Broen & Co

                                      1839-1848                 fregat               Elize                               idem

                                      1849-1851                 geen vermelding van schip en boekhouder

 

A.F.Oosterloo was gezagvoerder van de “Elize” (c.500 last), te water gelaten op 15 april 1840 op de werf “St.Jago” van Jan Nuveen, Groote Bikkerstraat te Amsterdam voor rederij Broen & Co 027.

Bouma025 vermeldt A.F.Oosterloo als gezagvoerder gedurende:

*    1821 t/m 1827 op de bark “Ipenrode”, gebouwd in 1807 te Engeland, 240 ton o.m., varend voor Roquette & v/d Poll te Amsterdam;

*    1828 t/m 1829 op het 3/m schip “Amstel, gebouwd in 1807, bouwplaats niet vermeld, 310 ton o.m., varend voor Roquette & v/d Poll te Amsterdam;

*    1831 t/m 1838 op het 3/m schip “IJstroom”, gebouwd in 1830 te Amsterdam, 380 ton o.m., varend voor Roquette & v/d Poll te Amsterdam;

*    1838 op hetzelfde schip, maar nu varend voor de Wed. van Hasselt & Co te Amsterdam;

*    1840 t/m 1847 op het 3/m schip de “Elisa”, gebouwd in 1840 te Amsterdam, 950 ton o.m., varend voor Broen & Co te Amsterdam;

*    1849 op het hetzelfde schip en dezelfde rederij.

 

In het Archief van de Waterschout op het Stadsarchief van Amsterdam bevinden zich monsterrollen op naam van kapitein Arend Fredrik Oosterloo als gezagvoerder van de :

“Ipenrode”, dd 07 mei 1821; 07 maart 1822; 13 maart 1823; 11 september 1823; 12 april 1824; 28 maart 1825; 05 oktober 1825; 27 april 1826; 13 oktober 1826;

“Amstel”, dd 26 oktober 1827; 22 september 1828; 09 mei 1829; 20 maart 1830 (proc. a. C.J.Kat);

“IJstroom”, dd 9 november 1830; 01 juli 1833; 17 juli 1834; 12 augustus 1835; 10 augustus 1836; 21 september 1837 en 10 oktober 1838.

 

Overige bijzonderheden

Arend Friederich Osterloh werd door de Kweekschool voor de Zeevaart op 29 juni 1833 als 3de stuurman geplaatst op de IJstroom onder kapitein A.F.Osterloh vanuit Amsterdam met bestemming Batavia. Hij meldde zich weer op school per 29 mei 1834004(532/1670).

 

“Astrea” onder kapitein Sikke IJsbrands Parma bij het eiland Anjer kort na vertrek uit Batavia naar Nederland057:

25 november 1833    ” …. om 3u passeerden anjer en het eiland dwars in de weg  zagen een schip inkomende toonende de amsterdamsche collegievlag no 79 zijnde kapt. oosterloo ...“.

                                     (Dwars in de Weg is een eiland in Straat Soenda. Anjer is een havenplaats op de W-kust van Java)

 

 

Het fregat de “Ystroom” onder gezag van Arend Frederik Oosterloo en met 22 manschappen dateerde de monsterrol op 01 juli 1833 met bestemming Batavia. Boekhouder Rocquette & v.d.Poll011.

A.F.Oosterloo vertrok per 06 november 1837 vanuit Texel met de “IJstroom” en 1 militair. Zij aankomstdatum te Batavia en reisduur zijn niet vermeld065*.

 

Rotterdamsche Courant 23 april 1822114

Rotterdam, 22 april. Uittreksel uit de Lloyd’s Lijsten van den 16 en 19 april:

Het schip IPENRODE, Oosterloo, van Surinamen naar Amsterdam, is den 15 dezer te Deal binnengelopen.

