Groningen, 3 juni. Donderdag j.l. (opm: 30 mei) arriveerde hier het nieuw gebouwde schoenerschip ELISABETH, kapt. S. Kruize, van Nieuw Scheemda, groot 160 ton, gebouwd bij E van Lingen Azn. te Veendam, en zaterdag (opm: 1 juni) het nieuwgebouwde galjootschip HARMANNUS HENDRIKA, kapt. H. Hoving, van Groningen, groot 110 ton, gebouwd bij L. Eijkema te Foxholsterbos.

Amsterdam, 14 juni. Volgens brief van kapt. K.K. Kruize, voerende het Nederlandse schip ELISABETH, dd. Minatitlan 10 april, was hij na veel stormweer doorgestaan te hebben, de 14e maart van Greytown aldaar aangekomen en zou hij de 11e april gereed worden om naar Europa te vertrekken.

Nerva, 5 oktober. De Nederlandse schoener ELISABETH, kapt. Kruize, van Liverpool met zout alhier aangekomen, had een voet water in het ruim. De lading is bedorven.

Rio Grande, 1 februari. De volgende Nederlandse schepen werden hier bevracht: de schoener-brik CANDATI, kapt. E. Brambergen, tot Sh.32/6 en de schoener-brik CATHARINA, kapt. Lukkien, tot Sh.28/-, beide met gezouten huiden naar het Kanaal om order; de driemast schoener GEERTRUIDA STRATING, kapt. A.J. Pik, tot Sh.28/6, de schoener-brik KOSMOPOLIET, kapt. B.J. Woldinga, tot Sh.28/-, beide met talk naar het Kanaal voor order; de schoener-kof JANTINA, kapt. J.A. Schuring, tot Sh.20/- met beenderas, eveneens naar het Kanaal voor order.

Rio Grande, 11 augustus. De Nederlandse schoener CANDATI, kapt. E. Branbergen Ezn., van Cardiff herwaarts bestemd, is totaal verongelukt. Passagiers en equipage zijn gered.

Rio Grande do Sul, 11 augustus. Drie matrozen, behoord hebbende tot de equipage van het Nederlandse schoenerschip CANDATI, kapt. Branbergen, van Cardiff herwaarts met een lading steenkolen, zijn hier over land aangekomen en berichten dat hun schip de 23e juli te Barros, ongeveer 40 mijlen benoorden deze plaats, is gestrand en totaal verongelukt. De gezagvoerder, stuurman en een matroos zijn verdronken.

Veendam, 16 september. Omtrent de stranding van het schoenerschip CANDATI, kapt. Branbergen, de 26e juli nabij Rio Grande voorgevallen, wordt nader bericht, dat de drie man der equipage, die gered werden, na een hoogst moeilijke landreis van elf dagen lang te Rio Grande aankwamen. Zoals wij reeds meldden, kwamen de kapitein, de stuurman en een jongen bij de stranding om het leven. De overblijfselen van het schip zijn voor NLG 1.250 verkocht.