Rotterdam, 29 oktober. De op Wangerooge gestrande tjalk is gebleken te zijn het schip VROUW MARTHA, kapt. L.E. Bol, met rijst, van Bremen naar Amsterdam; het schip was lek en had ankers en kettingen verloren; de lading kon geborgen worden. (opm: zie PGC 291068; de smak werd geborgen – zie latere berichten – maar ging in 1869 in de binnenvaart)
Bovendien waren op Wangerooge gestrand de schepen JANTJE, schipper Dubbelde, en ANTINA, schipper Brouer; terwijl de schepen EINTRACHT, schipper Peters, en EMMANUEL, schipper Hinrich, weggedreven waren (opm: allen buitenlander).

Carolinensiel, 29 oktober. Volgens ontvangen bericht van Wangerooge, wordt de lading rijst van het schip VROUW MARTHA, kapt. Bol, naar Wangerooge (opm: naar Amsterdam, zie PGC 291068) bestemd, gelost.

Carolinerzijl, 29 oktober. De lading rijst van het op Wangerooge gestrande schip MARTHA, (opm: VROUW MARTHA, zie PGC 291068) kapt. Bol, van Bremen naar Amsterdam, wordt geborgen.

Carolinensiel, 3 november. Het Nederlandse kofschip VROUW MARTHA, kapt. Bol, ligt in de Oosterbocht van Wangerooge en zou niet lek zijn. Het Noorduitse kofschip MARIE UND FREDERIKE, kapt. Fimmen, neemt de lading rijst bij Wangerooge naar Amsterdam in.

Amsterdam, 7 november. Het schip VROUW MARTHA, kapt. Bol, van Bremen met rijst naar hier, op Wangerooge gestrand, is na het lossen der lading afgebracht en ligt in de oosterbocht van dat eiland.