Te Falmouth is den 15 binnengelopen het schip KOOPHANDEL, Jansen, van Batavia naar Amsterdam, door gebrek aan levensmiddelen en water; hetzelve heeft Batavia den 5 oktober 1821 verlaten, en is in december, met verlies van het roer, aan de Kaap binnen geweest. (opm: zie RC 190222 en 140322)

 

Rotterdamsche Courant 25 juli 1822114

Amsterdam, 23 juli. Van Surinamen zoude half juni vertrekken het schip INDUSTRIE, A. Brons, naar Rotterdam; den 15 juli het schip HENRIETTE, J.E. Schneebeke, naar Amsterdam, en ultimo juli de schepen MARIA, F.H. Zeijlstra, HARLINGEN, L. Buisman; IPENRODE, A.F. Oosterlo, GODEFRIDA, H. Hansen; de STREVER, M. Spreeuw, MARIA FREDRIKA (opm: brik MARIA FREDERICA), W. Swart; CONCORDIA, W. Groen en l’AUGUSTE, J. Hulsen Jr, alle mede naar Amsterdam, en HYPERION, H.S. Bruinsma, naar Rotterdam.

 

 

Datum vanaf: 1821
Kapitein: Oosterloo, Arend Frederik

Familiegegevens en opleiding

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma vermeldt M.Charlau als gezagvoerder gedurende:

*    1817 t/m 1820 op de bark “Ipenrode”, gebouwd in 1807 in Engeland, 240 ton o.m., reeder en thuishaven worden niet genoemd;

*    1829 t/m 1832 van de bark “Ipenrode”, gebouwd in 1807 te Engeland, 240 ton o.m., varend voor Roquette & v/d Poll te Amsterdam. Het schip werd in 1832 geveild, (gekocht door G.C.Bosch Reitz en herdoopt in “Sophia Cecilia”.086).

 

In het Archief van de Amsterdamse Waterschout11a zijn monsterrollen op naam van Michel Charlau op de :

“Drie Vrienden”, dd 17 oktober 1814; 28 november 1815

“Ipenrode”, dd 15 augustus 1817; 31 augustus 1818; 04 september 1819; 14 augustus 1820;

“Amstel”, dd 15 augustus 1821; 08 augustus 1822; 04 augustus 1823; 27 augustus 1824; 29 augustus 1825; 30 augustus 1826;

”Ipenrode”, dd 25 augustus 1827; 04 augustus 1828; 20 oktober 1829 en 05 november 1830.

 

Overige bijzonderheden

Kajuitwachter Jan Hendrik Stoelman werd vanuit de Kweekschool voor de Zeevaart te Amsterdam per 1 december 1815 geplaatst op de “Drie Vrienden” onder kapitein Michiel Charlau voor een reis vanuit Amsterdam naar Suriname varend voor de heer van Heukelom. Kajuitwachter Stoelman kwam weer terug op school per 31 oktober 1816004(531-1146).

 

Rotterdamsche Courant 08 juni 1815114

Amsterdam, 6 juni. Kaptein J. Halsen, …..met dezelve heeft men bericht, dat de 20 dito uit die Kolonie naar Amsterdam zouden vertrekken de schepen MARIANNE, kapt. J. Visser, en NICOLETTE JEANE, kapt. K. Duurhagen, en de 24e of 25e dito het schip de DRIE VRIENDEN, kapt. M. Charlenu (vermoedelijk Charlau); al de overige schepen zouden in het laatst van april of uiterlijk in het begin van mei volgen.

 

Rotterdamsche Courant 19 juni 1815114

Amsterdam, 18 juni. Het schip de DRIE VRIENDEN, kapt M. Charlan (vermoedelijk Charlau), in Texel binnengekomen, is de 23e april laatstleden van Suriname gezeild en breng bericht, dat het schip NICOLETTE JEANE, kapt. K. Duurhagen, bij het uitzeilen van Bramspunt, op de 21e te voren, op de Lijwal was geraakt en adsistentie bekomen had om weder in vlot water te komen (opm: zie ook RC 250715). De schepen SUSANNA MARIA, kapt J. de Vries, VROUWE JEANNE, kapt. B. Calgren, VRIENDSBELEID, T.J. Vlieger en de GOEDE HOOP, J. Dogger, zouden successievelijk acht of tien dagen na kaptein Charlan vertrekken.

 

Rotterdamsche Courant 19 april 1821114

Amsterdam, 17 april. Kapt. Claas Jansen, voerende het schip MARGARETHA JOHANNA, den 15 april in Texel binnen van Surinamen, is den 7 maart vertrokken; twee dagen te voren was van daar gezeild het schip SOPHIA MARIA, kapt. J. Watson en een dag na hem zou vertrekken het schip (opm: pink) de VROUW CORNELIA, kapt. D. Steenveld, naar Amsterdam; ook lag gereed het schip (opm: brik) IPENRODE, kapt. M. Charlau, mede naar Amsterdam, benevens verscheiden anderen.

