| 1919-07-12: |
Final Fate:
Op 12-07-1919 vertrok de “Proefneming I” (Kapt. J. Wapenaar) van St. Valery sur Somme, waar men 4 weken gelegen had. Men had een lading stenen in, bestemd voor Grangemouth en het schip was tot op het merk geladen, diepgang ong. 10 voet. De loods kwam op het door hem bepaalde uur was, om 11 uur voor middags toen het hoogwater was aanboord. Een sleepboot maakte vast en men zette koers naar buiten, door de zogenaamde z.w. passage. Achter de “Proefneming I” werd een andere logger gesleept die in ballast was en minder diep ging dan de “Proefneming I” . Het was goed weder, kalme zee, wind West. Om 11.45 stootte het schip en kort daarna raakte het aan de grond. Na ongeveer een uur vast gezeten te hebben, trok de sleepboot het schip vlot en vervolgde men de reis. De “Proefneming I” maakte slechts luttel water. Daar de kapitein van de sleepboot met het vaarwater niet geheel vertrouwd scheen, ging de loods op de sleepboot over om de navigatie te leiden, waarop de schepen niet meer stootten. Ter hoogte van Cayeux gekomen , gooide de sleepboot los en keerde met de loods terug, zonder dat deze laatste enige aanwijzing gaf omtrent de te volgen route. De achterste logger zeilde daarop zonder de grond te raken naar buiten. De “Proefneming I”, stootte echter bij het naar buiten kruisen herhaaldelijk en het schip begon water te maken, waarop men de pompen aanzette. Toen de wind naar N.N.W. gelopen was, voer men de z.w. passage uit en was men te 1.40 uur na middags in zee bij de belboei, Noord voorliggende bij de wind. Er stond veel zee en het schip nam veel water over. De lekkage nam snel toe en men kon het binnenkomende water niet meer bijhouden. Te 3.00 uur na middags was het water zo hoog gestegen, dat men besloot het schip te verlaten. De zeilen werden gestreken en men ging voor anker, waarop de bemanning omstreeks 4 uur in de boot ging, na de noodvlag gehesen te hebben. Men werd door een vissersschuit opgepikt welke, daar het stil geworden was van de “Proefneming I” afdreef. Na enige tijd zag men, dat volk aanboord van het schip was gekomen en korte tijd daarna kwam een stoomschip, dat de “Proefneming I” op sleeptouw nam en naar Tréport begon te slepen.. De bemanning volgde in een andere visschersboot, waarop men inmiddels was overgegaan. Te 7.30 na middags zag men de “Proefneming I” op een halve mijl, dicht bij Treport zinken. De bemanning werd later te Tréport geland ren keerde daarna naar Nederland terug.
Het zinken der Proefneming I. Amsterdam 8 oct. 1919, Nog werd uitspraak gedaan betreffende het stoten lek worden en zinken van het zeilschip "Proefneming I". De Raad is van oordeel, dat het lek worden en dientengevolge zinken van de "Proefneming I" nabij St. Valery sur Somme is veroorzaakt doordat het schip bij het uitzeilen van de Zuid- West passage herhaaldelijk heeft gestoten, nadat het reeds bij het uitslepen tweemaal de grond had geraakt. De kapitein treft, naar `s Raads mening geen blaam. Waar hulp in de nabijheid was voor de schipbreukelingen, acht de Raad het verklaarbaar, dat de kapitein het schip heeft verlaten; hij heeft getracht zoveel mogelijk in de nabijheid te blijven. Achteraf is ook gebleken, dat het schip niet te behouden was. |
