Inloggen
SICCO - ID 15218


Kroniekberichten

Datum 11 januari 1862
Krant DC - Dordtsche Courant

Advertentie. Publieke veiling. Op zaterdag 11 januari 1862, des middags 12 ure, zal in het Logement Den Gouden Leeuw bij de Graanmarkt te Dordrecht, ten overstaan van een daartoe bevoegd beambte, publiek worden geveild: ongeveer 105 lasten lijnzaad, meerder en minder door zeewater beschadigd, van Memel alhier aangebracht, met het schip (2m.sch) SICCO, kapt. J.H. Potjer, liggende in lichters.
Nader onderricht te bekomen ten kantore van de heren Schadee & Co. te Rotterdamen H. & L. Schouten & Co. te Dordrecht.

Afbeelding
Datum 20 oktober 1866
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

Rotterdam, 19 oktober. Volgens particulier bericht van kapt. Piebes, voerende het schoenerschip ADRIANUS, zou hij de 9e september van Rio Grande de Sul naar Falmouth vertrekken.

Afbeelding
Datum 22 maart 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Amsterdam, 21 maart. Het Nederlandse schip ADRIANUS, kapt. Piebes, van Antwerpen naar Montevideo, is volgens telegram uit Londen van gisteren, lek te Scilly binnengebracht.

Afbeelding
Datum 23 maart 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Scilly, 19 maart. Het Nederlandse schoenerschip ADRIANUS, kapt. Piebes, van Antwerpen naar Montevideo bestemd en geladen met stukgoederen, werd de 13e dezer op de hoogte van Scilly gezien als zijnde in gevaar. Een boot werd dadelijk met loodsen bemand en ging op het schip af, hetwelk op een afstand van omstreeks 10 mijlen was; er stond aldaar een hoge zee. Toen de boot langs het schip was, werd aan dezelve gemeld, dat er 5 voet water in het schip was en het in een zinkende staat verkeerde. Men had het marszeil tegengebrast; de equipage had de ene boot uitgezet en was bezig de tweede boot eveneens uit te zetten, om daarmee het schip te verlaten. De loodsen gingen, niettegenstaande de aanmerkingen aan boord en peilden de achterpomp, toen zij bevonden dat er slechts 1 voet en 7 duim water in het schip was. Dadelijk namen zij het bevel van het schip op zich en brachten het in Scilly binnen - gisteren reeds gemeld. Nadat het schip ten anker lag, werd het water uitgepompt en daarna maakte het niet meer dan ¾ duim water per uur. De 15e dezer werd het langs de kaai verhaald en maakte aldaar zeer weinig water en daarenboven schijnt het zeer weinig schade bekomen te hebben. Daarentegen is het schip zeer diep geladen, als hebbende omstreeks 95 ton ijzer in.

Afbeelding
Datum 01 april 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant

St. Mary's (Scilly eilanden), 29 maart. Er is duizend pond sterling door de vertegenwoordigers van de eigenaren van het schip en lading van de ADRIANUS, kapt. Piebes, van Antwerpen naar Montevideo bestemd, aan de loodsen gegeven, welke het de 15e dezer alhier in de haven hebben gebracht.