 

Rotterdamsche Courant 28 april 1821114

Amsterdam, 26 april. Kapt. M. Charlau, voerende het schip (opm: brik) IPENRODE, van Surinamen den 21 april in Texel binnen, heeft de reis in 35 dagen afgelegd; dezelve berigt, dat twee dagen na hem zou zeilen het schip de VEREENIGING, kapt. A. Roos, naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 23 maart 1822114

Amsterdam, 21 maart. Volgens brief van Paramaribo, van den 28 januari, zouden van daar vertrekken de schepen de VEREENIGING, kapt. W. de Boer, en de AMSTEL, Charlau, en in maart het schip CORNELIA, kapt. C. van der Meij, allen met koffij naar Amsterdam; het schip GUIJANA, G. Straatman, had den 31 januari de retourlading aan boord.

 

Rotterdamsche Courant 02 mei 1822114

Amsterdam, 30 april. Van Surinamen zouden vertrekken de volgende schepen, als den 15 maart de VEREENIGING, kapt. W. de Boer; in het laatst dier maand de AMSTEL, kapt. M. Charlau; den 31 dito de VRIENDSCHAP, J. Visser, en den 21 april WILLEM DEN EERSTEN (opm: fregat WILLEM DE EERSTE), kapt. J. Johannesen, alle vier naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 30 mei 1822114

Amsterdam, 28 mei. Het schip de JONGE LODEWIJK ANTHONIE (opm: bark, ook wel JONGE LODEWIJK ANTONIE), kapt. P.C. Staghouwer, den 24 mei in Texel binnen van Surinamen, is den 28 maart van daar gezeild, en zoude 2 à 3 dagen daarna gevolgd worden door het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, mede naar Amsterdam.

 

Rotterdamsche Courant 06 juni 1822114

Amsterdam, 4 juni. Het schip de AMSTEL, kapt. M. Charlau, in Texel binnen van Surinamen, is den 7 april van daar gezeild, tegelijk met het schip de JUFVROUW AAGJE, kapt. K.H. Ruijl (opm: brik, kapt. Klaas Harms Ruyl); ook lag destijds gereed het schip VRIENDSCHAP, kapt. J. Visser, naar Amsterdam.

 

 

Datum vanaf: 1827
Kapitein: Charlau, Michiel

Familiegegevens en opleiding

David Charlau werd geboren ca. 1811 te Amsterdam als zoon van Machiel Charlau en Sara Anna Broers.

Uit de tekst van de overijdensadvertentie is te concluderen dat hij ongetrouwd is gebleven.

David overleed te Stompwijk bij Den Haag op 02 juli 1846

Algemeen Handelsblad 06 juni 1846

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

D.Charlau, adres A.van Hoboken en Zn,  werd met nr.346 effectief lid van Zeemanshoop per 08 november 181x(niet volledig ingevuld) op voorspraak van J.Sipkes Fz. Zijn schip was de "Menado"002.

In de Algemene Vergaderingen van 01/08 november 1831 van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop werd voorgedragen/benoemd tot effectief lid David Charlau, 22 jaar, voerend de bark Ipenrode, wonende op de Korte Prinsengragt 42 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.Sipkes Jr. Er is geen vlagnummer vermeld.023.

 

D.Charlau was met vlagnummer R116 van 1835 t/m 1847 lid van het Rotterdamse zeemanscollege Maatschappij tot Nut der Zeevaart058.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

lidmaatschap van het College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer        jaren         type                 scheepsnaam naam        reder/boekhouder

        346             1832-1834  geen opgave van schip en boekhouder

                               1835         fregat               Borneo                               Jean Donnet en Zn te Rotterdam

        234                1836         fregat               Borneo                               idem

                            1837-1838  fregat               Menado                             A.van Hoboken en Zn te Rotterdam

                               1839         geen opgave van schip en boekhouder

                               1840         fregat               Amboina                           A.van Hoboken en Zn te Rotterdam

                            1841-1845  fregat               Europa                               idem

 

D.Charlau was in 1840 gezagvoerder van de "Amboina" (ruim 400 last) op 14 juli 1840 te water gelaten op de werf "Het Land van Belofte" van de Wed.Visser te Rotterdam voor rederij A.van Hoboken & Zn 027.

