Liverpool, 10 september. De Nederlandse schoener MARGARETHA, heden van hier vertrokken, is op de hoogte van het Rosby (opm: Crosby) vuurschip in aanzeiling geweest met het schip HAWTHORN, kapt. Beckford, van Carenas naar Liverpool. De MARGARETHA is onmiddellijk gezonken en het mocht slechts aan een op de stroom zijnde sloep gelukken de kapitein en loods te redden. De overige 6 man zijn omgekomen. De HAWTHORN verloor de boegspriet. (red: het Nederlandse galjootschip MARGARETHA, kapt. Korte, lag 2 september in Liverpool zeilklaar naar Lübeck). (opm: zie volgend bericht)

Rotterdam, 14 september. In ons nommer van gisteren deelden wij uit Liverpool een bericht mede omtrent het verongelukken van een Nederlandse schoener, genaamd MARGARETHA. De Engelse bladen, die wij heden avond ontvingen, maken hiervan hoegenaamd geen melding en het is dus te veronderstellen, dat het schip MARGARETHA, in het bericht van gisteren bedoeld, hetzelfde is, waarvan wij reeds vroeger het verongelukken mededeelden, zijnde dat schip van Liverpool naar Ystad bestemd, ten gevolge van aanzeiling in het Crosby-kanaal gezonken.

Fahrsund (opm: Farsund, 58º4’ N.B. 6º55’ O.L.), 28 december 1858. De te Sappemeer te huis behorende schoener-kof MARGARETHA, kapt. Korte, van Malmö met gerst naar de Maas bestemd, is alhier met slagzijde, verstopte pompen en andere schade binnengelopen.

Elseneur (opm: Helsingör), 2 november. De schepen MARGARETHA, kapt. Korte, MAGDALENA, kapt. Buining, JONGE BOLT, kapt. Kolk en HOOGEZAND, kapt. van der Laan, alhier ter rede, hebben op 31 oktober de reis naar de Noordzee voortgezet.

Gibraltar, 20 september. De te Groningen tehuis behorende kof MARGARETHA, kapt. Korte, van Genua naar Antwerpen, is alhier in de nabijheid in aanzeiling geweest en bekwam daardoor schade.

Gibraltar, 19 september. Het Groninger schip MARGARETHA, kapt. Korte, van Genua naar Antwerpen, heeft door aanvaring met een onbekende stoomboot enige schade aan scheg en kluiverboom bekomen en is hier dientengevolge binnengelopen. (red. kortelijk in ons nummer van 23 september gemeld.)

Amsterdam, 18 oktober. Het schip MARGARETHA, kapt. Korte, van Genua naar Antwerpen, te Gibraltar met schade binnengelopen, heeft de 3^e dezer na volbrachte reparatie de reis voortgezet.

Vlissingen, 2 december. Het Nederlandse schip MARGARETHA, kapt. Korte, van Antwerpen naar Smirna, is met lekkage alhier in de haven gekomen.

Vlissingen, 8 januari. In onze haven zijn binnengekomen om te overwinteren de navolgende schepen: NOORDSTER, kapt. Luteijn en STAD MIDDELBURG, kapt. Ouwehand, beide van Batavia naar Middelburg; ELISABETH HELENE, kapt. Koerkamp, van Triest naar Rotterdam; WILLEM, kapt. Hecurich, van Pillau naar Dordrecht; MARTHA, kapt. van Veen, van Bremen naar Antwerpen; MARIA, kapt. Teltes, van Bremen naar Brussel; en KNUTTENBORG, kapt. Frantzen, van Denemarken naar Antwerpen.
Ook is binnengekomen het Nederlandse kofschip MARGARETHA, kapt. Korte, van Antwerpen met stukgoed naar Smyrna, hetwelk een klein gedeelte der lading gelost heeft en op de bank gehaald is, om nagezien en waarschijnlijk gerepareerd te worden.

Vlissingen, 18 februari. Vertrokken na volbrachte reparatie het Nederlandse kofschip MARGARETHA, kapt. Korte, van Antwerpen naar Smyrna.

Rotterdam, 18 november. Volgens brief van Buenos-Ayres van de 14e oktober, had aldaar de 11e en 12e dito ter rede een hevige storm uit het OZO gewoed, waardoor veel schade aan de aldaar liggende schepen veroorzaakt was, waarvan de bijzonderheden nog niet bekend waren. Van de Nederlandse schepen was de galjoot MARGARETHA, kapt. H.J. Korte, gestrand, en zou totaal weg zijn (opm: zie NRC 231169), en had de galjoot GEERTRUIDA MARIA, kapt. W.F. Coolen, de boegspriet verloren.

Rotterdam, 22 november. Een schrijven van Buenos Aires d.d. 14 oktober meldt, dat het schip MARGARETHA, kapt. H.J. Korte, gedurende de storm van 11 en 12 dezer vermoedelijk wrak zou zijn geworden (opm: zie NRC 191169 en 081269). In een nader schrijven van de 15e wordt gemeld, dat de Nederlandse consul aanbiedingen vraagt om het schip af te brengen.
Het schip GEERTRUIDA MARIA, kapt. W.F. Coolen, heeft gedurende dezelfde storm de boegspriet verloren.

Rotterdam, 7 december. Het wrak van het op de Plata rivier gestrande schip MARGARETHA, kapt. H.J. Korte (opm: zie NRC 191169), is de 24e oktober te Buenos-Ayres verkocht.