Familiegegevens en opleiding
Wijndelt werd geboren op 29 augustus1832 te Veendam als zoon van Jurjen Wijndelts de Groot en Sieke Jans Moesker
Jan trouwde op 27 januari 1858 te Veendam als schipper met Jantje Pieters Koops geboren op 10 november 1832 1832 te Veendam als dochter van de schipper Pieter Christiaans Koops en Lammechien Jans van der Wal. Jantje overleed op 20 februari 1868 te Veendam , 35 jaar .
Jan hertrouwd op 28 december 1876 te Veendam als schipper met Immechiena de Jongh, geboren op 17 november 1838 te Veendam als dochter van de schipper Jan Jans de Jongh en Jurdina Abrahams Bus. Geen overlijdensakte gevonden van Immechiena.
Wijndelt overleed op 18 september 1882 te Veendam, 50 jaar, zeeman.
Burgerlijk Stand akten uit de provincie Groningen vermeld Wijndelt als schipper in 1858, 1859, 1860, 1862, 1865, 1866, 1868, 1876, 1878, als zeeman in 1882.
Lidmaatschap van zeemanscollege(s)
W.J.de Groot was effectief lid van het Veendammer zeemanscollege”Maatschappij tot Nut der Zeevaart met vlagnummer 239 in de periode 1857 t/m 1883
De schepen van de kapitein
Bouma025 vermeldt W.J.de Groot als gezagvoerder gedurende:
* 1858 t/m 1869 van de schoenerkof “Catharina Geerdina”, gebouwd in 1856 te Martenshoek, 129 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam. Het schip is in 1869 gezonken;
* 1871 t/m 1873 van de kof “Willemina”, gebouwd in 1857 te Wildervank, 127 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Veendam;
* 1872 t/m 1882 van de schoenerbrik “Nicolaas Frans”, gebouwd in 1867 te Pekela, 194 ton o.m., varend voor K.& J.Wilkens te Veendam.
In een Naamlijst van Leden van het Veendammer zeemanscollege in 1880 aanwezig in het Veenkoloniaal Museum te Veendam staat W.J. de Groot als gezagvoerder van de “Nicolaas Frans” met vlagnummer 239.
De collectie monsterrollen op het Noordelijk Scheepvaartmuseum te Groningen vermeldt:
16 juli 1846, kof “Sieka”, schipper Jurrien Wijndels de Groot, kok Wijndelt Jurriens de Groot, 13 jaar uit Veendam.
09 februari 1850, kof “Sieka”, schipper Jurjen Wyndelts de Groot, matroos Wijndelt Jurjens de Groot.
28 januari 1854, schoener “Ida”, schipper Jan Jakobs Mulder, stuurman Wijndelt Jurjens de Groot.
25 januari 1865, galjoot “Catharia Geerdina”, schipper Wijndelt J. de Groot, 32 jaar uit Veendam.
17 februari 1866, galjoot “Catharina Geerdina”, schipper Wijndelt Jurjens de Groot, 34 jaar uit Veendam.
16 februari 1867, galjoot “Catharina Geerdina”, schipper Wijndelt Jurjens de Groot, 35 jaar uit Veendam.
14 maart 1868, galjoot “Catharina Geerdina”, schipper Wijndelt Jurjens de Groot, 36 jaar uit Veendam.
02 februari 1874, schoener “Nicolaas Frans”, schipper Wijndelt Jurjens de Groot, 41 jaar uit Veendam.
23 januari 1877, schoenerbrik“Nicolaas Frans”, schipper Wijndelt Jurjens de Groot, 44 jaar uit Veendam.
Overige bijzonderheden
W.J.de Groot uit Veendam was van 1871-1874 kapitein-eigenaar van de kof "Willemina" (gebouwd in 1857 in Wildervank, 127 ton). Hij was als gezagvoerder de opvolger van J.P.Puister, eveneens uit Veendam (zie aldaar)025.
Een reisverslag met dit schip betreffende een reis van Nieuwediep (december 1872) naar Cardiff/Napels/St.Petersburg/Ipswich (kerstdagen 1873) is opgetekend door de scheepsjongen Pieter Jacobsz Puister [zie het feuilleton "Uit voorbije dagen" van P.J.Puister opgetekend in 7 afleveringen (8 en 22 november 1924, en 20 juni, 04 en 18 juli en 01 en 15 augustus 1925) in het tijdschrift "Het Nederlandsche Zeewezen"].
Pieter Jacobsz.Puister was de zoon van Jacob Puister, scheepsgezagvoerder, en Willemina Smit en werd geboren op 23 oktober 1857 te Veendam. Hij huwde op 18 februari 1886 te Muntendam met Cornelia Imina Jacoba Abresch (*Muntendam 01 maart 1857 - † Muntendam 23 december 1920). Het echtpaar kreeg een een zoon en een dochter. P.J.Puister uit Muntendam "werd in 1886 benoemd tot hoofd van de nieuw gebouwde school in de buurtschap Valom, te Uithuizen. ... In 1897 werd hij hoofd van de Openbare Lagere School in Uithuizen, de hoofdschool van het dorp ...". Hij overleed op 30 november 1925 te Veendam (Uit: "Puister. Een Gronings Veenkoloniaal geslacht." door H.Puister Az(†) en Drs.A.T.Puister, Wassenaar 1985. Typoscript, 130pp. CBG - G/Puis).
