|
Rotterdam, 14 april. De Staats-Courant behelst nog de volgende mededeling. Volgens een bericht van Zr.Ms. gezant te Konstantinopel (opm: Istanbul) van de 27e maart j.l, had het verbod van uitvoer van granen, onlangs door De Porte uitgevaardigd, gepaard met de vrees dat de schepen wellicht door de regering genoodzaakt zouden kunnen worden, hun lading granen te Konstantinopel te lossen, terwijl het bewind ze alsdan, tegen latere betaling van de prijs, in beslag zou nemen, een algemene vraag doen ontstaan naar firmans (opm: van ferman, bevel van de sultan, pas) voor de laatst aangekomen schepen. De volgende Nederlandse schepen hebben hun firmans verkregen, maar hun vertrek werd nog verhinderd door tegenwind: de HERMINA CATHARINA, kapt. A.J. Bakker; de H. WILLEBRORDUS, kapt. H.G. Boekhout; de MARNE, kapt. J.M. Beukema, de HENRIETTE, kapt. T.C. de Boer; de ELISABETH EN MARIE, kapt. O.J. Bok; de ATALANTE, kapt. H. Beckeringh, en de ANNECHINA, kapt. A.J. Donga.
|