1849
Op 6 juli 1849 werd de eerste zeebrief afgegeven voor de tjalk VROUW ALIDA, aangevraagd door M.D. Mulder te Wildervank voor zichzelf als kapitein. Door de Consul in Emden en via het Ministerie van Buitenlandsche Zaken werd op 28 augustus de zeebrief teruggestuurd naar Den Haag, waarna deze op 31 augustus werd geroyeerd.
AH 240749
Hamburg, 19 juli. Binnengekomen DE VROUW ALIDA, kapt. M.D. Mulder, van Zaandam.
WZ 100849
Bremerhaven, 9 augustus, ’s middags 2.45 uur (per elektrische telegraaf). De heer Schwoon meldt: een tjalk, waarschijnlijk met traan beladen en op de lading drijvend, bevindt zich op het Knechtsand. Ik heb een lichter heengezonden.
Bremerhaven, 9 augustus, ’s morgens 07.45 uur. De gisteren gemelde tjalk moet lege traanvaten geladen hebben. (opm: tjalk DE VROUW ALIDA, eerst op 29 juni 1849 in de vaart gekomen; kapt. Martinus Douwes Mulder, zie WZ 110849, 220849 en FP 151052)
WZ 110849
Bremerhaven, 10 augustus, ’s middags 5.05 uur (per elektrische telegraaf). Het Duitse oorlogsstoomschip HAMBURG heeft het wrak van het Knechtsand afgesleept en hierheen gebracht. (opm: zie WZ 100849; na herstel van de schade werd de tjalk als transportschip PHOCA aan de vloot van de marine toegevoegd; over de juridische implicaties is niets bekend; in 1853 werd de in 1848 opgerichte Duitse Federale Marine opgeheven en werden alle 57 schepen, incl. PHONA, verkocht, zie FP 151052)
WZ 220849
Emden, 20 augustus. Op 11 augustus werd de bemanning van het Nederlandse tjalkschip DE VROUW ALIDA van Groningen, kapt. M. Mulder, alhier aangebracht door kapt. H.A. Doyen uit Emden, die hen op 9 augustus in een boot op zee drijvend had gevonden en aanboord genomen. Het schip DE VROUW ALIDA was onderweg van Hamburg naar Brussel op de 9e voor de Weser, toen het plotseling zeer lek werd en zonk, zodat de bemanning behalve hun leven slechts het scheepsjournaal heeft kunnen redden.
FP 151052
De Bondscommissaris Fischer heeft 27 kanonneerboten met volledige loggertuigage, tezamen met de tjalk PHOCA (opm: ex-Nederlandse DE VROUW ALIDA, zie WZ 110849, in 1853 waarschijnlijk als THEODOR PREUSSER terug in de commerciële vrachtvaart, geen nadere gegevens), alle behorende tot de voormalige Duitse vloot, in de haven van Vegesack te koop aangeboden, waarvoor op 28 oktober 1852 een openbare veiling zal worden gehouden.