General information:
Het bouwjaar van de kof staat niet vast. BV noemt 1805 en LR zegt 1807.
De plaats waar het schip is gebouwd, Papenburg volgens LR 1830, is wel bekend, maar niet de scheepsbouwer. De eerste kapitein, H.H. Borgerding, werd in 1777 in Papenburg geboren.
In juni 1819 werd in een aanvraag voor een Turkse Pas vermeld dat de kof buitenslands was gebouwd. In april 1822 werd bij een aanvraag voor een nieuwe zeebrief echter verklaard dat ze binnenslands was gebouwd. Vermoedelijk is in het laatste geval door de rederij (met dekking van een scheepswerf) een verklaring geproduceerd dat het schip ‘voor meer dan 2/3e was vertimmerd’. Deze was nodig na de wetswijziging uit 1819 om opnieuw een Nederlandse zeebrief te kunnen krijgen. Dat met het afgeven van zo’n verklaring nog wel eens de hand werd gelicht is vrij waarschijnlijk.
1815
RC 190815
Amsterdam, 17 augustus. Te Antwerpen zijn gearriveerd kapiteins De Vries en Borgerding (opm: kof HARMONIE, kapt. Hermanus Henricus Borgerding), van Liverpool.
1816
MCO 040716
Vlissingen, 2 juli. Binnengekomen de HARMONIE, kapt. H.H. Borgerding, van Nantes, met wijn, naar Antwerpen.
1817
Op 10 februari 1817 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de NEPTUNE, aangevraagd door Charles de Meurs (Demeurs?), Antwerpen, voor Harm Borgerding als kapitein. (ex-HARMONIE; moet meer betalen voor tonnemaat)
1818
RC 190518
Amsterdam, 17 mei. Den 18 april is te Libau (opm: waarschijnlijk wordt hier de baai van Libano de Arrieta, Vizcaya bedoeld) lek en beschadigd binnengelopen het schip NEPTHUNUS (opm: kof NEPTUNE), H.H. Borgerding, van Amsterdam naar Kadix (opm: Cadiz), laatst van St. Vallerij (opm: onbekend is of hier St.-Valéry-sur-Somme of eventueel St.-Valéry-en-Caux wordt bedoeld).
1819
Op 11 juni 1819 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de l'ESPÉRANCE, aangevraagd door A.A. van Loon, Antwerpen, voor H.H. Borgerding als kapitein. Vermelding: ‘Zeebrief vervallen door wisseling van naam schip - vorige naam LE NEPTUNE’. Tevens werd de oude zeebrief van LE NEPTUNE, d.d. 10 februari 1817, geroyeerd.
Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas voor een reis naar Cette verstrekt. Vermelding: Buitenslands gebouwd.
1820
Op 8 augustus 1820 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA CATHARINA, aangevraagd door Benois Permans, Verbyten, Verluyten, Antwerpen, voor Olfert M. Scholl als kapitein. Vermelding: Oude zeebrief 144 d.d. 1819-06-11 was gesteld op naam van L'ESPERANCE, moest zijn MARIA CATHARINA
1821
RC 260421
Rotterdam, 25 april. Den 19 zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen de schepen MARGARETHA (opm: MARGUÉRITE, thuishaven Gent), J.J. Tiddens, van de Havana; MARIA CATHARINA, M. Scholl, van de Marennes, en de MARIA (opm: kof), J. Sikkes, en THERESIA, J.H. Arend, van Liverpool.
RC 140721
Rotterdam, 13 juli. Van Vlissingen wordt van den 10 juli gemeld: Voor Antwerpen bestemd alhier ter rede gekomen HARMANNA JACOBA, J. van Ulphen, van Sendres; MARIA CATHARINA, O.M. Scholl, van Noirmoutier; de JEUNE COLLETTE (opm: hoeker JEUNE COLETTE, thuishaven Oostende), C. Nierijnck, van Cette (opm: Sète); de VROUW MARGARETHA, G. Pijbes, van Bordeaux; MATHILDA, S. Whileij, en de PILOT, R. Sly, van Londen; de EENDRAGT, H.J. Korter, van Liverpool; de DRIE GEBROEDERS, H. Schwitters, van Petersburg, en VESTA, J.S. Keijser, van Marseille.
1822
Op 26 april 1822 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de MARIA CATHARINA, aangevraagd door Benois Permans, Verbyten, Verluyten, Antwerpen, voor H.J. Rieke als kapitein. Voor deze combinatie werd ook een Turkse Pas voor een reis naar Lissabon verstrekt. Mededeling: ‘vorige kapitein O.M. Scholl’. Schip was binnenlands gebouwd.
