Stralsund, 19 november. In de nacht van 17 op 18 dezer is een van het volk verlaten Nederlands kofschip bij Wittow op het eiland Rügen gestrand. De lading bestaat uit lijnzaad en zo ver als de naam op de spiegel te lezen is, heet het schip GELIDA. (opm: zie NRC 251156)

Swinemünde (opm: Swinoujscie), 20 november. Het Lübeckse schoenerschip ADOLPHINE, heden alhier van St. Petersburg gearriveerd, is in de nacht van de 17e dezer in aanzeiling geweest met de Nederlandse tjalk GELIDA, kapt. Nip (opm: R. Nap), van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) met lijnzaad naar Antwerpen bestemd. Laatstgenoemde is daarbij lek geworden, heeft de boegspriet verloren, verdere belangrijke schade bekomen en is in die toestand door het volk verlaten, dat met de ADOLPHINE, die mede enige schade bekomen heeft, alhier is aangebracht. De GELIDA is afgedreven en hoogstwaarschijnlijk op Wittmund gestrand, zie ons nommer van 23 november, art. Stralsund. (opm: zie NRC 221156, 271156 en 041256)

Stralsund, 22 november. Aangaande het schip GEELIDA, kapt. Nip (opm: GELIDA, R. Nap), van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Antwerpen, op Rügen gestrand – zie ons nommer van 25 november – wordt gemeld, dat het waarschijnlijk niet afgebracht zou kunnen worden. Men was bezig de lading, waarvan de helft onbeschadigd was, te bergen. De inventaris was geborgen.

Stralsund, 29 november. Van de lading van het op Wittow (opm: op Rügen) gestrande schip GELIDA, kapt. R. Nap, (zie ons nommer van 25 en 27 november), zijn ca 1100 schepels lijnzaad droog en 180 schepels nat geborgen en is de rest verloren. De inventaris is mede gered, doch het schip is wrak.