 

Bouma vermeldt D.Charlau als gezagvoerder gedurende:

*    1835/1837 op het fregat “Borneo”, gebouwd in 1830, 679 ton o.m., varend voor Jean Donnet & Co te Rotterdam. Het schip werd in 1838 verkocht aan van Hoboken en herdoopt in “Decima”;

  Verhoeff meldt dat de “Borneo” in 1837 overging van J.B.Donnet & Co naar A. van Hoboken en werd herdoopt in “Menado” (zie p. 789). Dus niet in “Decima” (zie p. 259). Zowel bij de “Menado” als de “Decima” wordt in 1838 als gezagvoerder D.Charlau genoemd en in beide gevallen varend voor A.van Hoboken

*    1838 van het 3/m schip “Decima” ex Borneo, gebouwd in 1830, bouwplaats niet vermeld, 679 ton o.m., varend voor van Hoboken & Zn te Rotterdam

*    1838 t/m 1840 op het fregat “Menado” ex Borneo, gebouwd in 1830 te Rotterdam, 645 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam. (Deze opgave is door Bouma geschrapt.)

*    1841 op het fregat “Amboina”, gebouwd in 1840 te Rotterdam, 722 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam;

*    niet vermeld in Bouma;

*    1842 t/m 1846 op het fregat “Europa”, gebouwd in 1840 te Maassluis, 1154 ton o.m., varend voor A.van Hoboken & Zn te Rotterdam.

 

Van Sluijs013 vermeldt in zijn kapiteinslijst D.Charlau als gezagvoerder van de “Ipenrode” (1832), de “van der Werf” (1834), de “Borneo” (1835-1837), de “Menado” (1838-1839) en de “Europa” (1841-1846). De “Sectio” wordt niet genoemd. Zie ook bij M.Charlau

 

Overige bijzonderheden

“Uit de stortingsregisters van het college “Zeemanshoop” blijkt dat Dirk Jan Bulsing, D.Charlau, Carl Friedrich Hempel, S.van de Koppel, Joannes Andries Scott en F.W.E.Schuchard een maandgage van negentig gulden genoten. Zij waren in dezelfde periode actief in de Oost-Indië vaart als Douwe de Boer, dat wil zeggen in de jaren dertig en veertig van de negentiende eeuw” (die had een maandgage van honderd gulden).005

 

Bij terugkomst vanuit Batavia op de reede van Hellevoetsluis rapporteerde op 06 juni 1838 kapitein D.J.Bulsing: “Den 2 juni (1838) op de hoogte van Staartpunt 4 mijl van ons zagen de “Menado” kapt. Charlau.”.005

 

D.Charlau maakte de volgende reizen005:

*    Borneo                   1834            Hellevoetsluis - Batavia geen lading vermeld

*    Menado                 1838            Batavia - Hellevoetsluis geen lading vermeld

                                      1838/39      Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis               geen lading vermeld

*    Amboina               1840/41      Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis               geen lading vermeld

*    Sectia                     1841            New Castle - Hellevoetsluis                                    geen lading vermeld

*    Europa                   1841/42      Hellevoetsluis - Batavia - Hellevoetsluis               terug: rijst, koffie

                                      1843            Batavia - Rotterdam                                                 rijst

 

D.Charlau verzorgde per 13 november 1834 vanuit Hellevoetsluis per “Borneo” een troepentransport van 5 officieren en 100 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 23 februari 1835 na 102 dagen. Onderweg waren 5 militairen overleden065.

Hij voer vanuit Hellevoetsluis op 07 januari 1836 wederom met de “Borneo” en een contingent van 5 officieren en 160 manschappen. Hij arriveerde te Batavia op 05 mei 1836 na 119 dagen, terwijl onderweg 2 militairen waren overleden065*;

Hij voer op 30 juni 1838 met de “Menado” (vertrekhaven niet vermeld) en een contingent van 3 officieren en 170 manschappen. De gehele groep van officieren en manschappen bleef achter in St. Georg d’ Elmina. Aldaar kwamen aan boord 3 officieren, 5o manschappen en 120 Afrikaanse recruten, waarvan er onderweg 3 overleden. Hij arriveerde te Batavia op 31 oktober 1838, waarbij onderweg nog twee (Europesche) manschappen waren overleden065

Hij vertrok op 30 december 1841 vanuit Hellevoetsluis met de “Europa” en een contingent van 8 officieren en 41 manschappen. IIn St.georg d’Elmina werden 6 Europesche en 158 Afrikaanse recruten aan boord genomen. Van de Afriakenen overleed er 1 onderweg. Hij arriveerde te Batavia op 06 mei 1842 na 147 dagen.