RC 071122
Rotterdam, 6 november. Van Vlissingen wordt van den 5 gemeld, dat sedert onze laatste, aldaar ter rede gekomen de VROUW GEZINA, H. Laarman, van Rouaan naar Brussel gedestineerd, en voor Antwerpen bestemd ISABELLE LOUISE (opm: sloep ISABELLA EN LOUISE, thuishaven Antwerpen), P. Eggers, van Villa-Nova; de GOEDE WELVAART, J.J. Vos (opm: I.J. Vos), naar Noirmontier, de VROUW ANNA, H.J. Korter (opm: H.J. Körter), de GOEDE HOOP, H.W. de Groot, en de NOORDSTAR, E.G. Boekhout, van Liverpool; THEODORE, G.P. Martin, van Liverpool; MERKURIUS, J.P. Smit (opm: brik MERCUUR, thuishaven Antwerpen, kapt. J.F.P. Smit), van Marseille; MARIA CATHARINA, H.J. Riecke, van Marseille, en de DRIE VRIENDEN, R.A. de Groot, van Bayonne.
1823
Op 31 december 1823 werd Turkse Pas verstrekt voor de MARIA CATHARINA, aangevraagd door Benois Permans, Verbyten, Verluyten, Antwerpen, voor H.J. Rieke als kapitein. Deze werd op 12 januari 1824 geroyeerd.
1824
Op 11 augustus 1824 werd een nieuwe zeebrief verstrekt voor de TWEE GEBROEDERS, aangevraagd door L. Schepens, Antwerpen, voor J.F. Schulte als kapitein.
1825
DC 230725
Vlissingen, 16 juli. Van Antwerpen de Schelde afgekomen, en van den 12 dezer tot heden naar zee gezeild: de VROUW HENDRINA, kapt. K. van den Oever met graan; DE AREND, kapt. H. Elbring en de JONGE SOPHIE, kapt. J.F. Huijs, beide met boomschors, en alle drie naar Londen; L’UNION, kapt. J. Rickmers, naar Bristol met boomschors; AURORA, kapt. B.J. Wijgers, naar Petersburg met stukgoederen; de GOEDE VERWACHTING, kapt. J.J. Schuring, naar Limekiln met boomschors; de DOCHTER ALIDA, kapt. J.D. Duijt naar Arbroath met vlas; DE FREDERIK, kapt. H. Kopperholds, naar Hamburg met stukgoederen; de VROUW GEERTRUIDA, kapt. H. Draijer, naar Schotland met vlas en meekrap; de BRABANDER, kapt. A.E. de Groot naar Fitzroy, de TWEE GEBROEDERS, kapt. J.F. Schulte en DE VROUW PETRINA, kapt. K.D. Mulder, beide naar Londen, en alle drie met boomschors; de FANNIJ, kapt. C. Brandaris, naar Batavia met stukgoederen; DE VROUW HEILTJE, kapt. S.C. de Vries, naar Londen met boomschors; L’ADÈLE, kapt. P. Lagree, naar Nantes met geweren en steen; SOLON, kapt. J. Rickmers naar Londen en de DRIE GEBROEDERS, kapt. H.H. Ricke naar Milton, beide met boomschors.
DC 151025
Vlissingen, 11 oktober. Voorts zijn, van den 8 dezer tot heden, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: de TWEE GEBROEDERS, kapt. J.F. Schulte, van Liverpool met klipzout (opm: na lossing werd de kof onttakeld en verkocht aan koopman Joannes B. Huens, Antwerpen, die het schip op 13 april 1826 binnen Antwerpen opnieuw verkocht, waarna het door L.P.J. Schepens onder kapt. J.A. Schönefeld als JOANNA MARIA weer naar zee werd gebracht); PERSIA, kapt. D. Elwell, van Padang met koffie; DOROTHEA, kapt. H. van Herk, van Kadix met wol; de TREKVOGEL, kapt. D. Muller, van Gallipoli met oliën; JAVA, kapt. F. Blackler, van Padang met koffie; de DRIE GEBROEDERS, kapt. C. Smit, van Marseille en LES TROIS FRÈRES, kapt. H.H. Ricke, van Londen, beide met stukgoederen; CATHARINA, kapt. D.E. Brunge, van Oleron met zout; de VROUW CATHARINA, kapt. J. van der Schuyt, van Londen met stukgoederen;
Op 27 oktober 1825 werd de zeebrief van de TWEE GEBROEDERS, kapt. J.F. Schulte, door de gouverneur van de provincie Antwerpen naar de Staatsraad in Den Haag geretourneerd, met vermelding ‘schip verkocht’, waarna op 28 oktober royement volgde.
