Inloggen
JONKER VAN SLOCHTEREN - ID 15210


In dienst
Onder Nederlandse Vlag tussen:1857-04-23 / 1862-09-16 | Reden uitgevlagd: Verongelukt of vermist (zie final fate)

Identification Data

Bouwjaar: 1857
Categorie: Cargo vessel
Voorstuwing: Sailing Vessel
Type: Kof
Construction Data

Scheepsbouwer: Netherlands
Werfnummer:
Delivery Date: 1857-00-00
Technical Data

Gross Tonnage: 44.00 lasts
 
Zeebrieven en Turksche passen

Record type Zeebrief
Zeebrief jaar: 1857
Datum agenda: 1857-04-23
Register nr: 18570377
Scheepsnaam: JONKER VAN SLOCHTEREN
Type: Kof
Lasten: 44
Gebouwd in binnen- of buitenland: Binnenlands
Zeebrief / Turksche pas verzocht door: Prak, P.P.
Kapitein op moment van verzoek: Prak, P.P.
Opmerkingen: Zb

Bekijk de overige zeebrieven / Turksche passen van dit schip
Ship History Data

Date/Name Ship 1857-04-23 JONKER VAN SLOCHTEREN
Manager: Pieter Pieterz Prak, Winschoten, Groningen, Netherlands
Eigenaar: Pieter Pieterz Prak, Winschoten, Groningen, Netherlands
Shareholder:
Homeport / Flag: Winschoten / Netherlands

Ship Events Data

1862-09-16: Final Fate: Stranded

Wyburg, 16 september. Het Nederlandse kofschip JONKER VAN SLOCHTEREN, kapt. Prak, van Kroonstad met lijnzaad naar Groningen, heeft op Hogland (opm: 60 03 N 26 59 O) aan de grond gezeten en is later in zinkende staat bij Lavanscar (opm: 59 59 N 27 52 O) op strand gezet. De bemanning is behouden.

Gezagvoerders

Familiegegevens en opleiding

Pieter Prak werd geboren op 24 maart 1824 te Midwolda als zoon van de arbeider Pieter Jans Prak en Mientje Hindriks Levering.

Hij trouwde op 11 december 1856 te Winschoten als zeeman met Nijske Jager, geboren op 23 juli 1829 te Winschoten als dochter van de arbeider Freerk Harms Jager en Lutgert Tammes Smedes. Zij overleed op 02 februari 1871 te Winschoten, 41 jaar, gehuwd.

 

Van Pieter Prak geen overlijdensakte op Genlias gevonden. In een overlijdensakte van zoon Freerk op 21 maart 1881 te Winschoten wordt als beroep van vader Pieter Prak opgegeven “landbouwer”.

 

De schepen van de kapitein

Bouma025 vermeldt P.P.Prak als gezagvoerder gedurende:

*    1858 t/m 1859 van de kof “Jonker van Slogteren”, gebouwd in 1857 te Appingedam, 84 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten;

*    1860 t/m 1862 van hetzelfde schip maar nu varend als kapitein/eigenaar vanuit Winschoten. Het schip is in september 1862 gestrand bij Lavanskar;

*    1863 t/m 1868 van de kof “Nijssiena” ex Sienke Wiersma, ex Dina Elisabeth, gebouwd in 1837 te Hoogezand, 112 ton o.m., varend als kapitein/eigenaar vanuit Groningen. Het schip werd in 1868 verlaten.

*    1871 t/m 1873 van de kof “Ida Berendina”, gebouwd in 1848 te Sappemeer, 106 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten. Het schip werd in 1873 na stranding afgekeurd;

*    1875 van de brik “Hannah Heeres” ex Aberdeenshire, gebouwd in 1825, bouwlocatie niet vermeld, 250 ton o.m., varend voor D.Mulder & Zn te Winschoten. Het schip is gezonken in het Kattegat.

