Advertentie. Mr. C. Hartman Busmann, notaris te Sappemeer, zal, ten verzoeke van de weduwe Jacob Hindriks Joosten, schipperse, wonende aan scheepsboord, op woensdag de 30e januari 1856, des avonds om 6 uur, ten huize van L.K. Dijkhuis, kastelein, wonende te Sappemeer, publiek te koop presenteren het overdekt kofschip genaamd HINDERIKA BOUWMA, groot 63 zeetonnen, in den jaren 1851 gebouwd op de werf van den scheepsbouwer Jan Klasens Mulder, te Sappemeer, met deszelfs staand en lopend wand en verdere inventaris, invoege door wijlen kapt. J.H. Joosten is bevaren geweest; thans is liggende in de Noorderhaven te Groningen; dagelijks te bezien, te bevragen bij de weduwe aan scheepsboord en de heer J.K. Mulder, te Sappemeer. De halve koopschat kan er over staan blijven.

Dantzig, 9 september. Het Nederlandse schip EENDRACHT, kapt. De Boer (opm: vermoedelijk de kof EENDRACHT, kapt. H.J. Boer), ligt onder Hela.

Lübeck, 9 januari. Alhier overwinteren de Nederlandse schepen EENDRACHT, kapt. Boer en MARIA CHRISTINA, kapt. Balk.

Te Rendsburg overwintert de kof KIZIENA, kapt. Vlieger, van Wordingborg (opm: mogelijk Vordingborg) naar Schiedam bestemd. Te Lübeck overwinteren de schepen EENDRAGT, kapt. Boer, en MARIA CHRISTINA, kapt. Balk.

Bremerhaven, 19 maart. Bij Wulsdorf is gestrand de Nederlandse kof EENDRAGT.

Bremerhaven, 20 maart. Het Nederlandse kofschip EENDRAGT, kapt. Boer, van hier met zout naar Gothenburg, is bij Geestendorf gestrand en het volk is gered.

Bremerhaven, 19 april. Het kofschip EENDRACHT, kapt. De Boer, 20 maart laatstleden bij Geestendorf op strand geraakt, is door uitgraven weer afgebracht en in de haven van Geestemünde gehaald.

Te Memel overwinteren 52 schepen, waaronder de zeilklare Nederlandse schepen WILLEMINA ANTINA, kapt. De Boer uit Pekela, MINERVA, kapt. Wekenborg uit Sappemeer, DOEGJEN DIJK, kapt. Riepma uit Appingedam, en JAN ROELOF, kapt. Boekhold uit Nieuwe Schans.

Delfzijl, 11 september. Volgens hier ontvangen telegrafisch bericht, moet het schip DOEGJEN DIJK, kapt. P. Riepma, van hier naar Frederikstad bestemd, in de Noordzee zijn verongelukt, doch het volk gered.
(opm: zie ook PGC 250976)

Delfzijl, 21 september. Op Helgoland moet dezer dagen veel wrakhout zijn aangedreven, waarschijnlijk afkomstig van het Appingedamster kofschip DOEGJEN DIJK, kapt. P. Riepma, dat voor enige tijd in de Noordzee gezonken is.