Amsterdam, 7 december. De Nederlandse schepen GESINA LAMMEGIENA, kapt. Braamhorst, van Bremen herwaarts, ALIDA FOLKERTS, kapt. Mooi, van dito naar Groningen en DEBORAH, kapt. Folkerts, van Groningen naar Bremen, zijn de 4e dezer op Norden gestrand. Van het eerste zijn de kapitein en 4 kinderen verdronken, van de overigen het volk gered. (opm: zie PGC 241263)

Advertentie. De orkaan, gewoed in de nacht van 3 op 4 dezer, berokkende mij een hartverscheurende ramp, daar toen mijn dierbare echtgenoot F.W. Braamhorst, voerende het Nederlandse tjalkschip GESINA LAMMEGINA, benevens onze vier zoontjes, op de reis van Bremen naar Amsterdam, bij Jetsendorp (opm: mogelijk naam onjuist geciteerd; wellicht Westdorf op Baltrum) door de woedende storm over boord zijn geslagen en jammerlijk hun graf in de golven hebben gevonden. Zelve door een stortzee van het bijna verbrijzelde schip afgerukt zijnde, dreef ik bewusteloos naar land en mocht ik zo nog, alsmede ook onze stuurman, het leven behouden. Zwaar treft mij deze dubbele slag, hetwelk ieder zal beseffen, doch nederig wens ik Gode te zwijgen, Wiens wil ondoorgrondelijke wijsheid is.
Groningen, 22 december 1863. Geessien Velvis, Wed. F.W. Braamhorst.