Familiegegevens en opleiding
Jakob Scherpbier werd geboren op 09 oktober 1833 te Oude Pekela als zoon van schipper Jacob Edzerds Scherpbier en Jantje Alberst Potjewijd. Ook zijn broers de kapiteins Edzard (1816), Jan (1817), Boele (1821), en Albert (1825) waren collegelid.
Jakob trouwde op 20 januari 1859 te Oude Pekela als schipper met Martha de Groot, geboren op 13 juni 1836 te Oude Pekela als dochter van de schipper Bartelt Israëls de Groot en Geertruida Hindriks Klatter. Martha overleed te Oude Pekela op 02 januari 1905, 68 jaar.
J.J.Scherpbier verongelukte met zijn kof “Martha” nabij Avenza begin 1867.
Uit: “Met man en muis. Pekelder scheepsrampen in de 19e eeuw” door Bram Camerlingh (schrijversnaam van Dick Kuil), 2010. Gedrukt bij Unibook, particuliere uitgave
Íngekomen Stukken Oude Pekela B1867.
Brief van de Commissaris der Koning in de provincie Groningen van 11 april 1867 aan de burgemeester van Oude Pekela, inhoudende o.a. het volgende: Bij brief van 23 januari jl ontving Zijne Excellentie de Minister van Buitenlandse Zaken van de Consul Generaal te Livorno bericht, dat het Nederlands kofschip “Martha”, kapitein J.J.Scherpbier op de kust nabij Avenza gestrand en kort daarop verbrijzeld was, met het ongelukkige gevolg, dat de gehele bemanning daarbij was verongelukt.
In Burgerlijke Stand akten in de provincie Groningen wordt Jakob vermeld als schipper in 1859, 1860, 1861, 1863, 1866.
Lidmaatschap zeemanscollege(s)
J.J.Scherpbier was met vlagnummer 147 in de periode 1858 t/m 1867 effectief lid van het zeemanscollege “De Trouw” te Oude Pekela.112.
Opmerkingen in verband met lidmaatschap Zeemanscollege(s)
Geen
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt J.J.Scherpbier als gezagvoerder gedurende:
* 1859 t/m 1867 van de galjoot “Martha”, gebouwd in 1858 te Pekela, 130 ton o.m., varend voor A.J.Schröder te Pekela. Het schip is in 1867 verongelukt.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
22 februari 1848, schip “Jantina Frouwina”, kapitein Jacob E.Scherpbier, kok Jacob J.Scherpbier uit Oude Pekela.
26 januari 1849, schip “Jantina Frouwina”, kapitein Jacob E.Scherpbier, kok Jacob J.Scherpbier uit Oude Pekela.
12 februari 1850, schip “Jantina Frouwina”, kapitein Jacob E.Scherpbier, kok Jacob J.Scherpbier uit Oude Pekela.
25 februari 1852, schip “Elsje”, kapitein Jan P.Scherpbier, lichtmatroos Jacob J.Scherpbier uit Oude Pekela
02 maart 1855, schip “Jeltina”, kapitein Albert P.Scherpbier, stuurman Jakob Scherpbier uit Oude Pekela.
12 maart 1859, schip “Martha”, kapitein Jakob J.Scherpbier uit Oude Pekela.
Íngekomen Stukken Oude Pekela B1867.
Brief van de Commissaris der Koning in de provincie Groningen van 11 april 1867 aan de burgemeester van Oude Pekela, inhoudende o.a. het volgende: Bij brief van 23 januari jl ontving Zijne Excellentie de Minister van Buitenlandse Zaken van de Consul Generaal te Livorno bericht, dat het Nederlands kofschip “Martha”, kapitein J.J.Scherpbier op de kust nabij Avenza gestrand en kort daarop verbrijzeld was, met het ongelukkige gevolg, dat de gehele bemanning daarbij was verongelukt.”115
Krantenberichten
NRC 22 januari 1864114
Veendam, 19 januari. Kapt. v.Wijk, voerende het schip DIDO, de 2e dezer te Messina aangekomen, rapporteert na de storm gepraaid te hebben:
Bij Finisterre het schip HERMAN ALBERT, kapt. Potjewijd, van Amsterdam naar Genua;
In de Middellandse Zee het schip MARTHA, kapt. Scherpbier, van Rotterdam naar Genua;
Bij de eilanden Minorca en Ivica (opm: Ibiza) kapt. Duit, voerende de Veendammer collegievlag no. 93, van Newcasle naar Livorno, hebbende toen 71 dagen reis.
NRC 01 april 1866114
Schepen in lading te Rotterdam……
…..- Naar St. Petersburg. Het Nederlandse galjootschip MARTHA, kapt. J.J. Scherpbier. Adres: Kuyper, van Dam & Smeer……
NRC 27 januari 1867114
Amsterdam, 26 januari. Volgens brief uit Livorno d.d. 21 dezer, was op Avenza (opm: positie 44º 02’ NB en 10º 03 O’L) een schip met man en muis verongelukt, dat men veronderstelde te zijn het Nederlandse galjootschip MARTHA, kapt. J.J. Scherpbier, van Engeland met steenkolen naar Livorno. (opm: zie NRC 290167; de Nederlandse Consul Generaal bevestigt op 23 januari 1867, dat kapitein Jacob Scherpbier en zijn gehele bemanning zijn omgekomen)
NRC 29 januari 1867114
Amsterdam, 28 januari. Volgens brief uit Livorno, had het verongelukken van het Nederlandse schip MARTHA, kapt. J. J. Scherpbier, van Newcastle met steenkolen naar Livorno, zich bevestigd. Het schip was totaal verbrijzeld.
Provinciale Groninger Courant 29 januari 1867114
Amsterdam 26 jan. Volgens brief uit Livorno d.d 21 dezer was op Avenza een schip met man en muis verongelukt, dat veronderstelde te zijn het galjootschip MARTHA, kapitein Scherpbier, van Engeland met steenkolen naar Livorno.