Het bovenvermelde reisverslag is dermate summier wat betreft de identificatie van personen dat er enig onderzoek nodig was. Handvaten in het verslag waren de volgende: de schrijver was in 1872 c. 15 jaar, zodat zijn geboortejaar c.1857 moest liggen; zijn vader was gezagvoerder geweest op hetzelfde schip, maar verdronken tijdens een reis van Cette naar St.Petersburg; de huidige kapitein was stuurman bij zijn vader geweest; het schip was een galjoot van 96 ton en heette "Ina", genoemd naar zijn moeder; ten tijde van de reis was het schip c.16 jaar (bouwjaar dus c.1856/57); het schip werd in 1877 verkocht en verongelukte in 1878 op een reis van Engeland naar de Oostzee. Met behulp van bovenvermelde publicatie van Puister kon de idenditeit van P.J.Puister en zijn vader Jacob Puister worden achterhaald. De scheepsnaam "Ina" is ongetwijfeld een verkorting van zijn moeders naam Willemina. Bouma025 vermeldt een "Willemina", gebouwd in inderdaad 1857, hoewel een kof en geen galjoot (maar de afbeelding van Puister zelf in zijn eerste artikel laat een kof zien en geen galjoot!). De inhoud was 127 ton maar wellicht was de opgave van Puister in de oude maat, omgerekend met de factor 2.83/2.214 wordt de inhoud 122 register tonnen, niet veel verschillend van de door Bouma opgegeven 127. Volgens Bouma werd het schip in 1877 vermist in oktober komend van New Castle. De kapitein volgend op Puister was W.J.de Groot.
Het reisverslag bevat, naast de belevenissen tijdens de reis, een aantal beschouwingen over de ontwikkeling van de veenkoloniale zeevaart. Het reisverslag begint met de mededeling dat het schip door het Noord-Hollands Kanaal gejaagd werd naar Nieuwediep. De bestemming was Cardiff om kolen te laden voor Napels. "We voeren met z'n vijven: de kapitein, van origine een Amsterdammer, nog ongetrouwd, een beste, eenvoudige kerel, had jaren als stuurman bij mijn vader gevaren en was al zo'n halve Veenkoloniaal". Het eerste traject verliep vrij voorspoedig. In Cardiff werden zeker 180 ton kolen geladen terwijl de last niet meer dan 165 was. "Het Plimsollmerk kende men toen nog niet". Eind december 1872 vertrok men in vrij ruw weer van Cardiff en al spoedig kreeg men met storm te maken. Men moest zelfs onder de kust van Wales een beschutte plek opzoeken om beter weer af te wachten, vooral ook omdat er nogal wat schade aan tuigage ontstond. Tevens bleken de pompen niet goed te werken. Rond Nieuwjaar werd getracht kaap Cornwall te ronden en in Falmouth binnen te lopen. Daar arriveerde men op 2 januari 1873 "en we hebben er gelegen tot Maart!". De daaropvolgende toch naar Napels verliep redeijk goed. "Onze "Ina" hebben we in Napels laten afbeelden, dat was toen zoo gebruikelijk". Van Napels ging de reis naar Gallipoli waar olijfolie werd geladen. "Het heeft verscheidene weken geduurd, eer de "Ina" klaar was!". "De reis naar Petersburg heeft lang, wel 103 dagen geduurd!". De oorzaak was een langdurige noorden(tegen)wind waardoor voortdurend gekruisd moest worden. Eindelijk kwam het schip op de rede van Kroonstad waar nogal wat geduvel ontstond over een juiste ankerplaats. De reis ging daarna door naar Petersburg. In Newsky werd vervolgens graan geladen waar ook nog een aanvaring met een nederlandse schoener plaatsvond. Dit leverde weer oponthoud op, vanwege de noodzaklijke reparaties. Op de tocht door de Baltic had men ook nog zwaar weer zodat langs de Zweedse ZW.kust geankerd moest worden. Daarna werd ook in de Noorzee zeer zwaar weer meegemaakt, waarbij flink wat schade ontstond. Tenslotte kwam men in Ipswich aan om te lossen."En zoo waren we dan tegen de Kerstdagen leeg en was er een jaar verloopen sedert we onze ongeluksreis van cardiff aanvingen."
Het verslag geeft een aardig beeld van het leven aan boord van een zeilschip uit de tweede helft van de 19de eeuw met geografische opmerkingen maar ook over voedsel, het leven in de diverse havensteden, het leerproces van een scheepsjongen, e.d.
In de Scheepstijdingen van de Harlinger Courant dd 12 januari 1878 staat het volgende bericht096:
Uitgegaan:
“Douvres 8 Jan. Nicolaas Frans, W.J. de Groot (Stettin) Exeter.”
GROOT. WIJNDELT JANS de
Winoldus de Grooth werd geboren op 12 december 1813 te Nieuwe Pekela als zoon van de landbouwer Jan Wijndelts de Grooth en Hillechien Jans Boeling.
Winoldus trouwde op 14 maart 1838 te Nieuwe Pekela als zeeman met Anna Maria (Haveman), geboren te Groningen op op 01 februari 1818 als dochter van de koopvrouw Dievertje Abrahams, “de vader niet bekend”
Anna Maria Abrahams, echtgenote van Winoldus Jans de Grooth, overleed op 18 februari 1905 te Groningen, 87 jaar, weduwe
Winandus Jans de Grooth overleed op 04 maart 1858 te Nieuwe Pekela, 44 jaar, schipper, weduwnaar
Burgerlijke Stand gegevens uit de provincie Groningen vermelden Winoldus de Grooth als zeeman in 1838, als schipper in 1849, 1851, 1858
