Inloggen
ZUIDERZEE - ID 16610


Kroniekberichten

Datum 11 augustus 1899
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Papenburg, 8 augustus. Gisteren passeerde hier, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) komende, het Nederlandse schip ZUIDERZEE, kapt. Dros, bestemd naar Münster in Westfalen, met een lading hout. Dit is het eerste zeeschip dat door het Dortmund-Emskanaal, uit de Oostzee komende, direct tot Münster opvaart. Het schip laadt bij een diepgang van 1,50 meter 73 standaard hout of 180 ton cokes en beladen met 220 ton kolen heeft het een diepgang van 1,70 meter.

Afbeelding
Datum 27 april 1900
Krant DS - Dagblad Scheepvaart
Type bericht Verkoop schepen

Delfzijl, 26 april. De tweemast aak ZUIDERZEE van G. Dros is verkocht aan P. Steenstra.

Afbeelding
Datum 22 oktober 1902
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cuxhaven, 20 oktober. De Nederlandse gaffelschoener ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, met een lading telegraafkabel van Mülheim am Rhein naar Elseneur, liep eergisteren op het Wittsand bij Neuwerk (opm: plaat in de Elbemond) aan de grond, kwam echter zonder hulp weer vlot en ligt thans geankerd op de rede.

Afbeelding
Datum 23 oktober 1902
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cuxhaven, 21 oktober. De Nederlandse schoener ZUIDERZEE is in de haven gekomen. Het schip is zwaar beschadigd en zal worden nagezien.

Afbeelding
Datum 08 oktober 1904
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Hamburg, 6 oktober. De Nederlandse aak ZUIDERZEE, kapitein P. Steenstra, is in Kuhwarderhaven in aanvaring gekomen met de Oberlanderkaan No. 5755, waarbij deze schade bekwam aan dek en reling, terwijl de ZUIDERZEE ogenschijnlijk geen schade van betekenis beliep.

Afbeelding
Datum 14 november 1904
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 13 november. Volgens telegram uit Cuxhaven is de Nederlandse schoener ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, van Rostock naar Papenburg, met verlies van anker en ketting en schade aan het roer, bij Neuwerk aangekomen.

Afbeelding
Datum 16 november 1904
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Cuxhaven, 15 november. Het met rogge geladen Nederlandse schip ZUIDERZEE, dat nabij Neuwerk aan de grond geraakte en roerschade bekwam, is alhier aangekomen.

Afbeelding
Datum 29 november 1904
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Delfzijl, 28 november. Het alhier ter rede geankerd liggende Nederlandse aakschip ZUIDERZEE, schipper Steenstra, gekomen van Rostock met bestemming Papenburg, heeft in de Noordzee zware stormen doorstaan, waardoor de voorzeilen en één der zwaarden zijn weggeslagen.

Afbeelding
Datum 30 oktober 1909
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 29 oktober. Volgens een telegram uit Havre de Grace is er gerapporteerd dat de Nederlandse schoener ZUIDERZEE, kapt. P. Steenstra, van Calais naar Cherbourg bestemd, te Etretat (zuid van Fécamp) gestrand is. Van de uit 4 man bestaande equipage werden 3 door de kustwacht gered. De scheepsjongen verdronk. Er was geen lading aan boord. (opm: zie NRC 161209)

Afbeelding
Datum 01 november 1909
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Het schip ZUIDERZEE zit op harde grond. Indien het weer goed blijft bestaat er een mogelijkheid dat het zal kunnen worden vlotgebracht. De lading bestaat uit krijgsmateriaal en stukgoed.

Afbeelding
Datum 15 november 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Fécamp, 12 november. Het bij Etretat gestrande Nederlandse schip ZUIDERZEE kan niet worden vlotgebracht. De tweemast aak ZUIDERZEE, 160 ton bruto en 133 ton netto, werd in 1895 te Martenshoek van staal gebouwd. (opm: zie NRC 161209)

Afbeelding
Datum 16 december 1909
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Havre, 13 december. Het Nederlandse schip ZUIDERZEE, ter hoogte van Etretat (ten noorden van Havre) gestrand, is in veiling verkocht. De ZUIDERZEE, 160 ton bruto en 133 ton netto, werd in 1895 te Martenshoek van staal gebouwd. (opm: zie NRC 301009)

Afbeelding
Datum 22 december 1909
Krant RN - Rotterdamsch Nieuwsblad
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Le Havre, 17 december. Het wrak van het Nederlandse schip ZUIDERZEE heeft in publieke veiling FFR 750 en de inventaris FFR 357 opgebracht.

