Groningen, 27 mei. Dinsdag zijn in de haven alhier twee nieuwgebouwde zeebodems gearriveerd, zijnde de schoener-galjoot TRITON, groot 80 last, kapt. R.H. Nagel, van Veendam, gebouwd bij H.T. Holthuis te Wildervank, en de galjoot de TWEELINGEN, groot 55 ton, kapt. W.J. Poorta, van Wildervank, gebouwd bij T. Pik en Zoon te Veendam.

Pillau (opm: Baltyisk), 14 september. De op de 10e jl. van hier vertrokken Nederlandse kof TWEELINGEN, kapt. Poort, van Koningsbergen (opm: Kaliningrad) naar Londen bestemd, is heden wegens contrarie wind uit zee terug gekomen.

Rendsburg, 8 januari. Te Holtenau, in het Kanaal en op de Eider zijn ingevroren, onder meer anderen, de volgende schepen, en wel: te Holtenau: EENDRAGT, kapt. Heida, van Nijekiobing naar Amsterdam; FROUWINA STEENHUIZEN, kapt. Gort Jr, van Prastoe (opm: vermoedelijk Prästtorp, 3.5 mijl Z.W. van Oxelösund) naar dito; TWEELINGEN, kapt. Poort, van Dantzig (opm: Gdansk) naar dito; VRIENDSCHAP, kapt. Gort, van Mullerup naar dito; ELSINA, kapt., Duintjer, van Libau (opm: Liepaja) naar de Maas; IDA, kapt. De Jong, van Colding (opm: Kolobzreg) naar dito; MARIA, kapt. Dijk, van Dordrecht naar Stettin (opm: Szczecin); JONGE JACOB, kapt. Rijnberg, van Dantzig naar Antwerpen; JONGE WILLEM, kapt. Koning, van Kolding naar dito; KLASINA ELISABETH, kapt. Mulder, van Bisserub naar dito. In het Kanaal: JONGE BOUKE, kapt. Boltje, van Dantzig naar Bremen; en op de Eider: HOFFNUNG, kapt. Ekmann, van Amsterdam naar Rendsburg.

Kroonstad (opm: Kronsjtadt), 30 november. Onder het groot aantal schepen die hier overwinteren, bevinden zich de volgende Nederlandse schepen:
PRUDENTER, kapt. Hansen; ENA ELIZABETH, kapt. Bosmak; JACOBUS, kapt. Van Deest; WIERDINA HENDRIKA, kapt. Meezenbroek; GOUDVISCH, kapt. Jonghoff; MARGARETHA AUGUSTA, kapt. Jongman; LORELY, kapt. Scholtens; TWEE GEBROEDERS, kapt. Rinsema; HERSTELLING, kapt. Moesker; CONCORDIA, kapt. Klein; AFINA VAN LINGE, kapt. Masthuis; ALPHA, kapt. Eelsingh; ELSINA, kapt. Duintjer; GUSTAAF, kapt. Oldenburger; MARIA MARGARETHA, kapt. Huisman; MAGRIETA, kapt. Pauman; ANNEGIENA, kapt. Jonker; ANNECHIENA JANTJE, kapt. Prins; LUCAS WILDERVANK, kapt. de Grooth; EQUATOR, kapt. Nieuwenhuis; GERTRUIDA SPEELMAN, kapt. Speelman; HARMANNA DAS, kapt. Das; FROUKE EGBERDINA, kapt. Dekker; GEERTRUIDA, kapt. Pijbes; DIANA, kapt. Fijn; UNIE, kapt. Posta; HET VERTROUWEN, kapt. Dekker; KLASINA ARENDINA, kapt. de Groot; HILLEGONDA, kapt. Voordewind; GRIETJE DE GROOT, kapt. Mulder; GEERTJE, kapt. Romper; JACOB VAN CLEEF, kapt. Rozema; EENDRAGT, kapt. Martens; GRAAF ADOLPH, kapt. Prange; JACOBINA, kapt. Bontekoe; GIJSBERTHA WILHELMINA, kapt. Priebee; MARCHIENA CATHARINA, kapt. Mulder; ALBERDINA, kapt. Lodewijks; DE TWEELINGEN, kapt. Poorta; deze liggen op de binnenrede.
Verder liggen aan de Molen (opm: breakwater, havenpier):
KROONPRINSES LOUISE, kapt. Visser; WELCOME, kapt. Baas; STAD STAVOREN, kapt. Hoekstra; DRIE GEBROEDERS (opm: ex-CLARA DOROTHEA), kapt. W.T. Fenenga,
en tussen het tolbaken en de batterijen: BAREND, kapt. Dijk.

Amsterdam, 10 februari. Volgens brief van Kroonstad (opm: Kronsjtadt) waren sedert 24 december van de kleine rede in de haven geijsd de Nederlandse schepen GUSTAAF, LUCAS WILDERVANK, KLASINA ARENDINA, HILLEGONDA, UNIE en TWEELINGEN.
Te St. Petersburg overwinteren 7 Nederlandse schepen, zijnde de TWEE GEZUSTERS, CORNELIA, VROUW JANTINA, MARGARETHA ANTINA, DELIA, WILLEM FREDERIK en ELBRENDINA.

Rotterdam, 14 september. Het schip (opm: kof) TWEELINGEN, kapt. W.J. Poorta, van Dantzig (opm: Gdansk) te Lynn (opm: King’s Lynn) aangekomen, heeft op 9 september door aandrijving een gat in de boeg bekomen.

