Inloggen
ALBERTA - ID 16302


Kroniekberichten

Datum 06 december 1868
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Schepen in lading

Buenos Aires, 25 oktober. Kapt. S.W. Lingbeek, van het schip ALBERTHA (opm: brik ALBERTA), te Rosario in lading liggende naar Humaïta, is op 8 september verdronken.

Afbeelding
Datum 28 oktober 1875
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Advertentie. Mr. J.C. van Slooten, notaris te Veendam ,gedenkt op dinsdag de 16e november 1875, des avonds ten 7 ure, in het Hotel Everts te Veendam, publiek te verkopen het gekoperd schoenerschip ALBERTHA, groot 200 tonnen, gebouwd in 1867 en geclassificeerd 1e klasse A.3/3-1-1, thans liggende te Liverpool en aldaar dagelijks te bezien. Inmiddels uit de hand te koop en te bevragen bij de heren K. en J. Wilkens en E.A. Doewes, allen te Veendam.

Afbeelding
Datum 04 oktober 1877
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Buenos Aires, 31 augustus. Het Nederlandse schip ALBERTHA, kapt. De Jonge, is bevracht om te Concepción huiden te laden naar het Kanaal om order.

Afbeelding
Datum 05 oktober 1877
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Buenos Ayres, 31 augustus. Het schip ALBERTHA, kapt. B. de Jonge, is bevracht om te Concepción huiden te laden naar het Kanaal om order.

Afbeelding
Datum 29 mei 1878
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Triest, 23 mei. Het Nederlandse schoenerschip ALBERTHA, kapt. De Jonge, werd gisteren bevracht naar Fernambucq tot Sh.48/6 met 5% per ton meel bruto gewicht.

Afbeelding
Datum 18 december 1878
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

New York, 29 november. Het Nederlandse schip ALBERTHA, kapt. De Jonge, is alhier bevracht naar Rotterdam tegen 6 shilling per quarter (pl.m. NLG 36 per last.)

Afbeelding
Datum 14 januari 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Hellevoetsluis, 13 januari. Het schip ALBERTA, kapt. Goree, van New York, is op de haven komende tegen de stoomboot PARANA aangevaren en heeft daarbij de kluiverboom, voorsteng en voorbramsteng gebroken. De PARANA heeft daarbij zeer lichte schade gekregen.

Afbeelding
Datum 23 april 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 22 april. Het schip ALBERTHA, kapt. De Jonge, zondag jl. van hier naar Newcastle vertrokken, is met verstopte pompen uit zee teruggekeerd.

Afbeelding
Datum 24 april 1879
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Maassluis, 23 april. De ALBERTHA is in de haven gekomen en bezig ballast te lossen, teneinde de pompen te onderzoeken.

Afbeelding
Datum 25 april 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Buenos-Ayres, 13 maart. De Nederlandse schepen SAPPEMEER II en AASTROOM zijn bevracht, de eerste te Gualeguaychu en de laatste te Gualeguay te laden, de ALBERTHA te laden te Paysandu en de SUCCES te Concordia, allen naar Falmouth voor order.

Afbeelding
Datum 01 november 1880
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Dover, 30 oktober. De schoenerbrik ALBERTHA, kapt. De Jonge, uit Veendam, van Hamburg naar Porto Alegre hier aangekomen, heeft in het Kanaal zwaar stormweer gehad en daarbij twee boten en twee watervaten van dek verloren, verschansing en stutten gebroken en zijn de pompen onklaar geraakt. Een man is licht gekwetst, assistentie van bootlieden GBP 12,-.

Afbeelding
Datum 29 mei 1884
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 28 mei. Volgens telegram uit Londen, alhier bij de Vereeniging van Assuradeuren ontvangen, is het schip ALBERTHA, van Buenos Aires, op zee verlaten aangetroffen en te Rio Janeiro binnengesleept., zijnde vermoedelijk het Nederlandse schip ALBERTHA, kapt. De Jonge.

