Inloggen
CERES - ID 16340


Kroniekberichten

Datum 13 juli 1867
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Groningen, 12 juli. Gisteren arriveerde hier het nieuw gebouwde schoenerschip CERES, kapt. P. Starke, van Blijham, groot 180 ton en gebouwd bij C. Maathuis, te Sappemeer.

Afbeelding
Datum 13 november 1875
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Nantes, 10 november. De Nederlandse schoener CERES, kapt. P. Starke, uit Blijham, van hier naar Engeland met tarwe, is gestrand.

Afbeelding
Datum 16 november 1875
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Groningen, 15 november. In ons no. van jl. zaterdag namen wij een bericht uit de N. Rott, Ct. over, waarin uit Nantes werd gemeld, dat de schoener CERES, kapt. P. Starke, zou zijn gestrand. ’t Is echter later gebleken, dat dit bericht betrekking had op het schip CERES, kapt. P. ’t Hart. Volgens particulier bericht uit Dordrecht is ook laatstgenoemde bodem niet gestrand, maar op reis van Nantes naar Drontheim, met stukgoederen beladen, wegens stormweder met schade te St. Nazaire binnengelopen. De schoener CERES, kapt. P. Starke, vertrok de 3de dezer maand van Bordeaux naar Newport, en is bovendien niet beladen met tarwe.

Afbeelding
Datum 05 april 1878
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Vrachten, bevrachtingen

Triëst, 26 maart. Scheepsvrachten. De schepen ALBERTINA AMELIA, kapt. Koudenburg, en IPE IPEUS, kapt. Houwen, zijn naar Bordeaux bevracht tot Ffrs 7,- per 100 duigen, naar Nantes de schoener CERES, kapt. Starke, tot Ffrs 23,- per ton, naar Rio Grande do Sul de schoener VOORWAARTS, kapt. Schut, met 2.000 vaten meel tot Sh.50/- met 5% per ton bruto gewicht.

Afbeelding
Datum 02 april 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 31 maart. Kapt. Hemingway, voerende het schip ANTIOCH, van Java te Falmouth aangekomen, rapporteert de 7e maart op 32˚ NB 33˚ WL een boot van de Nederlandse schoener CERES, kapt. Starke, aan boord gehad te hebben, welk schip, van Valencia naar Buenos Ayres was bestemd en reeds 110 dagen reis had. Hij voorzag hen van een vat meel, een vat brood en enige kleine benodigdheden.

Afbeelding
Datum 21 mei 1881
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Rio Grande, 1 april. De Nederlandse schepen VOORWAARTS, kapt. Schut, ALBERTHA, kapt. De Jonge, en CERES, kapt. Starke, zijn bevracht om te Porto Allegro te laden voor Buenos Aires.

Afbeelding
Datum 13 juli 1882
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Oude Pekela, 11 juli. Het schoenerschip CERES, gevoerd geweest door kapt. P. Starke, groot 174 zeetonnen, thans liggende te Havre, is gisteren ten overstaan van Mr. A.J.de Sitter, te Winschoten publiek geveild, Koper de heer W. Zuiderveen, scheepsreder alhier voor de som van NLG 3.550.

Afbeelding
Datum 25 april 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Verkoop schepen

Advertentie. Dinsdag de 5e mei 1885, des avonds te 7 uur, zal, in het hotel Scherpbier te Oude Pekela, in het openbaar worden verkocht het in de Nederlanden thuis behorend schoenerschip CERES, groot 148,31 tonnen, geclassificeerd bij Veritas tot september 1887, 5. 6. G. 1. 1., thans liggende te Hamburg, laatstelijk bevaren door kapt. A.J. Schuring, en zulks met al deszelfs opgoederen.
Inventarissen zullen in tijds ter lezing liggen en verkrijgbaar worden gesteld.
Nadere inlichtingen te bekomen bij de heer boekhouder Zuiderveen te Oude Pekela en bij voornoemde kapitein aan boord van het schip.
Mr. F. Roessingh, notaris.
(opm: verkocht aan F.L. Drenth, Pekela; kapt. H.B. Reit)

Afbeelding
Datum 30 mei 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Oude Pekela, 27 mei. Het tweemast schoenerschip CERES, vroeger in rederij bevaren door kapt. A. Schuring, onlangs in eigendom overgegaan aan de scheepsbouwer F.L. Drenth, is hedenmorgen aangekomen voor de werf van laatstgenoemde, om te worden gerepareerd. Tot gezagvoerder is benoemd kapt. H. Reit van Winschoten.

