Inloggen
HARMINA - ID 16767


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1880-02-21 / 1882-09-28 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1857
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Bark
Masten: Three masts
Material Hull: Wood
Construction Data

Scheepsbouwer: Sunderland, Great Britain
Launch Date: 1857-00-00
Technical Data

Net Tonnage: 347.49 Net tonnage
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1880
Datum agenda: 1880-03-05
Register nr: 0
Scheepsnaam: HARMINA
Type:
Lasten: 0
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Blink, A.
Plaats: Groningen
Kapitein op moment van verzoek: niet vermeld
Opmerkingen: ja
1880-03-11, gunstig beschikt144-1880-02-28

Ship History Data

Date/Name Ship 18??-00-00 CHRISTINA
Manager: L. Castellano, Castellammare di Stabia, Italy
Eigenaar: L. Castellano, Castellammare di Stabia, Italy
Shareholder:
Homeport / Flag: Castellammare di Stabia / Italy
Additional info: Het is onzeker, of het Castellammare di Stabia of Castellammare del Golfo is.

Date/Name Ship 1876-00-00 DESTIN
Manager: J. Langlois & Co., Antwerp, Belgium
Eigenaar: J. Langlois & Co., Antwerp, Belgium
Shareholder:
Homeport / Flag: Antwerp / Belgium

Date/Name Ship 1880-02-21 HARMINA
Manager: Albertus J. Blink, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Albertus J. Blink, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PBCF
Additional info: gekocht op 21 februari 1880, zeebrief 5 maart 1880

Date/Name Ship 1881-00-00 HARMINA
Manager: Albertus J. Blink, Groningen, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Blink & Waterborg, Groningen, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Groningen / Netherlands
Callsign: PBCF
Additional info: Harm Waterborg werd in 1881 voor 50% mede-eigenaar

Ship Events Data

1881-09-00: Sprang a leak
Londen, 6 september 1881. Het Nederlandse schip HARMINA, kapt. H. Waterborg, van Riga naar Delfzijl, is lek te Arendal
1882-09-28: Final Fate: Sunk

Op reis met een lading krijt van Rochester naar Riga is de bark HARMINA, kapt. H. Wagenborg, op 28 september 1882, om 09.00 des morgens bij buiig weer en moeilijke zee in positie 57º12'NB en 07º42'OL lek gesprongen en door de acht opvarenden verlaten. Deze kwamen veilig aan land. Het schip is gezonken en verloren gegaan

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Harm Waterborg werd geboren te Groningen op 04 mei 1850 als zoon van kapitein Jacob Harms Waterborg (zie aldaar) en Foktje Tjarks de Boer.

Hij huwde te Groningen op 13 maart 1880 te Groningen als scheepskapitein met Harmina Ritsema, geboren te Appingedam op 05 mei 1855 als dochter van de grutter Sieuwke Jans Ritsema en Antje Tjarks de Boer. Zij overleed op 01 juli 1944 te Grootegast.

Harm overleed op 28 juli 1932 te Lemmer.allegroningers

 

Harm had, na het verongelukken van zijn vader in 1858, te maken met zijn stiefvader Take Luytjens van Sluis, eveneens koopvaardijkapitein. Deze stuurde Harm naar zee “hij had willen doorstuderen, want hij had een knappe kop. Maar er was natuurlijk geen geld, z’n Moeder bleef moeilijk achter, …Zo werd (Harm) toch zeeman hij haalde zijn diploma’s als 1e stuurman voor kleine en grote vaart en toen hij trouwde in 1880 voeren ze samen naar Rusland op hun eigen schip. Maar na een paar jaar leed hij schipbreuk in ’t Kattegat. (Zijn vrouw) weerhield hem van verder varen. Zoo werd hij koopman, hij kocht een klein bedrijf en samen hebben ze zich het vuur uit de sloffen gewerkt om er weer bovenop te komen. … (Harm) was een ernstige bezonken man en vooral een door en door eerlijk mensch, maar die zeer levendig kon vertellen van al z’n reizen. Ik (zijn zoon) zou een boekdeel kunnen vullen, over alles, wat hij met z’n familie meemaakte. O.a. hoe vreselijk z,n stiefvader hem behandelde, als hij hem meenam naar zee. (Daar van Sluis van 1860 t/m 1871 op zijn schoenerkof “Tjakkina” voer, zal Harm op dit schip wellicht als jong matroos hebben meegevaren. Zie bij Take van Sluis).