Afbeelding
Datum 31 mei 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 30 mei. Betreffende het Nederlandse schip ALBERTHA, van Buenos Aires en te Rio Janeiro verlaten binnen gebracht, zijn ten kantore van Lloyds vertrouwelijke mededelingen voor de leden ter inzage.

Afbeelding
Datum 22 juni 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Rio de Janeiro, 31 mei. De Nederlandse brik ALBERTHA werd 17 mei verlaten en de 27e mei te Rio de Janeiro binnen gebracht door de stuurman en drie matrozen van de schoener SUNBEAM. De bergers rapporteren dat de SUNBEAM van Rio Grande naar Boston op 27° ZB 40° WL de ALBERTHA ontmoette met noodseinen op en dat de gezagvoerder en equipage het schip wensten te verlaten, omdat het lek was. De stuurman en drie matrozen van de SUNBEAM gingen toen het schip verlaten en de bemanning op de SUNBEAM was overgegaan aan boord van de ALBERTHA en pompten het schip lens. Zij maakten daarna zeil met bestemming Rio de Janeiro, terwijl de SUNBEAM de reis vervolgde. Bij onderzoek hier in de haven maakte het schip slechts een halve duim water per uur. De lading, die uit huiden, wol en been bestaat, is geheel onbeschadigd. Het schip was bestemd van Buenos Aires naar Het Kanaal voor order.

Afbeelding
Datum 24 juni 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Londen, 23 juni. Ter secretarie van Lloyd liggen voor de leden vertrouwelijke stukken ter inzage betreffende het te Rio de Janeiro verlaten binnen gebrachte Nederlandse schip ALBERTHA.

Afbeelding
Datum 05 juli 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Rio de Janeiro, 7 juni. Er is tot dusver geen overeenkomst getroffen omtrent het bedrag van het bergloon dat de eigenaar van de SUNBEAM zou toekomen voor het binnenbrengen van de verlaten Nederlandse schoenerbrik ALBERTHA. Het is echter te hopen dat deze zaak spoedig uitgemaakt zal worden, opdat men de lading naar de bestemmingsplaats kan vervoeren. Het schip maakt, in de haven ten anker liggende, slechts een halve duim water per uur.

Afbeelding
Datum 16 juli 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten gearriveerde, vertrokken schepen

Boston (per telegram). De Engelse brik SUNBEAM, de 11e hier gearriveerd, heeft de Nederlandse brik ALBERTHA, naar Falmouth bestemd, ontmoet in zinkende staat en de equipage ervan opgenomen.

Afbeelding
Datum 26 juli 1884
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Boston, 11 juli. De gezagvoerder van het brikschip SUNBEAM, van Rio Grande hier aangekomen, rapporteert de 17e mei, op 28º10' ZB 41º46' WL, het brikschip ALBERTHA, kapt. B.A. de Jonge, aangetroffen te hebben met noodseinen op. Hij nam de gezagvoerder en equipage, bestaande uit vijf man, op hun verlangen aan boord van zijn schip en heeft hen hier aan land gebracht. De ALBERTHA, met een lading gezouten huiden, had op 30º30' ZB 44º25' WL op een wrak gestoten, waardoor een gat in het schip was gemaakt. Men was genoodzaakt voortdurend te pompen, waardoor de equipage geheel was uitgeput. Hij heeft echter zijn stuurman met drie matrozen op de ALBERTHA overgezet, die het schip te Rio de Janeiro binnenbrachten.

Afbeelding
Datum 02 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Rio de Janeiro, 8 juli. Het hier verlaten binnen gebrachte Nederlandse schip ALBERTHA is wachtende op reders uitspraak omtrent het bergloon.

Afbeelding
Datum 03 augustus 1884
Krant AH - Algemeen Handelsblad
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Boston, 21 juli. De kapitein en het scheepsvolk van het Nederlandse schoener-brikschip
ALBERTHA werden op de kust van Brazilië door kapt. Robert Johnson van het Engelse
schoenerschip SUNBEAM opgenomen en na hen zestig dagen verpleegd te hebben te Boston (Amerika) geland. Het is te wensen, het Nederlandse gouvernement deze daad niet onopgemerkt zal laten voorbijgaan.

