Elseneur, 9 november. Alhier zijn gepasseerd de Nederlandse schepen DRIE GEZUSTERS (opm: kof), kapt. H.H. Boswijk; AGATHA (opm: kof), kapt. G.E. Schuur; ANNA PAULOWNA (opm: schroef stoomschip), kapt. D. van Wijk.
De gisteren gepasseerde galjoot WIEKA, kapt. H.G. Eefting, komende van Koningsbergen, heeft order bekomen voor Schiedam.
Alhier zijn geretourneerd de schepen ALIDA (opm: galjoot), kapt. H.J. Sprik en ZWERVER (opm: kof), kapt. B.B. Höster.
Ter rede voor anker de schepen TJADDA GESIENA (opm: bark), kapt. J.O. Staal, van Riga naar Antwerpen en SJOUKINA (opm: galjoot), kapt. K. de Jonge, van Koningsbergen naar Schotland bestemd.

Rotterdamsche Courant 16-05-1866
Kroonstad 9 mei. Het Ned. schip TJADDA  GEZIENA, kapit. Staal, van Antwerpen herwaarts, is gisteren op de
hoogte van Seskar van het ijs doorsneden en gezonken, doch het volk gered.