Peterhead, 25 december. De schoener WILHELMINA, te Pekel-A thuis behorende (opm: kapt. J.H. Nagel, zie AH 301265 en PGC 301265), is, door het volk verlaten, bij deze haven gestrand.

Amsterdam, 29 december. Van Fraserburgh wordt van de 24^e december gemeld, dat kapt.
J.H. Nagel, benevens de equipage van het bij Peterhead gestrande schip WILHELMINA, van Riga naar Newry, gered en aldaar aangebracht was (opm: zie AH 271265 en PGC 301265); het was nog onzeker of het schip afgebracht zou kunnen worden.

Fraserburgh, 24 december. Heden werd alhier aangebracht kapt. J.H. Nagel en de overige bemanning van het te Pekela (opm: Appingedam) thuis behorende schip WILHELMINA, welke bodem (als vroeger gemeld [opm: zie AH 271265 en 301265]) bij Peterhead gestrand is. De equipage heeft het schip in hun eigen boot verlaten, waaruit zij later opgenomen is door een schoener, die de schipbreukelingen hier geland heeft.
Naar men d.d. gisteren van Peterhead meldt, is het twijfelachtig, of men de WILHELMINA vlot zal kunnen brengen, aangezien er een harde wind uit het zuiden woei.
 

AH 01-01-1866. PETERHEAD, 26 Dec. Van de lading van het alhier in de nabijheid gestrande Nederl. kofschip WILHELMINA, kapt. Nagel, zijn 50 vaatjes lijnzaad geborgen en ook de inventaris is geland. Het schip zal denkelijk weg zijn.