Afbeelding
Datum 01 november 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Londen, 31 oktober. Het Nederlandse schip FREDERIK CAREL, kapt. H.B. Reit, van Groningen naar Gloucester (River Severn), is op Goodwin gestrand, en zal waarschijnlijk wrak worden. (opm: zie ook PGC 031185, NRC 041185 en PGC 051185)

Afbeelding
Datum 03 november 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Ramsgate, 31 oktober. Kapitein Reit en de equipage van de schoener FREDERIK CAREL zijn hedenochtend hier geland door de sleep- en reddingboot van hier. Hun schip, van Groningen met haver naar Gloucester bestemd, is op Goodwin Sands gestrand en wrak geworden. Vermoedelijk is het opgebroken.

Afbeelding
Datum 04 november 1885
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Deal (Zuid Engeland bij The Downs), 1 november. Het op Goodwin Sands gestrande schip FREDERIK CAREL, van Groningen naar Gloucester (River Severn) is geheel wrak geworden. Een groot aantal bootlieden van Deal waren aan boord om te trachten het schip af te brengen, doch door toenemende wind en zee was de reddingboot genoodzaakt te hulp te komen. Eén van de bootlieden is verdronken.

Afbeelding
Datum 05 november 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

De Londense correspondent van het N. v.d. D. schrijft van maandagavond: Zo even vertrokken via Harwich naar Nederland terug kapt. H.B. Reit en 5 man, uitmakende de geredde equipage van de zaterdagmorgen op Goodwin verongelukte Nederlandse schoener FREDERIK CARL.   
De FREDERIK CARL vertrok de 23e oktober met een lading haver van Delfzijl naar Gloucester. Reeds de eerste dag was het stormweer, met zwaar bewolkte luchten en dichte regenbuien en dit hield voortdurend aan, zodat het schip 4 dagen lang voor stormzeil lag. Het schip werkte zwaar, maar bleef gelukkig dicht. De 29e oktober, met toenemende NW wind, peilde men het vuurschip van Noord-Goodwin. De wind keerde echter om naar ZZO en men was verplicht te kruisen. Men was zeilende in 18 vadem water. De wind nam in hevigheid toe; het was dik van regen; er woei een stijve, gereefde topzeilkoelte en er stond een hoge zee. Te elf uur 's avonds (vrijdag) ging men over stuurboord; het uitzicht was goed, dus verzekerde mij de gezagvoerder, maar desniettegenstaande kon men het vuur van Goodwin niet meer zien en was er dus ogenschijnlijk geen gevaar. Te 1 uur 's morgens liep de FREDERIK CARL echter op de grond, stootte zwaar en ofschoon men alle moeite deed van te zeilen, mocht dit niet gelukken.
De zee sloeg hoog over het schip, dat zwaar werkte en stampte; de pompen, masten en kragen uit het dek sprongen stuk; in het kort de toestand was zo hachelijk, dat scheepsraad gehouden en besloten werd noodseinen aan te steken, om het schip te verlaten. Reeds te 4 uur kwam de reddingsboot van Ramsgate in het gezicht, doch kon door de hevige branding niet naderen. Zij bleef op en neer kruisen en kwam eindelijk te 6 uur langszijde. Allen aan boord, 5 man behalve de gezagvoerder werden gered, doch er bleef geen tijd over iets van kleding enz. te redden; zelfs de scheepspapieren gingen verloren. De schipbreukelingen, die doornat waren, werden reeds te 7 uur in Ramsgate geland en in het zeemanshuis aldaar opgenomen, waar men hen van droge kleren voorzag en voorts in alle opzichten liefderijk behandelde. De kapitein wist geen woorden van lof genoeg te vinden zowel voor de snelle beantwoording van de noodseinen (er liggen aan de Engelse reddingsstations aan de kust altijd stoomboten onder stoom gereed om bij het eerste sein de reddingsboot naar de plaats van het gevaar te slepen) als voor de wijze waarop de redding plaats had en hij sprak de wens uit, dat de bemanning van de reddingsboot door onze regering beloond zou worden. De arme matrozen, die alles verloren, zouden heden in hun gedroogd hemd de reis naar Nederland hebben moeten aanvaarden als de consul-generaal, Jhr. May, zich hunner niet ontfermd had.

Afbeelding