 

Monsterrrollen uit het Gemeentearchief van Delfzijl

09 mei 1857, kof “Jonkheer van Slochteren”, kapitein Pieter Prak, 33 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Tiddo Gerlofs Katoen, 31 jaar uit Nieuwe Pekela, kok en een matroos;

20 maart 1863, kof “Nijssiena”, kapitein Pieter Prak, 39 jaar uit Winschoten. Voorts stuurman Harm W.Visser, 30 jaar uit Delfzijl, kok, en 2 matrozen;

 

Overige bijzonderheden

NRC 16 april 1868114

Hartlepool, 13 april. Het Pruisische barkschip HEVELIUS, kapt. Holtz, heeft gepasseerde zaterdag alhier aangebracht de equipage van het galjootschip NIESSINA, kapt. Prak (opm: kof NIJSSIENA, kapt. P.P. Prak), hetwelk de 2e dezer uit Gotenburg is vertrokken. Volgens een verklaring van de equipage wordt het navolgende gemeld:

Nadat het enige dagen in zee was geweest, werd er bevonden dat er verscheidenen voeten water in het ruim waren, waarop de matrozen onmiddellijk de pompen aansloegen. Zij gingen daarmee voort totdat zij nagenoeg uitgeput waren en toen het water steeds klom na alle krachtsinspanningen, werd er ingezien dat het nutteloos was om het schip te redden. De 8e dezer kwam er een bui opzetten en geraakten de pompen verstopt. Het schip had toen 8 voet water in het ruim; toen het bij de wind drijvende lag, werkte het zeer zwaar en ieder ogenblik dacht men dat het onderste boven zou vallen. Verscheidene malen werd het plat op zijde geworpen, doch telkenmale werd er zodanig gemanoeuvreerd, dat het vanzelf rees en de equipage had de grootste moeite om zich op het dek staande te houden. Er werden noodsignalen gehesen en een Pruisisch barkschip hield op het in nood verkerende schip af en zette de boot uit. Bij het naderen van het zinkende schip wilde de kapitein (opm: kapt. Prak) niet toestaan dat de equipage het schip verliet; desniettegenstaande ging de equipage in de boot en deed alle moeite om de kapitein over te halen om haar te volgen. De stuurman, nadat alle overhaling te vergeefs was, ging wederom aan boord van het in nood verkerende schip en trachtte een eind touw aan de kapitein vast te binden, om hem met geweld in de boot te trekken, doch te vergeefs en hij ging daarop in de kajuit. De equipage was verplicht voor haar eigen veiligheid de kapitein aan boord van het zinkende schip te laten en aan boord van het Pruisische schip te gaan. Zij hielden daarop de wacht en bleven nog enige uren bij het schip. Verscheidene malen werd nog aan de kapitein geroepen om het schip te verlaten, doch hij wilde niet. Ten laatste is het schip gezonken en niets meer is van de kapitein noch van het schip gezien.

 

NRC 17 april 1868114

West Hartlepool, 14 april. Gisteren is alhier aan boord van het Noorse schip RUNER, komende van Laurvig, aangekomen kapt. P.C. Prak, gezagvoerder van het galjootschip NIESSINA (opm: kof NIJSSIENA, kapt. P.P. Prak, zie NRC 160468 en 180468) die zoals ondersteld werd, met zijn schip in het midden der Noordzee, als in ons vorig nummer vermeld, zoude zijn omgekomen. De kapitein werd een dag, nadat zijn equipage hem verlaten had, in een zeer uitgeputte staat gered, en ofschoon zijn schip niet gezonken was, was het nu toch bijna onder water. De lading, bestaande uit wol, hield het drijvende. Hij wederspreekt menig punt van de verklaring door de equipage afgelegd. Hij heeft rapport van zijn ongeval gedaan aan de Nederlandse vice-consul Mr. Groves, en die zijn protest heeft genoteerd. Men onderstelt, dat het schip gebarsten is. De lading was bestemd aan een firma te Gateshead te huis behorende.

 

NRC 18 april 1868114

Hartlepool, 15 april. Het schip NIESSINA (opm: NIJSSIENA, zie NRC 160468 en 170468), kapt. Prak, komende van Gothenburg, is alhier zeer lek binnengesleept door het schip AXEL.

 

In de Harlinger Courant van 22 december 1873 staat in de rubriek BINNENLAND het volgende bericht096:

“HARLINGEN, 20 December

Het schip Ida Berendina, kapt. Prak, van Nerva naar Harlingen, den 17 te Bremerhaven binnen, heeft anker en ketting verloren en is tusschen de Oude en Nieuwe Haven op strand gedreven.”

 

 

Datum vanaf: 1857
Kapitein: Prak, Pieter Pieterz

Monsterrollen

Opgemaakt Delfzijl
Datum: 1857-05-09
Scheepsnaam voorvoegsel:
Scheepsnaam: JONKHEER VAN SLOCHTEREN
Schipper: Prak, Pieter
Scheepstype: kof
Grootte: 88

Bekijk alle monsterrollen
Kroniekberichten

Toon kroniekberichten