Afbeelding
Datum 14 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. De Raad deed heden de behandeling van de scheepsramp, bij Fécamp (Franse kust) overkomen op 29 oktober jl. aan het stalen klipper-aak-schip ZUIDERZEE, thuis behorende te Amsterdam. Het schip behoorde toe aan de kapt. P. Steenstra. Op 29 oktober is het bij Fécamp gestrand; de kok is bij de ramp om het leven gekomen.
Als getuige werd het eerst gehoord kapt. Steenstra, die meedeelde dat hij een dienstdiploma voor de grote zeilvaart bezit. Hij voer in ballast naar de Franse kust, en wel naar Cherbourg. Zijn schip was verzekerd voor NLG 10.000. Het schip had kort te voren zijn log verloren.
Het was stil weer, toen lichten vooruit waren gezien; de schipper leidde daaruit af dat hij in de nabijheid van Dieppe was, wat later onjuist is gebleken. Hij heeft niet op de kaart gekeken en kust gezien. Eerst is hij een vissersvaartuig gevolgd; toen hij dit kwijt raakte, is het anker uitgeworpen. Toen een bui uit het noordwesten kwam opzetten heeft schipper Steenstra niet uit de wal gehouden en gekoerst op een lichtje (waarvan hij de betekenis niet kende), totdat hij op het strand is geslagen. Op een pertinente vraag van de voorzitter, mr. Van der Zweep, of de directe oorzaak van de stranding was dat het schip te dicht op de zeer gevaarlijke kust zat, antwoordde de schipper ontkennend. Verschillende raadsleden hielden dit echter staande, en wezen er op dat hij niet de goede weg van Boulogne naar Cherbourg heeft gevolgd. Op de vraag waarom hij met zijn schip, dat niet veel meer was dan een binnenvaartuig, dit gevaarlijke vaarwater heeft opgezocht, antwoordde de schipper: „Om gewin te maken". Gewoonlijk voer hij op de Oostzee. Enige raadsheren constateerden dat niets dan bangheid de oorzaak is geweest van de ramp; de schipper had over stuurboord moeten gaan liggen en niet over bakboord met de ZW wind vóór. Bij de stranding is de bemanning aan land gesprongen; de 16-jarige kok sloeg over boord en is vier dagen later aangespoeld. De Raad besliste nu in de raadkamer dat het verdere onderzoek ook zal lopen over de vraag of de ramp, aan de ZUIDERZEE overkomen, is te wijten aan de ongeschiktheid van de schipper. Bij het verdere verhoor bleek dat de schipper de verplichting ontdoken heeft om zich te voorzien van een diploma van zeewaardigheid van zijn schip, alvorens uit te varen. Een zodanig diploma van de Germanischer Lloyd, dat vroeger voor het schip was afgegeven, is later ingetrokken. Daarna werd gehoord de matroos Woudstra.

Afbeelding
Datum 15 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. In de zaak van de stranding van het aak-schip ZUIDERZEE, waarbij een zestienjarige kok omkwam, gisteren in ons Avondblad gemeld, verklaarde de matroos Woudstra, door de Raad gehoord, dat hij zich omtrent koersen en anderszins weinig wist te herinneren. Toen de schipper koerste op het lichtje waarvan men de betekenis niet kende, vermoedde getuige dat de schipper, het onvermijdelijke van een stranding inziende, op dat punt aanhield omdat hij er de nabijheid van mensen vermoedde. Wegens het niet verschijnen van de derde opgeroepen getuige werd het onderzoek hierna gesloten.
De Raad zal op een nader te bepalen datum uitspraak doen.