Harm Waterborg woonde tot zijn trouwen op het adres Nieuwe Ebbingestraat, Groningen. Het is het huis van zijn moeder en stiefvader, tw: Foktje Tjarks de Boer en Take Luitjens van Sluis (Bron: Bevolkingsregister Gron. jr 1880, deel 11 folio 99). Ik (= Mast, Delfzijl) vond ook:

Harmina Ritsema, woonde tot haar trouwen op het adres Heerestraat 336, Groningen alwaar een winkel van dhr D.J. Bos en mevr. B. Mars. Zij werkte daar als winkeljuffrouw (bron: BR Gron. jr 1880, deel 6 folio 526).

Daarna staan Harm en Harmina op het adres Boterdiep 93a, Groningen. Aan het schrift te zien was de inschrijving van het echtpaar met een dochter Foktje (geboren 30/4/1881, overleden 19/7/1881) in een keer geschied. Waarschijnlijk woonden zij eerst aan boord op de Harmina, en kwamen zij na de ondergang van het schip aan de wal. Later werden op dit adres nog bijgeschreven de kinderen Antje Jacoba (geboren 10/11/1882), Jacob Harm (geboren 1/12/1884) en Foktje Jacoba (geboren 10/2/1888) (bron: BR Gron. jr 1880, deel 14 folio 124). Achter de naam van Harm staat voor de gehele periode schipper

Vanaf 1890 zijn Harm, Harmina en kinderen ingeschreven op het adres Sledemennersstraat 282 (doorgehaald), 291, Groningen. Dan staat achter Harm het beroep winkelier vermeld (bron BR Gron. 1890 jr. 1890 deel 19 folio 335). Ook voor 1900 is deze vermelding te vinden, eerst op het adres Sledemennersstraat 30, later in de Marwiksstraat 16a. Vanaf dat laatste adres vertrok dochter Antje op 2 sept 1907 naar Lemsterland, en zoon Jacob op 18/8/1903 naar Leeuwarden (Bron BR Gron. 1900 deel 17 folio 822).

               In de adressenboeken van de Stad Groningen uit 1886 en 1891 staan de vermeldingen “H.Waterborg, winkelier” resp. “H.Waterborg, kruidenier en slijter, Sledemennersstraat T282”

 

Lidmaatschap zeemanscollege(s)

H.Waterborg was effectief lid van het zeemanscollege de “Vereeniging” te Delfzijl met vlagnummer 61 in de periode 1889 t/m 1894

 

Opmerkingen in verband met Zeemanscollege(s)

Geen

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.Waterborg als gezagvoerder gedurende:

*   1881 t/m 1882 van de bark “Hermina” ex Destin, gebouwd in 1857, bouwlocatie niet vermeld, 347 ton o.m., varend voor A.J.Blink te Groningen. Het schip werd in 1882 in zinkende staat verlaten;

         De bark “Harmina”werd gebouwd in 1857 te Sunderland, 347 ton o.m. Het schip als eigendom van A.J.Blink te Groningen en in 1880 aangekocht als Belgische DESTIN van Retsin & Co te Antwerpen. Deze had het schip als CHRISTINA in 1876 gekocht van de Italiaanse reder L. Castellano te Castellamare. Het schip heeft daarvoor nog diverse eigenaren gehad maar daarvan ontbreken de gegevens.

 

Monsterrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl

Monsterrol 1863-65, 04 seeptember 1863, galjoot “Henderika”, kapitein R.H.Waterborg, 45 jaar uit Groningen. Voorts stuurman Fokke Westerveld, kok Harm J.Waterborg, 14 jaar uit Groningen en 2 matrozen;

Monsterrol 1880-124, 13 september 1880, bark “Harmina”, kapitein Harm Waterborg, 30 jaar uit Groningen. Voorts stuurman Jan J.Smit, 48 jaar uit Appingedam, kok, 4 matrozen en 2 lichtmatrozen;

Monsterrol 1881-40, 06 april 1881, bark “Harmina”, kapitein Harm Waterborg, 30 jaar uit Groningen. Voorts stuurman Steven op ’t Holt, 26 jaar uit Oude Pekela, kok, timmerman, 4 matrozen en een kajuitwachter;