Koningsbergen (opm: Kaliningrad), 1 januari. Alhier overwinteren de Nederlandse schepen WELDAAD, kapt. Voogd en TWEELINGEN, kapt. Poorta; – tussen hier en Memel (opm: Klaipeda) FENNECHINA CATHARINA, kapt. Pomper; GEERTINA, kapt. Meijer en MARIA, kapt. Tent; – te Pillau (opm: Baltiysk) UNION, kapt. Oostra.

Harlingen, 22 december. Door het stormachtig weer is heden van de Vlierede voor de ankers weggeslagen het te Wildervank te huis behorende kofschip TWEELINGEN, kapt. Poorta, met stukgoederen van Amsterdam naar Kopenhagen. Het schip is vervolgens ten zuiden dezer haven bij het standbeeld van Caspar de Robles op de steenglooiing vervallen. Het volk is gered (opm: zie ook LC 251263; schip komt later af en weer in de vaart).

Harlingen, 22 december. De storm, die in de afgelopen nacht opstak, die met de dag aanwakkerde en tot laat in dezen avond voortduurde, heeft alweder met zeer hooggaande zee onze havenwerken geteisterd. Vele gebouwen, die sedert de 4 dezer een nieuw dakbekleedsel hadden gekregen, hebben opnieuw veel schade bekomen. De gehele dag had de haven een druk bezoek van belangstellenden, om het vreselijk schone schouwspel te bewonderen, dat de zee opleverde, en tevens een blik te slaan naar de rede van het Vlie, waar vier vaartuigen ten anker lagen. Heden avond te zeven ure zag men van die zijde een licht naderen, met zulk ene snelle vaart, dat al de aandacht der aanwezigen op de haven daarop gevestigd werd. Weldra zag men bij het maanlicht een schip, dat het op onze haven aanzette. Door de storm kon het die echter niet bereiken en dreef zuidelijk af. De menigte op de haven, die dit zag, snelde den zeedijk op, om de koers van het vaartuig te volgen, dat met ontzettend geweld even bezuiden den zogenaamde Steenenman tegen de zeepalen geslingerd werd. Het bleek het kofschip de TWEELINGEN, kapt. W. Poorter (opm: W.J. Poorta), van Wildervank, met stukgoederen van Amsterdam naar Kopenhagen te zijn. Dit vaartuig was ten 4 ure voor de beide ankers van de rede weggeslagen en met de ankers drijvende tot hier gekomen. De aanwezige hulp redde de kapitein, diens vrouw en dochter, alsmede den stuurman, matroos en kok, de beide laatste zonen des kapiteins. Op dit ogenblik (12 uur in de nacht) is men ijverig bezig de lading te bergen. Zeilen, enige goederen en een gedeelte der lading liggen reeds gered op den zeedijk.

Harlingen, 23 december. De lading van het Nederlands schip TWEELINGEN, kapt. W.J. Poorta - zie ons bericht van 22 dezer - wordt geborgen. Men vreest voor het behoud van het schip (opm: schip komt later weer af en in de vaart).

Advertentie. Deurwaarder Th. Beitsma te Franeker zal, na bekomene machtiging of autorisatie, op maandag de 4^e januari 1864, ’s namiddags 1 uur precies, ten huize van J.S. de Groot, in Benthem te Harlingen, publiek verkopen een grote hoeveelheid min of meer beschadigde in- en uitlandse tabak, voor zover geborgen van de lading van het schip DE TWEELINGEN, kapt. W.J. Poorta, op de Friese kust gestrand, zo als dezelve ter bezichtiging zal liggen de morgen voor de verkoop in het pakhuis van de heer D.C. Zijlstra, aan de Voorstraat, en in dat van de heer F.D. Fontein, bij de Groote Sluis, aldaar; en zulks in alsdan gereed liggende kavelingen.
En aanstonds na die veiling het hol of casco van het schip DE TWEELINGEN, zoals hetzelve is zittende aan de Eedijk even bezuiden Harlingen.
En op woensdag de 6^e januari daaraanvolgende in het koffijhuis Rusland bij W.F. Simmer te Harlingen, des voormiddags te 11 uur precies: de uit bovengenoemd schip geborgen lading, kaas, bonen, haring, en wat verder tevoorschijn zal worden gebracht, en zulks in kavelingen te bezichtigen des morgens voor de verkoop in opgenoemde pakhuizen.
En dadelijk na afloop dier veiling: De tuigage, zeilen, ijzerwerk, touwwerk, enz., enz.; alles van genoemde bodem afkomstig, waaronder een partij nieuwe zeilen, en zulks op een de morgen voor de verkoop aan te wijzen plaats.
Alles tegen contante betaling. Zegt het voort. Informatiën te Harlingen bij de heren J. Vellinga, cargadoor, en Mr. J. Zijlstra, advocaat.

Harlingen, 23 december. Gisteravond omstreeks 8 uur is door de storm een kofschip ten zuiden van de stad op lager wal geraakt en door het water gedeeltelijk bedolven. Het was DE TWEELINGEN, komende van Amsterdam en met bonen, kaas, tabak en haring bestemd naar Kopenhagen. De vijf personen die zich op de bodem bevonden, waarvan twee vrouwen, zijn gered, doch de lading is door het zeewater vrij wat beschadigd.

Harlingen, 6 januari. Het wrak van het hier gestrande kofschip TWEELINGEN, kapt. Poorta, is hier verkocht voor NLG 267,50.

Harlingen, 9 januari. Het wrak van het schip TWEELINGEN – zie onze berichten van 22 december 1863 en van de 7^e dezer – is heden in onze haven gebracht.