Op 18 juni 1844 vertrok hij wederom van Hellevoetsluis met de “Europa”en een transport van 3 officieren en 180 manschappen. Hij kwam aan op 06 oktober 1844 na 110 dagen065.

 

 

Datum vanaf: 1831
Kapitein: Charlau, David

Familiegegevens en opleiding

Bandick Friedrich Ipsen werd geboren te Hooge in het Holsteinische op 07 augustus 1798.

Hij trouwde met Maria Frederica de Bruyn, geboren te Amsterdam 02 oktober 1803.

Bandick overleed in 1839

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

B.F.Ipsen werd met nr.304 effectief lid van Zeemanshoop per 17 november 1829 op voorspraak van D.Krayer. Zijn schip was de "Sophia Cecilia"002.

Bandik Frederik Ipsen, wonende in de Grote Wittenburgerstraat te Amsterdam op de werf de Vrede, oud 32 jaar, voerende de brik Rosina, werd op 10/17 november 1829 met vlagnummer 304 voorgedragen/benoemd als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein D.Krayer023.

Hij werd deelnemer van het Weldadig Zeemans Fonds van Zeemanshoop per 09 juli 1832003.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 31 oktober 1839 vraagt de wed. van kapitein B.F.Ipsen, geb. M.H. de Bruijn om een uitkering voor haar en haar 3 kinderen. Deze wordt haar in de vergadering dd 28 november 1839 toegekend met ingang van 01 augustus 1839 042

 

In de notulen dd. 17 december 1839 van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop staat het verzoek van M.F.de Bruijn, de weduwe van kapitein B.F.Ipsen, om en uitkering voor haar en haar drie kinderen welke werd toegestaan per 01 augustus 1839.023.

 

De schepen van de kapitein

lidmaaschap van College Zeemanshoop te Amsterdam001

vlagnummer                    jaren           type                  scheepsnaam                                        naam reder/boekhouder

       304                        1829-1830     brik                   Rosina                                                   geen opgave

                                           1831           brik                   Sophia                                                   G.C.Bosch Reitz

                                      1832-1833     barkentijn       Sophia Cecilia                                      idem

                                      1834-1835     bark                 Sophia Cecilia                                      idem

       199                        1836-1837     bark                 Sophia Cecilia                                      idem

                                           1838           fregat               Wilhelmina Lucia                                idem

 

Bouma025 vermeldt B.F.Ipsen als gezagvoerder gedurende:

*    1830 t/m 1838 van de brik “Rosina”, gebouwd in 1809, bouwlocatie niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor F.Machielsen te Amsterdam;

      Volgens Verhoeff086 is deze brik in 1809 gebouwd te Amsterdam als “Amalia Elisabeth”, in 1829 verkocht aan F.Machielsen te Amsterdam, die het schip herdoopte in “Rosina”. Dezelfde reeder herdoopte het schip in 1831 in “Sophia”.

*    1831 van de brik “Sophia”, gebouwd in 1809, bouwlocatie niet vermeld, 200 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;

*    1832 t/m 1837 van hetzelfde schip maar nu varend voor F.Machielsen te Amsterdam;

*    1833 t/m 1838 van de barkentijn “Sophia Cecilia”, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 310 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;

      Uit de diverse vaarperioden van kapitein B.F.Ipsen blijkt dat hier iets niet klopt. Ook de vergelijking met de opgaven uit de Amsterdamsche Almanak voor Koophandel en Zeevaart001 (zie hiervoor) duidt daarop. Ik houd het erop dat de opgaven uit de AAKZ correct zijn en die uit Bouma niet. En zie ook de bovenstaande opmerking van Verhoeff.

*    1839 t/m 1840 van het 3/mschip “Wilhelmina Lucia”, gebouwd in 1838 te Middelburg, 755 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam.

 

Overige bijzonderheden

"De Drie Gebroeders" op de rede van Paramaribo057:

13 december 1837      "... heden vertrok hier Captijn Ipsen bark Sophia Sesilia ...".