Monsterrol 1881-72, 11 juli 1881, bark “Harmina”, kapitein Harm Waterborg, 31 jaar uit Groningen. Voorts stuurman Steven op ’t Holt, kok, zeilmaker en 4 matrozen;

Monsterrol 1881-128, 03 oktober 1881, bark “Harmina”, kapitein Harrm Waterborg, 31 jaar uit Groningen. Voorts stuurman Steven op ’t Holt, 27 jaar uit Oude Pekela, kok en 5 matrozen;

Monsterrol 1882-43, 21 maart 1882, bark “Harmina”, kapitein Harm Waterborg, 31 jaar uit Groningen. Voorts stuurman K.G.Swartwold, 52 jaar uit Zuidlaren, 2 koks, 4 matrozen en een dekjongen;

Monsterrol 1882-78, 09 juni 1882, bark “Harmina”, kapitein Harm Waterborg, 32 jaar uit Groningen, Voorts stuurman Wubbe Das, 31 jaar uit Nieuwe Pekela, kok en 5 matrozen;

Monsterrol 1882-99, 04 juli 1882, bark “Harmina”, kapitein Harm Waterborg, 32 jaar uit Groningen. Voorts een matroos;

Monsterrol 1882-109, 27 juli 1828, bark “Harmina”, kapitein Harm Waterborg, 32 jaar uit Groningen. Voorts een matroos;

Monsterrol 1882-122, 18 augustus 1882, bark “Harmina”, kapitein Harm Waterborg, 32 jaar uit Groningen, kok, 2 matrozen en een lichtmatroos;

Samenvatting van de monsterrollen

  1. Harm is in de monsterollen ook wel vermeld als Harm J.
  2. Er zijn in totaal 10 monsterrollen met de naam van Harm Waterborg op de website van het Noordelijk Scheepvaartmuseum . Alle rollen zijn afkomstig uit het Gemeentearchief van Delfzijl
  3. De monsterrollen zijn gedateerd van 1863 t/m 1882 met als leeftijden 14 t/m 32 jaar. De zeemanscarriére van Harm heeft dus minstens 18 jaar geduurd.
  4. Als woonplaats is steeds Groningen genoemd.
  5. Het overzicht van de monsterrollen luidt:

       *     1863            kok op de galjoot “Henderika”, kapt. R.H.Waterborg                                         14 jaar

       *     1880-1882 kapitein op de bark “Harmina”                                                                               30-32 jaar

 

Overige bijzonderheden

In een mail (dd 13 maart 2005) zegt Mast: Het schip de “Harmina” werd door Albertus Blink, rentenier te Groningen op 21 februari 1880 gekocht. Het schip lag toen in het Mexicodok te Antwerpen. Harm Waterborg huwde een maand later met Harmina Ritsema. Het schip kreeg gelijk de naam Harmina, maar formeel werd het 50% aandeel van Harm Waterborg pas een jaar later een feit. Hij voer dus een jaar als kapitein op het schip van reder Blink en was pas vanaf 1881 kapitein/eigenaar.

 

Er is sprake van een scheepsjournaal van de Nederlandse bark “Harmina” gevoerd door kapitein H.Waterborg op de reis naar Rochester. (In wiens/wier bezit dit Journaal is wordt niet vermeld)

“Journaal gehouden aan boord van het Nederlandsch barkschip Harmina gevoerd door kapitein H. Waterborg van Groningen, Gedestineerd om te zeilen met eene lading stroo van Delfzijl naar Rochester. Het schip, de zeilen, staand en loopend touwwerk alles in goede orde om met koopmansgoederen over zee te kunnen varen … (Geschreven te beginnen 14 Maart 1882).

… (Laatste pagina’s, zonder lijst van wachten, mijlen, gestuurde koers, drift, behouden koers, etcetera )

Dinsdag den 26 Sept. 1882. Stijve marszeilskoelte. Lucht donker, zee steilte toenemend. Als voren. Kregen water over dek. Als voren. Wind en zee toenemend. Maakten bovenmarsz. en lupstage (?) vast. Zwaar werkend schip. Als voren. Maakten de kluiver en bezaan vast, zetten storm bezaan. Toenemend van wind en zee. Maakten groot-steng-stagen vast. Zwaar werkend schip. Geg NB 57o12’ en 7o42’LO. Gedurende dit etmaal de pomp lens.

