Margate, 4 december. Het galjootschip ZWAANTJE DOST, kapt. Heijenga, van Kiel naar Londen bestemd, geladen met meel, geraakte de 3^e dezer des avonds 9 ure op Tongue Sand, en nadat het zwaar gestoten had, is het vol water gelopen. De kapitein en equipage zijn aan boord van het vuurschip van Princess Middle gegaan, doch keerde achtereenvolgens naar hun schip in een boot terug. Daar het schip door assistentie vlot is geraakt, trachtte men deze haven te bereiken.

Margate, 6 december. 138 zakken meel zijn in zwaar beschadigde staat aan wal gebracht van het schip (opm: galjoot) ZWAANTJE DOST, van Kiel naar Londen bestemd, hetwelk de 3^e dezer op de Tongué Sand is gestrand. (opm: schip blijft in de vaart)

Groningen, 9 december. Het schip ZWAANTJE DOST, kapt. Heijenga, met meel van Kiel naar Londen, geraakte op 3 december op het Tonge-sand, waar het zwaar stootte en vol water liep. De kapitein en de equipage begaven zich met assistentie naar het Prince Middle vuurschip en keerden met een boot terug, waarna zij het schip af en de volgende dag te Margate binnen brachten.

Margate, 8 december. 426 zakken meel zijn gisteren en heden gered uit het galjootschip ZWAANTJE DOST.

Margate, 11 december. De gehele lading meel ex ZWAANTJE DOST, kapt. Heijenga, van Kiel naar Londen bestemd, ’t welk alhier is binnengebracht, nadat het de 3^e dezer op the Tongue Sand aan de grond heeft gezeten, is gelost geworden en naar Londen verzonden.

Elseneur, 25 oktober. De galjoot ZWAANTJE DOST, kapt. Heijenga, van Riga met lompen naar Schotland, is heden door de schoener ELISABETH WIEMANN, kapt. de Jonge aangezeild, en heeft daardoor kluiverboom, kraanbalken enz. verloren. Het heeft echter de reis vervolgd.

Kopenhagen, 2 februari. Het Nederlandse schip ZWAANTJE DOST, kapt. Heijenga, van Rostock met tarwe naar Antwerpen, is volgens telegram uit Mandahl in de Noordzee gezonken, doch het volk gered en te Mandahl aangekomen.