|
Advertentie. Pro Deo. Op heden, de 26e december 1867, ten verzoeke van Jan Nieulant, sluiswachter, als vader en voogd over zijn minderjarig kind Jan Nieulant, door hem in echt aan wijlen zijn huisvrouw Klara van Sijn verwekt, alsmede ten verzoeke van Bastiaan van Sijn, buiten beroep, beide wonende te Delfshaven, heb ik Otto Vermeij, deurwaarder bij de Arrondissements Rechtbank te Rotterdam, gedagvaard: Klaas Geuchie Sap en zijn dochter Catharina Sap, wier tegenwoordige verblijfplaats is onbekend, om op 8 april 1868 te verschijnen ter terechtzitting van de Arrondissements Rechtbank te Rotterdam: - Aangezien de eerste gedaagde als gezagvoerder, en de tweede gedaagde als passagier in de loop van het jaar 1863 met het Nederlandse kofschip JOANNA JACOBA van Amsterdam naar Elseneur zijn vertrokken en met dat schip op de 27e november van dat jaar de terugtocht naar Amsterdam hebben ondernomen. - Aangezien sedert laatstgemelde dagtekening van dat schip, zijn gezagvoerder, passagier en bemanning niets meer is vernomen en het waarschijnlijk op de Nederlandse kust met man en muis is vergaan. - Aangezien de gedaagden bij het verlaten hunner woonplaats geen volmacht tot het waarnemen hunner zaken hebben achtergelaten. - Aangezien de eisers belang hebben, dat door rechterlijk vonnis worde verklaard, dat er rechtsvermoeden van het overlijden van bovengenoemde Klaas Geuchie Sap en zijn dochter Catharina Sap bestaat sedert de 27e november 1863. Dat zij alsnog van hun aanwezen doen blijken. O. Vermeij, deurwaarder (opm: sterk bekort; het eventuele familieverband wordt niet toegelicht)
|