Woensdag den 27 Sept 1882 Halsden over st.boord … reefde marsz koelte. Hooge zeegang. Zwaar werkend schip. Halsden om 1 uur over st.boord. Halsden om 8 uur over bakboord. Wind en zee als tevoren. Peilden om 4 uur de pomp en bevonden 20 duim water bij, lieten dadelijk de pompmolen pompen, en peilden om 6 uur en zagen dat het water nog met 4 duim vermeerderd was, begonnen toen ook met de handpompen te werken. Peilden om 8 uur nog 30 duim, zodat wij aanhoudend moesten doorpompen.

Wind en weer als tevoren. Aanhoudend pompen en konden het bijhouden.

(Volgende wacht). Moesten steeds doorpompen, en ging het water steeds vermeerderen. Hadden om 4 uur 36 duim water in het schip, en vernamen dat het schip ± 12 duim water per uur maakte zoodat het onmogelijk was, om het schip boven water te houden, zoodat wij besloten, met den dag bij mogelijkheid, het schip te verlaten, tot behoud van ons leven, daar er voor redding van het schip geen mogelijkheid bestond.

(Volgende wacht). De wind ZO. Buijig. Hooge zee, zwaar werkend schip, dreven voor stormzeilen. Pompten onophoudelijk door, en lieten pompmolen zoo hard werken, als de wind het drijven wilden. De stuurman ging nog in het ruim om de lekkage te onderzoeken, maar door het vele water was het onmogelijk op plaats te vinden, zoodat wij geen andere uitweg vonden dan het schip in zinkende toestand te verlaten. Zetten met den dag een noodsignaal op, en pompten steeds onophoudelijk door, om 7 uur kwam een schoener op ons aansturen, en wou deze ons overnemen, en halsden wij rond om de boot over boord te krijgen, waarna eerst een gedeelte der Equipagie van boord ging, terwijl de overigen later van boord gingen omstreeks 9 uur, en hadden toen ruim 6 voet water in het ruim. Aan boord van de schoener comende, was het de Deensche schoener “Otto”, capt (naam niet ingevuld) welke bestemd was naar Koppenhagen.

Donderdag den 28 Sept. 1882.

Kopie van de scheepsjournaal, gered samen met barometer … en scheepsharmonica (gespeeld) door Harm Waterborg. Tevens bevrachtingsbrieven voor reis van Delfzijl naar Scheerness en Rochester gedateerd 6 Juni 1882, July 1882 en 18 Augustus 1882.”

 

Harm Waterborg was van 1878-1880 gezagvoerder op de galjoot “Swaantje Groenendal, gebouwd in 1867 te Foxhol, 689 ton o.m., als opvolger van kapitein H.R.Zoutman en voorganger van kapitein G.P.Eisinga. Er zou in het correctieblad van Sweijs 1878 een vermelding staan.

Voorgaande gegevens zijn afkomstig van internet en verkreeg ik via de heer Mast te Delfzijl092.

 

NRC 07 oktober 1882

“Op 28 september 1882 is de bark “Harmina” zwaar lek en met schade verlaten nabij Jutland in pos. 57o12 NB/07o42’OL op reis van Rochester naar Riga met een lading krijt. De gehele bemanning is gered door de Deensche schoener OTTO”.

 

Provinciaal Groninger Courant 10 october 1882

“Groningen, 9 Oct. Het hier te huis behoorend barkschip Harmina, kapit. H. Waterborg, van Rochester naar Riga, is volgens een telegram uit Koppenhage, in zinkende staat op zee verlaten. Volgens berigt zijn al de opvarenden gered en te Koppenhage aangebragt.”

 

Provinciaal Groninger Courant 11 october 1882

“Koppenhage, 6 Oct. Het barkschip Harmina, gevoerd door kapit H. Waterborg, uit Groningen, van Rochester naar Riga bestemd, welks bemanning hier is aangekomen, werd op 57 N 7 O in zinkende staat door het volk verlaten.”

Voorgaande gegevens van de heer R.K.Mast te Delfzijl092.