Afbeelding
Datum 16 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Rio de Janeiro, 23 juli. Er worden maatregelen genomen om de lading van het hier verlaten binnengebrachte Nederlandse brikschip ALBERTHA, van Buenos Aires naar het Kanaal bestemde, met een ander schip te doen vervoeren.

Afbeelding
Datum 21 augustus 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 20 augustus. Uit een brief van Veendam, nadere bijzonderheden behelzende omtrent het binnenbrengen van het Nederlandse schip ALBERTHA, kapt. de Jonge, te Boston blijkt, dat genoemd schip de 14e mei op 28º10’ ZB 41º46’ WL op een onbekend gebleven voorwerp heeft gestoten en zwaar lek werd, zodat er aanhoudend gepompt moest worden. Na enige dagen in die toestand te hebben doorgebracht, werd de SUNBEAM gepraaid en gevraagd of men die dag bij de ALBERTHA wilde blijven, welk verzoek toestemmend werd beantwoord. Daar het lek toenam, ging men voorlopig op de SUNBEAM over en liet voorzichtigheidshalve proviand van de ALBERTHA afhalen doch besloot tevens die nacht naar de ALBERTHA terug te gaan om te zien of er nog verbetering viel waar te nemen.
Zodra de stuurman van de SUNBEAM dit hoorde, stootte hij een sloep, die buiten hem nog met drie matrozen van de SUNBEAM bemand was, af, ging aan boord van de ALBERTHA, zette zeilen bij en stevende vooruit. Kapitein De Jonge verklaart onmogelijk te hebben kunnen voorkomen, dat zijn schip, dat hij niet geabandonneerd had, door anderen in bezit is genomen. De bemanning van de ALBERTHA heeft niettegenstaande de flinke proviandering harerzijds, aan boord van de SUNBEAM toch honger geleden.

Afbeelding
Datum 04 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Rio de Janeiro, 8 augustus. De lading van het hier verlaten binnen gebrachte Nederlandse brikschip ALBERTHA, zal per eerste stoomgelegenheid die van de Plata rivier hier komt, naar Europa worden verzonden.

Afbeelding
Datum 18 september 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Rio de Janeiro, 23 augustus. De lading huiden uit het hier verlaten binnengebrachte Nederlandse brikschip ALBERTHA wordt morgen gelost in het stoomschip STRABO, die deze naar Antwerpen zal vervoeren.

Afbeelding
Datum 17 oktober 1884
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Verkoop schepen

Rio de Janeiro, 23 september. Het hier verlaten binnengebrachte Nederlands schip ALBERTA, is in publieke veiling verkocht voor plm. GBP 250. (opm: kapt. B.A. de Jonge).

Afbeelding
Datum 19 oktober 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

De 14e mei 1884 verliet kapt. De Jonge van Veendam zijn in zinkende staat verkerend schip de ALBERTHA en ging met zijn equipage over op het Engelse schip SUNBEAM, dat door hen gepraaid was. Een deel van het proviand en andere dingen van waarde werden van de ALBERTHA meegenomen of later gehaald. De ALBERTHA scheen echter niet zo erg lek te zijn als kapt. De Jonge en de equipage zich hadden voorgesteld, want een deel van de bemanning van de SUNBEAM ging op de ALBERTHA over en bracht het schip behouden binnen te Rio de Janeiro, natuurlijk tot grote schade van kapt. de Jonge en de aandeelhouders in de ALBERTHA; want was het schip gezonken, dan zou men de assurantiepenningen kunnen vragen, die nu niet werden uitbetaald, terwijl ook het schip voor hen verloren was. Kapitein De Jonge beweert, dat hij en de zijnen de ALBERTHA slechts tijdelijk verlieten en dat ze later verhinderd werden naar die bodem terug te keren. De bemanning van de SUNBEAM daarentegen verklaart dat de ALBERTHA voor goed was verlaten, waarom zij zich disponibel stelden op dat verlaten vaartuig over te gaan en te trachten het binnen te brengen in de naast bij zijnde havenplaats.
Deze kwestie werd heden voor de arrondissementsrechtbank te Winschoten behandeld. Engelse en Duitse zeelieden, opvarenden van de SUNBEAM, waren gekomen om als getuigen in deze zaak gehoord te worden. De getuigenissen kwamen in hoofdzaak hierop neer, dat de pompen van de ALBERTHA verstopt en er gaten geboord waren in de bodem. De heren Keijman en Wieringa deden hierbij dienst als tolk. De heer officier van justitie eiste tegen kapt. De Jonge een celstraf van één jaar, met veroordeling in de kosten van het geding. De uitspraak werd bepaald op vrijdag a.s.