1826
Op 3 mei 1826 werd de eerste, bedoeld wordt nieuwe, zeebrief verstrekt voor de JOANNA MARIA, aangevraagd door L.P.J. Schepens, Antwerpen, voor J.A. Schönefeld als kapitein.
DC 130526
Vlissingen, 6 mei. Van Antwerpen zijn de Schelde afgekomen, en van den 7 dezer tot heden van onze rede naar zee gezeild: DE COMMERCIE, kapt. H.A. de Vries, naar Londen met boomschors; de IRIS, kapt. B. Arfsten, naar Lissabon met meekrap; QUINCEY, kapt. F.S. Winsloa, naar New York, SUPERB, kapt. A. Ennelaar, op avontuur, JOHAN MARIA, kapt. J.A. Schoonefeldt (opm: kof JOANNA MARIA ex-TWEE GEBROEDERS, kapt. J.A. Schönefeld), naar Tremblade en CATHARINA, kapt. P. Endicott, naar Salem, alle vier met ballast.
DC 240626
Vlissingen, 16 juni. Van den 18 dezer tot heden zijn voor Antwerpen bestemd, op onze rede aangekomen: CHARLOTTE, kapt. J. Vassal, van Dover met ballast; ANNA PAULOWNA, kapt. H. Pothoff, van Oléron en JOHANNA MARIA, kapt. J.A. Schönefeld (opm: JOANNA MARIA), van Tremblade, beide met zout; DE JONGE JACOB, kapt. J. Bouwens, van Duinkerken met wijn; DE JONGE WILLEM, kapt. P.Y. Jobs, met stukgoederen en wijn en HOLSTEIN, kapt. C. Stephamen met wijn, beiden van Bordeaux; LA BELLE ALLIANCE, kapt. O.A. Wilman, van Londen met stukgoederen; FLOYD, kapt. J.K. Perkins, van de Havanna met suiker en koffie. De laatste moet quarantaine houden.
DC 030826
Vlissingen, 23 juli. Van Antwerpen de Schelde afgekomen, en sedert den 21 dezer van onze rede naar zee gezeild: PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN, kapt. D. Jonkman naar Demerary; en DE VROUW HOUWINA, kapt. H.J. Valk naar de Oostzee, alle beide met ballast; CAROLUS, kapt. H.A. Nieberding naar Londen met boomschors; SAMUEL, kapt. E. le Blancq, naar Jersey met dakpannen; KAREL EN WILLEM, kapt. J.F. Schulte, JOANNA MARIA, kapt. J.A. Schönefeld en DE MARIA, kapt. J. Zirck, alle drie naar de Marennes met ballast; LE CESAR, kapt. M. Schalk en DE JUFFROUW JOHANNA, kapt. J.J. Tiddens, beiden naar Penzance met boomschors; MINERVA, kapt. T. Mooy, DE JONGE JOHANNA, kapt. E. Ziffer, DE COMMERCIE, kapt. H.A. de Vries en DE VROUW JANNETJE, kapt. F. Rose, alle vier naar Londen met boomschors; LEONIDAS, kapt. J. Lawton, naar Gibraltar met ballast; APOLLO. kapt. D. Steur en DELPHINA, kapt. C. Brandaris, beiden naar Batavia met troepen; L’AUGUST, kapt. J. Thomas, naar Havre-de-Grace naar Schotland met ballast; DE HERSTELLING, kapt. B.H. Smit en DE JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens, beiden naar Falmouth met boomschors; HENDRIKA, kapt. T.T. Harding, naar Noirmoutier met ballast; ZEPHYR, kapt. J. Flemming, naar de Havanna met stukgoederen; DE TWEE BROEDERS, kapt. S.J. Brouwer en CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, beiden naar Tremblade met ballast.
