Schiermonnikoog, 19 november. Hier is aangespoeld een plankje, waarop met vergulde letters: DARIUS.
Nog zijn aangebracht drie boten van tjalkschepen, zijnde een daarvan gemerkt: A.R. ALBERTS, en een mast van een visschip. (red. de Groninger kof GESINA JANTINA, kapt. R.A. Alberts, lag de 14^e dezer te Newcastle in lading naar Groningen.)

Fredrikshaven, 30 januari. Het Nederlandse schip GESINA JANTINA, kapt. Alberts, van Groningen met haver naar Londen, is alhier met overgeslagen lading, verlies van boten en schade aan de zeilen binnengelopen. (opm: zie PGC 070263)

Frederikshaven, 2 februari. Het Nederlandse kofschip GEZINA JANTINA, kapt. Alberts, van Groningen naar Londen, de 31^e januari met verlies van verschansingen, schade aan zeilen en overgeworpen lading alhier binnengelopen, is bezig met lossen. Het schip is dicht gebleven.

Groningen, 21 mei. Het schip GESINA JANTINA, kapt. Alberts (opm: kof, kapt. R.A. Alberts), van Groningen naar Ipswich, is lek teruggekomen, hebbende in het Friesche Gat aan de grond gezeten.

Groningen, 3 december. Volgens een heden alhier ontvangen telegram is het kofschip GESINA JANTINA (vlgs GNB: GEZIENA JANTINA), kapt. Alberts, de 9e november van Newcastle naar Leeuwarden vertrokken, heden te Harlingen binnengekomen.

Amsterdam 20 december. Uit Leiden bericht men, dat in zee opgevist is een scheepsboot gemerkt L.T.S.A, alsmede een groen geschilderd naambord met zwart ingesneden letters, waar op R. Alberts. (red. het Groninger kofschip GEZINA JANTINA, kapt. R.A. Alberts, is op 30 november van Gravesend vetrokken naar Groningen. Sedert is er niets van vernomen, zodat het hoogst waarschijnlijk in de hevige storm van het begin dezer maand totaal verongelukt is).