 

bark Harmina ex Destin ex Christina (1857 te Sunderland/347 ton) in 1881-1882 onder kapitein/eigenaar Harm Wagenborg (1850-1832). In 1882, onderweg met een lading krijt van Rochester naar Riga lek geworden en op 28 september in het Kattegat verlaten. (positie 57o12’N/07o42E). Opvarenden gered door de Deense schoener ‘Otto’ en te Kopenhagen aan land gezet. varend vanuit Gronigen en als medefirmant A.J.Blink te Groningen. Op 05/05/1855 gehuwd met Harmina Ritsema, zoon van Jan Harms Waterborg (1811-1858).092a.

 

 

Datum vanaf: 1880
Kapitein: Waterborg, Harm
Overige informatie: *Groningen, 4 mei 1850, †Lemmer, 28 juli 1932 Harm Waterborg werd in 1881 voor 50% mede-eigenaar van de HARMINA (Een aantal interessante gegevens over het leven van kapt. Harm Waterborg vindt men in de general information)

Monsterrollen

Opgemaakt Delfzijl
Datum: 1880-09-13
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: HARMINA
Schipper: Waterborg, Harm
Scheepstype: bark
Grootte: 347

Bekijk alle monsterrollen Bekijk alle monsterrollen
Algemene informatie

Een verhaal over kapt. Waterborg, samengesteld door Sikko Parma:

WATERBORG, HARM

Familiegegevens en opleiding

Harm Waterborg werd geboren te Groningen op 04 mei 1850 als zoon van Jacob Harms Waterborg (zie aldaar) en Foktje Tjarks de Boer. Hij huwde met Harmina Ritsema, geboren te Appingedam op 05 mei 1855 als dochter van Sieuwke Jans Ritsema, grutter en koopman, en Antje Tjarks de Boer. Harm overleed op 28 juli 1932 te Lemmer en Harmina op 01 juli 1944 te Grootegast.

Harm had, na het verongelukken van zijn vader in 1858, te maken met zijn stiefvader Take Luytjens van Sluis, eveneens koopvaardijkapitein. Deze stuurde Harm naar zee “hij had willen doorstuderen, want hij had een knappe kop. Maar er was natuurlijk geen geld, z’n Moeder bleef moeilijk achter, …Zo werd (Harm) toch zeeman hij haalde zijn diploma’s als 1e stuurman voor kleine en grote vaart en toen hij trouwde in 1880 voeren ze samen naar Rusland op hun eigen schip. Maar na een paar jaar leed hij schipbreuk in ’t Kattegat. (Zijn vrouw) weerhield hem van verder varen. Zoo werd hij koopman, hij kocht een klein bedrijf en samen hebben ze zich het vuur uit de sloffen gewerkt om er weer bovenop te komen. … (Harm) was een ernstige bezonken man en vooral een door en door eerlijk mensch, maar die zeer levendig kon vertellen van al z’n reizen. Ik (zijn zoon) zou een boekdeel kunnen vullen, over alles, wat hij met z’n familie meemaakte. O.a. hoe vreselijk z,n stiefvader hem behandelde, als hij hem meenam naar zee. (Daar van Sluis van 1860 t/m 1871 op zijn schkof “Tjakkina” voer, zal Harm op dit schip wellich als jong matroos hebben meegevaren. Zie bij Take van Sluis).

Harm Waterborgwoonde tot zijn trouwen op het adres Nieuwe Ebbingestraat, Groningen. Het is het huis van zijn moeder en stiefvader, tw: Foktje Tjarks de Boer en Take Luitjens van Sluis (Bron: Bevolkingsregister Gron. jr 1880, deel 11 folio 99). Ik vond ook:

Harmina Ritsema, woonde tot haar trouwen op het adres Heerestraat 336, Groningen alwaar een winkel van dhr D.J. Bos en mevr. B. Mars. Zij werkte daar als winkeljuffrouw (bron: BR Gron. jr 1880, deel 6 folio 526).