Afbeelding
Datum 09 april 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 8 april. Volgens het rapport van Robert Hicks, gezagvoerder van de loodskotter PRESTO, en van de roeiboot PERSEVERANCE, toebehorende aan hem en acht anderen, blijkt dat hij de 15e maart uit Porth Cressa, St. Mary’ s (Scilly) met de loodskotter, met een equipage van 5 man zeilde naar het Rotterdamse schip ADRIANUS, kapt. Piebes, te Antwerpen geladen met ijzer, teer, rijst, wijn, sigaren enz. en bestemd naar Buenos-Ayres enz. Op de 15e maart, des morgens 8 ure 30 min., het weder was buiig en donker, de wind was hevig en O.t.N. werd een schip gezien ten zuidoosten van the Castle of St. Mary’s op omstreeks 15 mijlen afstand, liggende om de NO, koers zettende naar het land ; wij brachten de roeiboot PERSEVERANCE te water en zeilden met alle spoed naar het schip.
In de zeilen hadden wij drie reven gestoken en de boot liep omstreeks 5 mijlen, toen wij zagen dat het schip bijgedraaid en om de ZO lag met een rif in het marszeil ; daarop werd het zeil van de boot ingenomen, en wij roeiden een halve mijl voor de wind op het schip aan waarna wij een boot achter het schip vonden waarin een menigte klederen was ; toen wij het schip naderden, zagen wij een man op het dek, zwaaiende met zijn hoed om alle spoed te maken en bij het schip te komen ; men wierp ons uit het schip een touw toe, terwijl de equipage reeds bezig was om de tweede boot buiten boord te zetten ; ik vroeg de kapitein wat is er gaande ? Hij antwoordde dat het schip zinkende was. Ik vroeg toen welke lading het had. Hij zei gietijzer. Ik vroeg vervolgens hoeveel water in het schip was en hoeveel het maakte ; de kapitein antwoordde dat er vijf voet water in was, en het twee voet water per uur maakte en dat het direct zoude zinken. Twee man gingen daarop aan boord om het te onderzoeken, daarna naar het roer om het naar bakboord over te brengen om het schip weder voor de wind te brengen, doch hij vond dat het roer zo vast zat, dat men geen beweging in hetzelve kon verkrijgen, en de kapitein, die er bij tegenwoordig was, wilde hen niet zeggen, hoe men het roer kon los krijgen; de zee liep geweldig over het grote dek, en de beide mannen kwamen in de boot terug, welke enige schade had bekomen ; een riem had ik reeds verloren, door dat de zee zwaar rolde. De kapitein en twee man (matrozen) gingen reeds over de verschansingen om in de boot te gaan, toen ik zei dat ik beproeven zou om het schip in Scilly binnen te brengen. Daarop ging ik onmiddellijk aan boord gevolgd door drie anderen, maakte de roerketting los, waardoor het roer een weinig speling bekwam, daarna ontdekte ik het slothout van het roer en bracht het naar bakboordzijde ; de schoot van het grootzeil liet ik vallen, het marszeil vierkant brassen en de kluiver bij zetten en bracht het schip met de kop om de west-noord-west naar St. Mary’s Sound, het rif liet ik uit het marszeil steken, het bramzeil en de fok bijzetten toen het schip aldus voor de wind gebracht was, liet ik de achterpomp peilen en bevond dat er 1 voet en 7 duim water in was. Twee man van de bootslieden begonnen te pompen en een man was bij het voorluik gestationeerd, of het water in de hel (opm: lage ruimte in de voorpiek onder het volkslogies) rees. Er was 2 duim water in de kim van het schot van de kajuit en men vreesde dat de kapitein, die inmiddels in de kajuit was gegaan, iets zou doen om het water toegang te verlenen.
Daarop beval ik de kapitein om uit de kajuit op dek te komen, waarop hij met een handspaak te voorschijn kwam, zeggende : “ik ben kapitein op mijn eigen schip”. De man die vooruit was gegaan om de zeilen klaar te maken, ging in het volkslogies en vond dat een der matrozen bezig was aan de boeg om de sjorrings af te snijden en dezelve uit te duwen.
Hij werd onmiddellijk bevolen op dek te komen, deed zulks doch zei niets. De boot welke achter het schip was, geraakt op drift, welke eerst bespeurd werd, toen het reeds ½ mijl van het schip verwijderd was. De kapitein wilde het roer van mij overnemen, met het voornemen om de boot trachten terug te bekomen, waarop de bootslieden van mij riepen “geef het roer niet over”. Het schip is daarop op de rede van Sully gebracht, de pomp is gaande gehouden en het water tot op drie duim gebracht, de equipage van het schip weigerde alle hulp te verlenen en weigerde positief om enige zeilen te bergen, welke alles door de bemanning van de boot verricht werd. Toen ik aan boord kwam, scheen de kapitein enigszins dronken te zijn, en werd hij het meer en meer al naar gelang wij de haven bereikten. Bij onderzoek van de boegpoort werd bevonden dat de sjorrings alle afgesneden en de kruisklampen weg waren, terwijl de gekapte sjorrings nog in de ringbouten hingen, de merken waren zichtbaar dat men met een breekijzer en hamer aan de gang was geweest, en het is mijn opinie, dat de kapitein het doel had om het schip te doen zinken. De stuurman had gezegd dat de sjorrings der boegpoort gekapt waren op bevel van de kapitein, toen de reddingsboot zich naar het schip begaf.

Afbeelding
Datum 17 april 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Binnenlandse berichten, diverse

Rotterdam, 16 april. Gisteren morgen is met de stoomboot BATAVIER van Londen alhier aangekomen D.B.N. Piebes, gezagvoerder van het Nederlandse schoenerschip ADRIANUS. Onder verdenking liggende van pogingen te hebben aangewend om dit schip op de hoogte van Scilly te doen zinken, waarvan in ons nummer van 9 dezer uitvoerig melding is gemaakt, werd hij bij zijn aankomst alhier onmiddellijk door de politie aangehouden en naar het huis van arrest overgebracht.

Afbeelding
Datum 28 juni 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Lissabon, 24 juni. Volgens telegrafisch bericht is het Nederlandse schip ADRIANUS, kapt. Goudswaard, van Antwerpen, laatst van Scilly, naar Montevideo bestemd, alhier lek en met verstopte pompen binnengelopen.

Afbeelding
Datum 05 juli 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Lissabon, 28 juni. Het schoenerschip ADRIANUS, kapt. Goudswaard, van Antwerpen het laatst van Scilly naar Montevideo bestemd en geladen met een algemene lading, hetwelk alhier de 24e dezer is binnengelopen met verstopte pompen - bevorens gemeld - zal moeten lossen.

Afbeelding
Datum 13 juli 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Lissabon, 6 juli. Het Nederlandse schoenerschip ADRIANUS, kapt. Goudswaard, van Antwerpen het laatst van Scilly naar Montevideo bestemd, hetwelk alhier de 24e juni lek is binnengelopen, heeft de lading gelost.

Afbeelding
Datum 28 september 1867
Krant NRC - Nieuwe Rotterdamsche Courant
Type bericht Berichten uit het buitenland incl havens

Lissabon, 21 september. Er wordt bericht dat er nog meer van de lading van het schoenerschip ADRIANUS, kapt. Goudswaard, van Antwerpen naar Montevideo bestemd, hetwelk de 24e juni lek alhier is binnengelopen, zal geveild worden om de onkosten voor reparatie te betalen, die zeer groot moeten zijn en nog niet voldaan zijn.

Afbeelding