Monsterrol dd. 27 oktober 1836 van de bark "Sophia Cecilia" onder gezag van Remke de Weerd pp. van Bi.F.Ipsen en met 15 manschappen. Bestemming Suriname. Boekhouder Bosch Reitz011.

p.p.=plaatsvervanger. De datering van de monsterrol is vrij lang vòòr de vertrekdatum uit Paramaribo i.c. 14 maanden eerder. Vermoedelijk heeft er nog een reis tussen gezeten die onder gezag van Ipsen stond.

 

 

Datum vanaf: 1832
Kapitein: Ipsen, Bandick Friedrich

Familiegegevens en opleiding

Jan Christiaan Radeloff woonde op de Geldersekade te Amsterdam.. Hij werd geboren op 01 september 1799 in Pruisen. Zijn religie was Evangelisch Luther.098.

Hij was getrouwd met Maria van der Wijde, geboren op 18 maart 1794 en overleden 02 maart 1862.

Jan Christiaan overleed begin 1854.118

 

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

J.C.Radeloff werd per 29 mei 1838 met vlagnummer 407 ingeschreven als effectief lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop op voordracht van kapitein J.H.Seepe. Zijn schip was de “Sophia Cecilia”. Toegevoegd is “overleden” 002. Ten tijde van de inschrijving was de man 40 jaar en zijn vrouw 46 jaar002a.

In de Algemene Vergaderingen van het Amsterdamse zeemanscollege “Zeemanshoop” van 15/22 mei 1838 werd als effectief lid ingeschreven J.C.Radeloff (alleen initialen vermeld), oud 40 jaar, voerend de bark “Sophia Cecilia”, wonend aan de Korte Prinsengracht nr. 53 te Amsterdam, op voordracht van kapitein J.H.Seepe. Hij kreeg vlagnummer 407023.

 

Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)

In de notulen van de Bestuursvergadering van Zeemanshoop dd 24 januari 1854 wordt aan de weduwe van kapitein J.C.Radeloff een uitkering toegekend ingaande 01 februari 1854.042.

 

In de notulen van de Algemene Vergadering van Zeemanshoop dd 21 februari 1854 staat de vermelding dat aan de weduwe van kapitein J.C.Radeloff per 01 februari 1854 een uitkering is toegekend.023.

 

De schepen van de kapitein

lid van het Amsterdamse zeemanscollege Zeemanshoop001

vlagnummer                 jaren          type                 scheepsnaam                                       naam reder/boekhouder

       407                      1839-1841    bark                Sophia Cecilia                                     G.C.Bosch Reitz

                                     1842-1843    sch.kof           De Hoop                                               J.C.Londt

                                        1844          geen opgave van schip en boekhouder

                                     1845-1846    brik                  Pallas                                                    geen opgave

                                     1848-1851    bark                Hillegonda Catharina Helena          J.D.Taunay

                                     1852-1853    geen opgave van schip en boekhouder

 

Bouma025 vermeldt J.C.Radeloff als gezagvoerder gedurende:

*   1839 t/m 1842 van de barkentijn “Sophia Cecilia” ex Ipenrode, gebouwd in 1807, bouwlocatie niet vermeld, 310 ton o.m., varend voor G.C.Bosch Reitz te Amsterdam;

*   1843 van de sch.kof “de Hoop” ex Margaretha (Koster), gebouwd in 1832, bouwlocatie niet vermeld, 142 ton o.m., varend voor J.C.Londt te Amsterdam;

*   1846 t/m 1848 van de brik “Pallas” ex Carolina Johanna, gebouwd in 1828 te Amsterdam, 236 ton o.m., varend voor J.de Graaf te Amsterdam.

     *   1849 t/m 1852 van de bark “Hillegonda Catharina Helena” ex Sophia Maria, gebouwd in 1827 te Amsterdam, 310 ton o.m., varend voor J.D.Taunay te Amsterdam;

     *   1854 van de 2/msch “Hollandia”, gebouwd in 1853 te Hoogezand, 142 ton o.m., varend voor J.Boubert te Amsterdam;

 

Overige bijzonderheden

Algemeen Handelsblad Verkregen via Douwe Keizer, e-mail 07 november 2004

 Dingsdag 7 October 1851

Rotterdam, 5 Oct. Een particulier schrijven, d.d San Francisco 15 Aug. Deelt ons het volgende mede: Het schip Hillegonde Catharina Helena, kapt. Radeloff, heeft op 25 Maart een lek gestoten op Amanu (Marquetas Eilanden), welke die bodem, op reis van hier naar Callao, water te kort komende, aandeed. Volgens brieven van Oheite dd 20 Junij, bevond hij zich toen nog op dat eiland en was bezig te repareren, daar het schip bij expertise goed gekeurd en reparatie bevolen was. De kapitein meldt, dat het moeilijk was aldaar geld te bekomen.