Daarna staan Harm en Harmina op het adres Boterdiep 93a, Groningen. Aan het schrift te zien was de inschrijving van het echtpaar met een dochter Foktje (geboren 30/4/1881, overleden 19/7/1881) in een keer geschied. Waarschijnlijk woonden zij eerst aan boord op de Harmina, en kwamen zij na de ondergang van het schip aan de wal. Later werden op dit adres nog bijgeschreven de kinderen Antje Jacoba (geboren 10/11/1882), Jacob Harm (geboren 1/12/1884) en Foktje Jacoba (geboren 10/2/1888) (bron: BR Gron. jr 1880, deel 14 folio 124). Achter de naam van Harm staat voor de gehele periode schipper

Vanaf 1890 zijn Harm, Harmina en kindereningeschreven op het adres Sledemennersstraat 282 (doorgehaald), 291, Groningen. Dan staat achter Harm het beroep winkeliervermeld (bron BR Gron. 1890 jr. 1890 deel 19 folio 335). Ook voor 1900 is deze vermelding te vinden, eerst op het adres Sledemennersstraat 30, later in de Marwiksstraat 16a. Vanaf dat laatste adres vertrok dochter Antje op 2 sept 1907 naar Lemsterland, en zoon Jacob op 18/8/1903 naar Leeuwarden (Bron BR Gron. 1900 deel 17 folio 822).

               In de adressenboeken van de Stad Groningen uit 1886 en 1891 staan de vermeldingen “H.Waterborg, winkelier” resp. “H.Waterborg, kruidenier en slijter, Sledemennersstraat T282”

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt H.Waterborg als gezagvoerder gedurende:

*    1881 t/m 1882 van de bark “Hermina” ex Destin, gebouwd in 1857, bouwlocatie niet vermeld, 347 ton o.m., varend voor A.J.Blink te Groningen. Het schip werd in 1882 in zinkende staat verlaten;

      De bark “Harmina”werd gebouwd in 1857 te Sunderland, 347 ton o.m. Het schip als eigendom van A.J.Blink te Groningen en in 1880 aangekocht als Belgische DESTIN van Retsin & Co te Antwerpen. Deze had het schip als CHRISTINA in 1876 gekocht van de Italiaanse reeder L. Castellano te Castellamare. Het schip heeft daarvoor nog diverse eigenaren gehad maar daarvan ontbreken de gegevens.

 

Overige bijzonderheden

In een mail (dd 13 maart 2005) zegt Mast: Het schip de “Harmina” werd door Albertus Blink, rentenier te Groningen op 21 februari 1880 gekocht. Het schip lag toen in het Mexicodok te Antwerpen. Harm Waterborg huwde een maand later met Harmina Ritsema. Het schip kreeg gelijk de naam Harmina, maar formeel werd het 50% aandeel van Harm Waterborg pas een jaar later een feit. Hij voer dus een jaar als kapitein op het schip van reder Blink en was pas vanaf 1881 kapitein/eigenaar.

 

Er is sprake van een scheepsjournaal van de Nederlandse bark “Harmina” gevoerd door kapitein H.Waterborg op de reis naar  Rochester. (In wiens/wier bezit dit Journaal is wordt niet vermeld)

“Journaal gehouden aan boord van het Nederlandsch barkschip Harmina gevoerd door kapitein H. Waterborg van Groningen, Gedestineerd om te zeilen met eene lading stroo van Delfzijl naar Rochester. Het schip, de zeilen, staand en loopend touwwerk alles in goede orde om met koopmansgoederen over zee te kunnen varen … (Geschreven te beginnen 14 Maart 1882).

… (Laatste pagina’s, zonder lijst van wachten, mijlen, gestuurde koers, drift, behouden koers, etcetera )

Dinsdag den 26 Sept. 1882. Stijve marszeilskoelte. Lucht donker, zee steilte toenemend. Als voren. Kregen water over dek. Als voren. Wind en zee toenemend. Maakten bovenmarsz. en lupstage (?) vast. Zwaar werkend schip. Als voren. Maakten de kluiver en bezaan vast, zetten storm bezaan. Toenemend van wind en zee. Maakten groot-steng-stagen vast. Zwaar werkend schip. Geg NB 57o12’ en 7o42’LO. Gedurende dit etmaal de pomp lens.

Woensdag den 27 Sept 1882 Halsden over st.boord … reefde marsz koelte. Hooge zeegang. Zwaar werkend schip. Halsden om 1 uur over st.boord. Halsden om 8 uur over bakboord. Wind en zee als tevoren. Peilden om 4 uur de pomp en bevonden 20 duim water bij, lieten dadelijk de pompmolen pompen, en peilden om 6 uur en zagen dat het water nog met 4 duim vermeerderd was, begonnen toen ook met de handpompen te werken. Peilden om 8 uur nog 30 duim, zodat wij aanhoudend moesten doorpompen.

