Inloggen
MATHILDE LOUISE - ID 16874


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1918-00-00 / 1919-10-20 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1918
Categorie: cargo trawler
Voorstuwing: Motor Vessel
Type: Vrachtlogger
Material Hull: Wood
Dekken: 1
Construction Data

Scheepsbouwer: Gebr. van der Windt, Vlaardingen, Zuid-Holland, Netherlands
Delivery Date: 1918-00-00
Technical Data

 
Gross Tonnage: 79.39 Gross tonnage
Net Tonnage: 62.27 Net tonnage
Deadweight: 125.00 tonnes deadweight (1000 kg)
 
Length 1: 22.30 Meters Length overall (Loa)
Beam: 5.83 Meters Breadth, moulded
Depth: 2.81 Meters Depth, moulded
Ship History Data

Date/Name Ship 1918-00-00 MATHILDE LOUISE
Manager: Hermann Josef Wirges, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Eigenaar: Hermann Josef Wirges, Rotterdam, Zuid-Holland, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Rotterdam / Netherlands

Ship Events Data

1919-10-20: Final Fate:
Vrachtlogger Vergaan. De bemanning aan wal gebracht. s-Gravenhage, 20 Oct. 1919. Hedenochtend is door den logger Sch. 308 in de Scheveningsche haven behouden binnengebracht de geheele bemanning, bestaande uit 5 man, van den vrachtlogger Mathilde Louisa van de reederij H. J. Wirgers te Rotterdam, welk vaartuig in den nacht van Woensdag op Donderdag 15/16 October bij stormweder in de Noordzee is vergaan.De vrachtlogger was geladen met 119 ton steenkolen en bevond zich op weg van Seaham naar Caen. Het vaartuig bevond zich, naar gemeld wordt, in den aangeduiden nacht op 52 gr. 41 N.O. en 2 gr. O.L., 20 mijlen Z.O. ten Oosten van Lehmanbank en geraakte daar bij stormweder lek, tengevolge waarvan het later is gezonken. De logger K.W., 58, schipper A. de Jong, welke zich daags te voren op 52 gr. 47 N.B en 2 gr. 46 ' O.L. bevond, nam de bemanning van de „Mathilde Louisa", die inmiddels haar vaartuig had moeten verlaten, op. De bedoeling van den schipper van den Katwijkschen logger was om de bemanning aan wal te brengen, doch daar zijn reis nog niet uit was, besloot hij den schipper W. C. de Niet van den Scheveningschen logger Sch. 308, die koers zette op Scheveuingen. te praaien en hem te vragen de equipage van de „Mathilde Louisa' over te nemen, waarin die schipper dadelijk toestemde, zoodat de geheele equipage van den verongelukten vrachtlogger, zijnde: kapitein E. Wortel, stuurman E. Jahnke, matrozen A. en W. Wirgers en lichtmatroos G. Blok hedenochtend behouden te Scheveningen aan.
Uitspraak van den Raad voor de Scheepvaart, betreffende de scheepsramp overkomen aan het zeilschip Mathilde Louise. Op 16 October 1919 is het zeilschip Mathilde Louise op reis van Seaharn naar Caen, ter hoogte van het „Leman lichtschip", gezonken. Overeenkomstig het voorstel van den hoofdinspecteur voor scheepvaart besloot een commissie uit den raad, dat deze naar de scheepsramp een onderzoek zoude instellen, welk onderzoek plaats had in 's raads openbare zitting van 6 November 1919. Als getuigen werden onder eede gehoord Everhardus Jan Wortel en Evert Jahnke, respectievelijk schipper en stuurman van de Mathilde Louise. De raad nam voorts kennis van het door de scheepvaartinspectie gehouden onderzoek en van het scheepsjournaal. Uit een en ander is den raad het navolgende gebleken: De houten vrachtlogger Mathilde Louise, groot 79.39 bruto en 62.27 netto reg. ton, toebehoorende aan H. J. Wirges te Rotterdam, vertrok op 15 October met een lading steenkolen van Seaham met bestemming naar Caen. Er werd gezeild langs de Engelsche kust bij aanvankelijk gunstige gelegenheid. Reeds tegen den avond begon het weer stormachtig te worden met wind uit het N. W. Om 9 uur brak de groote boom. Gedurende den nacht kwamen veel stortzeeën over. Het schip werkte zwaar en maakte veel water. Er werd voortdurend gepompt, maar het was niet bij te houden, en er werd steeds meer water in het ruim gepeild. In den namiddag van 16 October kwam een visscherman de KW. 1 in het zicht. Aan boord van de Mathilde Louise werd de noodvlag geheschen. Het schip, dat steeds meer water maakte, werd verlaten en de bemanning aan boord van de KW. 1 opgenomen. Het was toen ongeveer 12 uur des middags. Eenige uren daarna verdween de Mathilde Louise , ter hoogte van het „Leman lichtschip", in de diepte. De Mathilde Louise was geladen met 119 ton steenkolen en lag vóór ruim 7 voet en achter 10 voet diep; het schip lag nog niet tot aan het watermerk en had op vroegere reizen wel 128 ton geladen. Onder het stormweer en na het breken van den boom werd met een rif in het grootzeil voor den wind w e g gelensd. De schipper heeft getracht bij te draaien, maar dit is niet gelukt. De zeeën vlogen over het schip. De luiken waren goed gesloten.