Afbeelding
Datum 03 november 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

Jongstleden vrijdag heeft de rechtbank te Winschoten B.A. de Jonge, vroeger kapitein op de ALBERTHA, thans wonende te Groningen, schuldig verklaard aan poging door een schipper tot het wederrechtelijk doen zinken van een schip, waarop hij als zodanig fungeert en hem te dier zake veroordeeld tot een gevangenisstraf van een jaar, in eenzame opsluiting te ondergaan en in de kosten van het geding.

Afbeelding
Datum 12 december 1885
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant

De behandeling in appèl van de zaak tegen de oud-kapitein De Jonge, gewezen gezagvoerder van de ALBERTHA, door de rechtbank te Winschoten veroordeeld, wegens poging tot het doen zinken van zijn schip, is gisteren door het hof te Leeuwarden, op verzoek van de verdediger, onbepaald uitgesteld. Matrozen uit Noorwegen en Rusland, als getuigen gedagvaard, waren niet verschenen.

Afbeelding
Datum 07 april 1886
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

Naar wij vernemen, is door de Spaanse regering aan de heer B.A. de Jonge, gewezen gezagvoerder van het te Veendam te huis behorend vaartuig ALBERTHA, het kruis van de eerste klasse van de orde voor zeevaartkundige verdienste verleend, voor het redden van de schipbreukelingen van het Spaanse schip PEPE.

Afbeelding
Datum 24 juni 1886
Krant PGC - Provinciale Groninger Courant
Type bericht Strandingen, verongelukking en vermissing