DC 310826
Vlissingen, 27 augustus. Van den 21 dezer tot heden zijn, voor Antwerpen bestemd, alhier ter rede gekomen: hebbende alhier tot den 25 in quarantaine gelegen; THERESIA, kapt. J.H. Reimery, van Bordeaux met wijn en brandewijn; NEPTUNES, kapt. P. Petijt, van St. Jago de Cuba met suiker en koffie; CHRISTINA VOS, kapt. N.A. Smaal, van Tremblade met zout; DE VIJF GEBROEDERS, kapt. J.F. Poodts, van de Havanna met koffie, suiker en verfhout, ook deze moet quarantaine houden; DE JUFVROUW HENDRIKA, kapt. H.H. Scholtens van Cardiff met ijzer; CATHARINA JOSEPHINA, kapt. P.J. Muntendam, van Oléron met zout; JEANNETTE, kapt. A.J. Meulenaer, van Rio de Janeiro met stukgoederen; DE MARIA, kapt. J. Zirck; KAREL EN WILLEM, kapt. J.F. Schulte; DE TWEE BROEDERS, kapt. S.J. Brouwer en CONSTANCE, kapt. J. van der Kerkhoven, alle vier van de Marennes met zout; DE TWEE VRIENDEN, kapt. T. Hamilton, van de Havanna met koffie en suiker, moet quarantaine houden; ARENTINA HENDRIKA, kapt. A.H. Breeland van de Marennes; JOANNA MARIA, kapt. J.A. Schonefeld, van Tremblade en JOHANNA, kapt. J.C. Mollet van Londen, alle drie met zout.
1827
Op 27 september 1827 werd een nieuwe, zeebrief verstrekt voor de JOANNA MARIA, aangevraagd door L. Schepens, Antwerpen, voor P.H. van Goens als kapitein.
1828
RC 310728
De 29e dezer, des namiddags, arriveerden te Helvoetsluis DE VROUW ANNA, kapt. D.H. Buss, PALLAS, kapt. F.J. Luetjens, ANTHONIA, kapt. T. Bradhering, DE JONGE CATRINA, kapt. G. Schevennen, van Riga; ANNA MARIA, kapt. T.C. Reus, van Arendsburg; SOMMEREN, kapt. J. Holst, van Libau en JOANNA MARIA, kapt. P.M. van Goens, van Riga (de laatste als bijlegger naar Antwerpen).
RC 020828
Rotterdam, 1 augustus. De 1e dezer, des morgens, zeilden DE VREEDE, kapt. J.J. Greeven, naar Oleron; DE NIEUWE ONDERNEMING, kapt. K.L. Domeni, naar Bergen. Het schip JOANNA MARIA, kapt. P.H. van Goens, is binnen door naar Antwerpen opgezeild.
RC 190828
Rotterdam, 18 augustus. Te Antwerpen zijn gearriveerd JONGE PIETER, kapt. Adison, van Hull; VROUW JANTINA, kapt. Smit, van Dantzig en JOHANNA CLARA, kapt. Goens (opm: kof JOANNA MARIA, kapt. P.M. van Goens), van Riga.
Op 5 september 1828 werd een nieuwe, zeebrief verstrekt voor de JOANNA MARIA, aangevraagd door L. Schepens, Antwerpen, voor D. Lange als kapitein.
1829
RC 101229
Rotterdam, 9 december. Te Antwerpen zijn gearriveerd ADÈLE, kapt. Janssen van Petersburg, MARIA ANNA, kapt. Claessen, MINERVA, kapt. Alberts, JONGE JAN, kapt. Peters en GOUVERNEUR VAN IMHOFF, kapt. Peperboom, van Riga; JOANNES, kapt. Lange (opm: kof JOANNA MARIA, kapt. D. Lange) en VICTOIRE, kapt. Kuyper, van Bordeaux; FELICITAS, kapt. Mulder, van Batavia (opm: 31 juli vertrokken); IDA ALYDA, kapt. Waldering, van Marennes; SNELHEID, kapt. Fryborgh, van de Havanna en AURORA, kapt. Zuermeyer, van Riga.
1830
België
Gedurende 25-27 augustus 1830 waren er in Brussel onlusten geweest welke de opmaat vormden tot de revolutie die resulteerde in de afscheiding van België. Op 4 oktober 1830 werd eenzijdig de onafhankelijkheid van België geproclameerd. In reactie hierop decreteerde de koning bij Koninklijk Besluit van 28 oktober 1830 (Staatsblad No. 73) dat van de schepen welke in de Zuidelijke Provinciën van het Rijk tehuis behoorden de Nederlandse zeebrieven moesten worden ingetrokken. Dit betrof 196 schepen, waaronder de JOANNA MARIA, van Laurentius P.J. Schepens uit Antwerpen, kapt. D. Lange.
Na december 1829 loopt het spoor van de JOANNA MARIA echter dood, waarschijnlijk doordat de kof werd gesloopt, of mogelijk enige tijd als lichter of opslagschip heeft gediend. Aan de verplichting om de laatste zeebrief (5 september 1828) te retourneren is niet voldaan.