|
Leeuwarden, 26 december. Ter aanvulling van het in ons vorig no. voorkomende bericht omtrent de uitwerkselen van de stormvloed van de 19 en 20 dezer, kunnen we nog het volgende mededelen: Op het eiland Ameland werd het zeewater zo buitengewoon hoog opgestuwd, dat de dijken der hooi- en bouwlanden van de dorpen Nes, Buren en Ballum doorgebroken en grotendeels weggeslagen werden, tengevolge waarvan die landen geheel werden overstroomd. Het zeewater drong in een aantal huizen in die dorpen, ook in dat des burgemeesters, door. Het vaartuig van de schipper Gerrit Bruin, van Hollum, werd bij gemis ener veilige ligplaats van de rede aldaar weggeslagen en ging verloren. In de nacht van den 19 op den 20 is voorts bij genoemd eiland gestrand het Nederlands schoenerbrikschip SINGAPORE, kapt. L. Heijen, van Rotterdam naar Newcastle en Bahia, na in volle zee roer, boten en zeilen te hebben verloren. Niettegenstaande de zeer hevige storm gelukte het de reddingboot der Noord- en Zuid Hollandsche Redding Maatschappij, bemand door G.J. Toren, F.G. Scheltema, J. van den Brink, H.J. Stuut, E.J. Stuut, H. Schols, A. de Bruin, R. Hiddema, F. de Jong en T. Boelens, allen schippers en zeelieden van Nes, tegen de bergenhoge branding op te roeien, het schip met eigen levensgevaar te bereiken en de acht schepelingen van uit het want te redden, waaruit opnieuw blijkt, dat, hoe hevig storm en branding ook mogen zijn, de zeelieden van dit eiland steeds gereed zijn de redding der schipbreukelingen, zonder op eigen levensgevaar te letten, te beproeven. Schip en lading zijn verloren.
|