Amsterdam, 20 april. Het Nederlandse schip JANTINA MARGARETHA, kapt. Winter, van Uetersen, met koolzaad naar de Zaan, is op de beneden Elve gestrand. Van de lading zijn 60 à 70 zakken geborgen. Het overige zit onder water.

Amsterdam, 22 april. Blijkens nader bericht uit Hamburg was van de lading per het gestrande schip JANTINA MARGARETHA, kapt. De Winter, van Uetersen naar de Zaan, een achtste gedeelte gezond, en het overige beschadigd.

Delfzijl, 27 september. Het Nederlandse schip JANTINA MARGARETHA, kapt. Pott, van St. Petersburg met een lading rogge naar Groningen, is met onklare pompen en slagzijde, alhier op de rede ten anker gekomen.

Groningen, 6 december. Volgens alhier ontvangen bericht lagen de schepen GEERTRUIDA CHRISTINA, kapt. Albers, van Dokkum naar Utersum, JANTINA MARGARETHA, kapt. De Winter en CATHARINA GEERTINA, kapt. Alberts, beide van Amsterdam naar Hamburg, de 20e november, ter rede van Wangerooge geankerd, kunnende wegens het ijs de reizen niet verder vervolgen.