Opmerking Douwe Keizer: Deze mededeling op zichzelf is niet voldoende om te mogen concluderen dat dit schip op de heenreis en later op de mogelijke terugreis ook werkelijk Kaap Hoorn heeft gerond. De heenreis zou via Ned Indië gelopen kunnen hebben.

 

De bark “Hillegonda Catharina Helena” onder kapitein J.C.Radelof vertrok uit Amsterdam op 24 mei 1850 en bereikte via Kaap Hoorn op 29 september Valparaiso. Het strandde op 25 maart 1851 te Tuamotu, oost can Tahiti in de Pacific.121

 

 

Datum vanaf: 1838
Kapitein: Radeloff, Jan Christiaan

Monsterrollen

Opgemaakt Amsterdam
Datum: 0000-00-00
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: IPENRODE
Schipper: Charlau, Michiel
Scheepstype: brik
Grootte:

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Afbeeldingen


Omschrijving: SOPHIA CECILIA
Collectie: Nederlands Scheepvaart Museum - Amsterdam
Vervaardiger: Teupken Sr., Dirk Antoon (1801-1845)
Onderwerp: Zeeopname
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten
Akten

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7157-1814/15-82
DVD 7 – III– 286-288
__________________________________________________
Acte koop/verkoop
Naam schip: IPENRODE, bevorens genaamd geweest JAN JOSEF, alias la ESMARALDA

Plaats en datum acte Amsterdam, 23 oktober 1815

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper Antoine Guillaume Pareau, makelaar te Amsterdam

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Mr. Jan van de Poll, koopman te Amsterdam

Te voeren door kapt. Cornelis Pieters Prater

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Amsterdam, 27 oktober 1815

Nummer van registratie deel 9, folio 110, verso, vak 5 en 6.

Notaris Mr. Everard Cornelis Bondt, notaris te Amsterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 12.000.

Bijzonderheden; bij het passeren van deze acte lag de IPENRODE te Amsterdam op Oostenburg bij de werf Het Wapen van Harlingen, en was reeds door koper aanvaard.
Bijgevoegd verklaring van C. Lankelma, scheepsbouwmeester te Amsterdam, in dato 13 november 1815, dat het schip IPENRODE, gevoerd door kapt. Cornelis Pieters Prater, voor meer dan 2/3e te Amsterdam is vertimmerd.



Researcher/datum research ML/271107

Naam IPENRODE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1814
Toegang 5181
Inventaris 7157
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente-Archief Amsterdam archiefnummer Ams.5181-7153-1817-69
DVD 6 – VII – 211,212
__________________________________________________
Eigendomsbewijs / Bijlbrief / Acte koop/verkoop
Naam schip: IPENRODE, bevorens genaamd geweest SAN JOSEF, alias LA ESMARALDA
Plaats en datum acte Amsterdam, 23 oktober 1815

Soort schip brik

Bouwwerf / verkoper Antoine Guillaume Pareau, makelaar te Amsterdam

Gevoerd door kapt.

Eigenaar / aankoper Mr. Van van de Poll, koopman te Amsterdam

Te voeren door kapt.

Groot volgens meetbrief

Tuigage en aantal dekken

Afmetingen

Kiellegging

Tewaterlating

Plaats en datum van registratie Amsterdam, 27 oktober 1815

Nummer van registratie deel 9, folio 110, verso, vak 5 en 6

Notaris Mr. Everard Cornelis Bondt, notaris te Amsterdam

Prijs (bij aan-/verkoop vermeld) NLG. 12.000,-

Bijzonderheden: bij deze koop/verkoop lag het schip te Amsterdam op Oostenburg aan de werf Het Wapen van Harlingen, en was reeds door koper aanvaard.
(opm.: mogelijk een gewezen Spaans prijsschip; namen zullen wellicht zijn SAN JOSÉ alias LA ESMERALDA)