In de correctionele zitting van het gerechtshof te Leeuwarden is een hoger beroep behandeld, ingesteld door B.A. de J. (opm: B.A. de Jonge), oud 40 jaren, kastelein, vroeger scheepskapitein, wonende te Groningen, vroeger te Veendam, van een vonnis van de rechtbank te Winschoten, waarbij hij ter zake van poging door een schipper tot het wederrechtelijk doen zinken van een schip, waarop hij als zodanig fungeert, veroordeeld is tot een jaar celstraf. Uit de behandeling bleek dat het Nederlands schoener-brikschip ALBERTHA, in 1867 gebouwd, voor 30/60 of de helft toebehoorde aan beklaagde, voor 16/60 aan de firma Wilkens te Veendam, en voor 14/60 aan de heer F. Wilkens. In 1882 is het schip, onder bevel van beklaagde uit Hamburg vertrokken naar Zuid Amerika. Het had vooraf een reparatie ondergaan van ongeveer NLG 5.000 en was te Triëst, na door het Bureau Veritas te zijn geclassificeerd in de 1e klasse zeilschepen, verzekerd voor een bedrag van NLG 12.000. Deze verzekering was voor geheel vergaan of schade boven 75%. Sedert die tijd heeft het schip kustvaart gedaan in Zuid Amerika, totdat het in april 1884 te Conception del Uruguay een lading gezouten huiden en ossenvlees innam en de 21e april de reis naar Engeland aanving. De verzekering van het schip was opgedragen of overgelaten aan de heer J. Wilkens, lid van de firma Wilkens, die het later niet hoger verzekerd kon krijgen dan voor NLG 8.000, wat echter aan beklaagde onbekend was, die ook niet wist, dat de vrachtpenningen voor NLG 3.000 waren verzekerd. De lading bedroeg, naar de heer Wilkens onder ede kon verklaren, meer dan NLG 50.000; maar hij meende dat het wel NLG 90.000 bedroeg. De 7e mei 1884 vertrok de ALBERTHA van Buenos Aires en de 17e mei daaraan volgende seinde de beklaagde op de Zuid Atlantische Oceaan aan het daar aanwezige Engelse schoenerschip SUNBEAM: “mijn schip is lek”. De bemanning van de SUNBEAM seinde terug: “wij begrijpen u niet”, waarop geantwoord werd van de ALBERTHA: “schip lek, wij wensen het te verlaten”. Op het sein “of de kapitein van de ALBERTHA aan boord van de SUNBEAM wenste te komen”, werd bevestigend geantwoord en beklaagde kwam met zijn bemanning in zijn eigen boot naar de SUNBEAM. Daarop is de stuurman van de SUNBEAM met bemanning tweemaal met hun eigen boot naar de ALBERTHA gegaan om proviand te halen; de eerste keer was er de stuurman van de ALBERTHA bij, de tweede keer ook beklaagde, die tevens een chronometer, sextant en papieren mee van boord nam. Toen de bemanning van het Engelse schip voor de tweede maal aan boord van de ALBERTHA was, zag de stuurman van de SUNBEAM, toen hij in de kajuit van de kapitein kwam, deze dicht bij de bedstede staan en over zijn kooi hangen; het bed was afgeworpen, een plank van de bedstede was weggenomen en de kapitein liet een boor, welke hij in de hand had, vallen. Een van de matrozen van het Engelse schip zag twee gaten in de voorsteven van de ALBERTHA, die hem schenen daarin geboord te zijn. Om het indringen van het water te beletten, heeft hij die gaten tot driemaal toe met zeildoek en hout dichtgemaakt; wie ze weer open gemaakt heeft, nadat hij ze de eerste en tweede keer had dichtgemaakt, weet hij niet; maar naar zijn mening was de zee niet sterk genoeg om zulks te doen. Die matroos heeft ook nog een boor zien liggen bij de voorplecht; tevens heeft hij bij de laatste overvaart gezien dat de stuurman van de ALBERTHA een boor over boord wierp, toen de beklaagde in zijn onmiddellijke nabijheid stond. De stuurman van de SUNBEAM was door bedoelde matroos opmerkzaam gemaakt op de twee gaten in de voorboeg van de ALBERTHA; - de stuurman van deze raadde toen aan, die gaten niet dicht te maken, zeggende: “stoot liever de gehele boegpoort eruit”. De bemanning van het Engelse schip ging voor de derde maal naar de ALBERTHA, toen zonder iemand van de bemanning van deze. Zij vonden vrij wat water in het schip, de larkings (verbindingen van hout en touwwerk) aan de voorzijde van het schip waren stuk gesneden, de pompen onklaar en in de kajuit van de kapitein was onder een losse plank een klein gat, terwijl verse spaanders in de onmiddellijke nabijheid lagen en de boor juist in dat gat bleek te