Wind en weer als tevoren. Aanhoudend pompen en konden het bijhouden.

(Volgende wacht). Moesten steeds doorpompen, en ging het water steeds vermeerderen. Hadden om 4 uur 36 duim water in het schip, en vernamen dat het schip ± 12 duim water per uur maakte zoodat het onmogelijk was, om het schip boven water te houden, zoodat wij besloten, met den dag bij mogelijkheid, het schip te verlaten, tot behoud van ons leven, daar er voor redding van het schip geen mogelijkheid bestond.

(Volgende wacht). De wind ZO. Buijig. Hooge zee, zwaar werkend schip, dreven voor stormzeilen. Pompten onophoudelijk door, en lieten pompmolen zoo hard werken, als de wind het drijven wilden. De stuurman ging nog in het ruim om de lekkage te onderzoeken, maar door het vele water was het onmogelijk op plaats te vinden, zoodat wij geen andere uitweg vonden dan het schip in zinkende toestand te verlaten. Zetten met den dag een noodsignaal op, en pompten steeds onophoudelijk door, om 7 uur kwam een schoener op ons aansturen, en wou deze ons overnemen, en halsden wij rond om de boot over boord te krijgen, waarna eerst een gedeelte der Equipagie van boord ging, terwijl de overigen later van boord gingen omstreeks 9 uur, en hadden toen ruim 6 voet water in het ruim. Aan boord van de schoener comende, was het de Deensche schoener “Otto”, capt (naam niet ingevuld) welke bestemd was naar Koppenhagen.

Donderdag den 28 Sept. 1882.

Kopie van de scheepsjournaal, gered samen met barometer … en scheepsharmonica (gespeeld) door Harm Waterborg.  Tevens bevrachtingsbrieven voor reis van Delfzijl naar Scheerness en Rochester gedateerd 6 Juni 1882, July 1882 en 18 Augustus 1882.”

 

Harm Waterborg was van 1878-1880 gezagvoerder op de galjoot “Swaantje Groenendal, gebouwd in 1867 te Foxhol, 689 ton o.m., als opvolger van kapitein H.R.Zoutman en voorganger van kapitein G.P.Eisinga. Er zou in het correctieblad van Sweijs 1878 een vermelding staan.

 Voorgaande gegevens zijn afkomstig van internet en verkreeg ik via de heer Mast te Delfzijl092.

 Provinciaal Groninger Courant  no. 238 – di 10 october 1882

“Groningen, 9 Oct. Het hier te huis behoorend barkschip Harmina, kapit. H. Waterborg, van Rochester naar Riga, is volgens een telegram uit Koppenhage, in zinkende staat op zee verlaten. Volgens berigt zijn al de opvarenden gered en te Koppenhage aangebragt.”

Provinciaal Groninger Courant no. 239 – wo 11 october 1882

“Koppenhage, 6 Oct. Het barkschip Harmina, gevoerd door kapit H. Waterborg, uit Groningen, van Rochester naar Riga bestemd, welks bemanning hier is aangekomen, werd op 57 N 7 O in zinkende staat door het volk verlaten.”

Voorgaande gegevens van de heer R.K.Mast te Delfzijl092. 

bark Harmina ex Destin ex Christina (1857 te Sunderland/347 ton) in 1881-1882 onder kapitein/eigenaar Harm Wagenborg (1850-1832). In 1882, onderweg met een lading krijt van Rochester naar Riga lek geworden en op 28 september in het Kattegat verlaten. (positie 57o12’N/07o42E). Opvarenden gered door de Deense schoener ‘Otto’ en te Kopenhagen aan land gezet. varend vanuit Gronigen en als medefirmant A.J.Blink te Groningen. Op 05/05/1855 gehuwd met Harmina Ritsema, zoon van Jan Harms Waterborg (1811-1858).092a.

 “Op 28 september 1882 is de bark “Harmina” zwaar lek en met schade verlaten nabij Jutland in pos. 57o12 NB/07o42’OL op reis van Rochester naar Riga met een lading krijt. De gehele bemanning is gered door de Deensche schoener OTTO”.

NRC 07 oktober 1882

 

Kroniekberichten

Toon kroniekberichten