Researcher/datum research ML/090907

Naam IPENRODE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1817
Toegang 5181
Inventaris 7153
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1413.1819.83

foto 075, 076
CEDULE

Naam schip IPENRODE

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 19 augustus 1819

type schip brik

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper Mr. Jan van de Poll, voor zijn firma Roquette & Van de Poll, Amsterdam, enig eigenaar.

te voeren door kapt. Michael Charlau

grootte in tonnen 173 lasten of 346 zeetonnen

tuigage / aantal dekken twee masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd te Amsterdam

plaats / datum registratie Amsterdam, 19 augustus 1819

nummer registratie deel 13, folio 20, recto, vak 7

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de koopacte
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838. De cedule is in de kantlijn genummerd 15767
(opm.ML: zeebrief 26 juli 1817)




researcher/datum research: ML / 130214

Naam IPENRODE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1413
Klik hier om de originele akte te bekijken

ARCHIEF Gemeente Amsterdam
archiefnummer 5074/1419-1819-83

KOOPBRIEF schip IPENRODE

plaats en datum acte 23 oktober 1815

soort schip brik

gevoerd door kapt.

Bouwwerf/verkoper Antoine Guillaume Pareau, makelaar te Amsterdam

eigenaar/aankoper Mr. Jan van de Poll, koopman te Amsterdam

te voeren door kapt.

groot volgens meetbrief in tonnen

tuigage en aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats en nummer van registratie

datum van registratie

notaris Mr.E.C. Bonato, notaris

prijs (bij aan-/verkoop)

bijzonderheden schip bevorens genaamd JAN JOSEPHALIA LA EDMARALA








researcher/datum research ML-271005

Naam IPENRODE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1819
Toegang 5074
Inventaris 1419
Klik hier om de originele akte te bekijken

Stadsarchief Amsterdam Archiefnummer AMS 5074.1417.1832.18

deel VI, foto II-071, 072
CEDULE

Naam schip thans genaamd SOPHIA CECILIA (het woord “thans” kan er op duiden, dat het schip een ex-naam had)

plaats en datum acte eigendomsbewijs, Amsterdam, 26 september 1832

type schip bark

bouwwerf/verkoper niet vermeld

gevoerd door kapt.

eigenaar/koper G.C. Bosch Reitz, Amsterdam, enig eigenaar

te voeren door kapt. Bandik Fridrich Ipsen

grootte in tonnen 162 lasten of 306 zeetonnen

tuigage / aantal dekken drie masten, twee dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating gebouwd buiten de Nederlanden

plaats / datum registratie Amsterdam, 26 september 1832

nummer registratie deel 26, folio 163, verso vak 5

notaris Regtbank van Eerste Aanleg, Amsterdam

prijs

Bijzonderheden: getoond wordt de laatste koopbrief en reçu voor ontvangst van de ingetrokken zeebrief, getekend door de ontvanger der in- en uitvoerrechten te Amsterdam op 27 september 1832. Het schip ligt thans te Amsterdam.
De datum van de acte is NIET de datum van de transactie. De juiste datum vindt men in Amsterdam AB 1819-1838.
De eed wordt afgelegd door Barend Dirk Bosscher, Amsterdam, voor en namens bovengenoemde eigenaar.



researcher/datum research: ML / 210915

Naam SOPHIA CECILIA
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1832
Toegang 5074
Inventaris 1417
Klik hier om de originele akte te bekijken

GEMEENTEARCHIEF Amsterdam
archiefnummer 5074 – 1420 – 1832 – no. 18

KOOPBRIEF Ipenrode

plaats en datum acte Amsterdam, 17 september 1832

type schip barkschip

kapitein David Charlau

verkoper firma van Roquette en van de Poll, huis van negotie te
Amsterdam

koper Gijsbert Christiaan Bosch Reitz, koopman te
Amsterdam

te voeren door kapt.

grootte in tonnen

tuigage / aantal dekken

afmetingen

kiellegging

tewaterlating

plaats / nr van registratie

datum registratie

notaris R.J. toe Laer, Amsterdam

prijs ƒ16000

bijzonderheden verkoop tijdens veiling

Naam IPENRODE
Archiefinstelling Stadsarchief Amsterdam
Jaar 1832
Toegang 5074
Inventaris 1420
Klik hier om de originele akte te bekijken