passen. De bemanning herstelde de pompen en maakte alles gereed om de reis naar Rio de Janeiro aan te vangen. Toen wilde beklaagde weer van de SUNBEAM naar de ALBERTHA, maar dit werd hem geweigerd, zowel omdat hij reeds tweemaal weer gelegenheid daartoe had gehad, als wel omdat de Engelse bemanning, nu zij het schip weer zeilklaar had gemaakt, het ook wilde opbrengen om het bergloon te ontvangen. Beklaagde ontkent het gat in zijn kajuit geboord te hebben; hij had geen boor in zijn hand gehad; zijn doel was niet geweest het schip te verlaten; de ALBERTHA was drie dagen te voren op iets in de oceaan gestoten en had lek bekomen, zijn mannen waren vermoeid en uitgeput van drie dagen pompen en daarom riep hij de SUNBEAM aan, opdat nieuwe krachten het water uit zijn schip zouden pompen; het was volstrekt niet zijn doel het schip te verlaten. De Engelse bemanning heeft die vermoeidheid bij de mannen van de ALBERTHA niet opgemerkt, maar wel heeft zij ontdekt, toen dit schip te Rio de Janeiro ontladen was, dat er enige planken aan het vooreinde van het schip waren verzet, zodat men door de naden van het schip zien kon en had zij dit eerder geweten, zij zoude de reis naar Rio de Janeiro er niet mee hebben ondernomen. Niet dan door onophoudelijk pompen had zij het schip boven water gehouden en uitgeput kwam zij te Rio de Janeiro aan. De beklaagde werd door de SUNBEAM meegenomen naar Boston en heeft van daar naar Veendam getelegrafeerd aan de heren Wilkens, omdat hij toen reeds vernomen had dat de ALBERTHA te Rio de Janeiro was binnengebracht, of hij er weer heen moest. Deze hadden intussen uit de bladen gelezen, dat het schip daar door Engelsen was binnengebracht en hadden het daarop geabandonneerd en seinden dit terug. Hun verklaringen omtrent de persoon van beklaagde waren zeer gunstig. Door de advocaat-generaal werden daarop 3 brieven van de stuurman van de ALBERTHA - sedert overleden – aan zijn vrouw overlegd bij het hof, waaruit bleek dat hij bij haar aandrong om zijn kleren enzovoort NLG 100 hoger te verzekeren, daar zij in gevaar verkeerden; zij moest het niet aan de vrouw van de kapitein of een ander meedelen; “ik weet er alles van, maar denk er het mijne van”, schreef hij. De advocaat-generaal mr. B.W.N. Servatius begint met de opmerking dat aan beklaagde ten laste gelegd wordt een poging tot misdrijf, dat gelukkig in de annalen van dit hof en de rechtbank te Winschoten nog niet voorgekomen is. De rechtbank heeft na gehouden onderzoek beklaagde schuldig verklaard en zijns inziens de bewijzen in het vonnis behoorlijk gemotiveerd; alleen verdient zijns inziens de kwalificatie enige wijziging. Spreker gaat daarop de feiten en gebleken omstandigheden nog eens na, om die bewijzen nader aan te tonen en oordeelt dat beklaagde er belang bij had het schip geheel onbruikbaar te maken, omdat het verzekerd was voor algeheel verlies of schade boven de 75 %. Daar het nu volgens het scheepsjournaal een lek bekomen had, bracht zijn belang de gehele onbruikbaarmaking mee, zou de verzekeringssom worden uitbetaald. Spreker eindigt met bevestiging van het vonnis te rekwireren onder verbetering van de kwalificatie. De verdediger meester M. van der Tuuk, bestrijdt het wettige bewijs, op grond dat geen van de getuigen verklaard heeft dat het gat voltooid is en geen van hun beklaagde heeft zien boren. Ook verklaarden de bouwmeester en een vroeger stuurman van de ALBERTHA, als getuigen à decharge gehoord, dat ter plaatse waar het boorgat zou zijn gevonden, het zeewater nooit had kunnen binnenstromen, omdat dit gat veel te hoog boven de waterspiegel zou zijn aangebracht. Verder bestrijdt hij het overtuigend bewijs, eerstens door de gunstige antecedenten van beklaagde, die zelfs voor het redden van 17 Spaanse schipbreukelingen een ridderkruis ontving; ten tweede door de zaak zodanig voor te stellen, dat de bemanning van de SUNBEAM, zover ze op de ALBERTHA was overgegaan, - van allerlei naties afkomstig- als het ware zich heeft meester gemaakt van de ALBERTHA, om dit schip te kunnen opbrengen en het bergloon te verdienen. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op 26 juni. (opm: zie voor het vonnis PGC 290686)

Afbeelding