Afbeelding
Datum 27 januari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. Vervolgens (opm: eerste deel zie NRC 140110) zette de Raad het onderzoek voort naar de scheepsramp, overkomen aan het schoenerschip ZUIDERZEE, kapt. Steenstra, op 28 oktober jl. gestrand op de Franse kust.
De voorzitter, mr. Van der Zweep, wees er de kapitein op, dat de vorige keer het onderzoek liep over de vraag of het ongeval te wijten was aan ongeschiktheid. Nu echter zal dat lopen over de vraag of het ongeval was te wijten aan een daad of nalatigheid. Bij bevinding daarvan zou de kapitein een disciplinaire straf kunnen belopen van ten hoogste twee jaar. De kapitein heeft intussen met couranten-uitknipsels aangetoond dat het die 28e oktober boos weer was en voegt aan die gegevens nu nog een afzonderlijk artikeltje over het weer van die datum toe. De in de vorige zitting (19 dezer) ontbrekende getuige wordt nu gehoord, het is de 17-jarige M.L. Rakelboom. Hij was nog maar kort op zee geweest. Jong aan boord, had hij niets te doen dan op order van de schipper. Van het ongeval weet hij weinig te zeggen, dan dat hij naar de kaarten heeft zien kijken. Naar de barometer had hij niet gekeken. Het schip was voor anker gegaan, wijl zwaar weer in aantocht was. Van het kompas heeft hij geen kennis, dus ook niet van het richten van het schip. Wel weet hij dat van de twee kompassen een is weggeslagen. Ook weet hij dat de kok overboord sloeg en verdronk; maar hoe dat zo kwam, weet hij niet. De voorzitter wijst er de schipper op, dat hij theoretisch niet voor deze reis was onderlegd, allerminst met zulk een bemanning. De kapitein antwoordt, dat hij op informatie was gegaan, omtrent de jongens. Door een van de leden gevraagd of hij reddingvesten aan boord had, antwoordt hij: 3 vooruit en 2 boeien.
De jongen, door een van de leden instantelijk gevraagd of de kapitein op het ogenblik van stranding hem zei: „Trek je reddingvest aan", antwoordt van ja. De kapitein op zijn beurt nadrukkelijk gevraagd of hij de jongen dat gezegd had, verklaart van neen. „Dus, jongen, jij liegt !" Als een van de raadsleden de kapitein doet opmerken, dat „Veritas" het schip niet zeewaardig vond, wijl aan de samenstellende delen nogal iets ontbrak, antwoordt de kapitein, dat vakmensen herhaaldelijk het schip stabiel hebben verklaard.
Aangaande het ongeval van de kok verklaart getuige nog dat hij bij de eerste stoot overboord sloeg. Tegen het ogenblik van de stranding kon de stuurman het wiel niet houden. Hij was een betrouwbaar zeeman; maar bij het getuigenverhoor was hij wat zenuwachtig. Tegenover de vorige getuige houdt de schipper vol, dat de schoot stuk was en hij het schip niet kon vóór krijgen. Een van de leden houdt de kapitein, toen hij zich beriep op de huurder die hem seinde binnendoor te gaan, voor dat hij zonder certificaat een reis aanging die hij nooit gemaakt heeft, dus de Nederlandse Wet ontdook en mensenlevens in de waagschaal stelde. U bent kapitein en verantwoordelijk voor uw schip. Een huurder heeft daar niets mee te maken. U bent uitgegaan van Vlissingen, wetende dat men u zou kunnen belasten naar Cherbourg te gaan."
De kapitein verantwoordt zich met te zeggen, dat de kleine schippers niet allen kennis hebben of krijgen van de wet. Hij voer, doch onder Hollandse vlag, voor een bouwondernemer te Hamburg, die het schip gecharterd had. Op advies was hij van Vlissingen naar Oostende gegaan, om dus van een buitenlandse haven uit zee te kiezen naar Cherbourg. Het charter luidde echter van Vlissingen naar Cherbourg.
Een van de andere leden van de Raad trekt zich in het bijzonder het treurige lot van de kok aan en werpt de kapitein harde woorden toe, doelende op slecht zeemanschap. Spreker, zinspelende op zijn ervaring, zegt: „Ik heb het 35 jaar gedaan; maar dat is geen zuivere koffie!" De Raad zal later uitspraak doen.

Afbeelding
Datum 04 februari 1910
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

Raad voor de Scheepvaart. De Raad heeft gisteren uitspraak gedaan inzake de scheepsramp, overkomen aan het stalen klipper-aakschip ZUIDERZEE, toebehorende aan P. Steenstra, die tevens schipper was. Het schip, dat op reis was van Vlissingen naar Boulogne, is op 28 oktober bij Fécamp op de Franse kust gestrand, waarbij de 16-jarige kok verdronk. In het vonnis wordt gememoreerd dat de schipper de verplichting om, alvorens uit te zeilen, zich een bewijs van zeewaardigheid voor het vaartuig te verschaffen ontdoken heeft; en dat bewijzen van zeewaardigheid welke vroeger voor het schip uitgereikt zijn, later werden ingetrokken. De Raad constateert voorts dat gebleken is, dat noch schip, noch schipper, noch bemanning berekend waren voor een reis door het gevaarlijke Engelse Kanaal en dat de schipper zich voor deze moeilijke reis niet voldoende theoretisch en praktisch heeft voorbereid. De ramp is te wijten aan de grote roekeloosheid en de nalatige zorgeloosheid van schipper Steenstra, die, behalve zijn schip, ook het leven van de bemanning aan het toeval heeft overgelaten. Dienvolgens ontneemt de Raad aan schipper Steenstra de bevoegdheid om te varen als gezagvoerder of stuurman op een schip als bedoeld in art. 5 van de Schepenwet voor de tijd van 2 jaar. (opm: zie ook NRC 140110 en 270110)

Afbeelding
Datum 18 februari 1910
Krant NSC - Nederlandsche Staats Courant
Type bericht Uitspraak Raad voor de Scheepvaart (bijvoegsel Staatscourant)

12. Het klipperaakschip ZUIDERZEE

Afbeelding